CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, juli 2017

 

Beethoven: Vioolsonate nr. 9 in A, op. 47 (Kreutzer) - nr. 6 in A, op. 30 nr. 1

James Ehnes (viool), Andrew Armstrong (piano)

Onyx Classics 4170 • 62' •

Opname: december 2015 (nr. 9); januari 2016 (nr. 6), Wyastone Concert Hall, Monmouth (VK)

   

Twee kanten van dezelfde Beethoven. Beide sonates staan in dezelfde toonaard, A-majeur, maar wat een verschil. Nummer 6 is mild, introvert en introspectief en heeft een intiem en elegant karakter. Dit bescheiden, maar zeker niet te veronachtzamen onderdeel van de beroemde rij van tien sonates voor klavier en viool staat hier tegenover nummer 9, de beroemde Kreutzer . Die heeft een heel ander karakter en 'gaat er met gestrekt been in' - om 't populair te zeggen. Het merkwaardige is dat de finale (Presto) van deze ambitieuze, heroïsche en dramatische sonate oorspronkelijk thuishoorde in nummer 6. Dat was een impulsieve maar achteraf gezien heel wijze beslissing van Beethoven, want deze opgewekte, maar zeker ook sardonische tarantella heeft daarmee een passender plek gevonden dan in de milde atmosfeer van de eerdere sonate. Het illustreert tegelijk ook de haast waarmee Beethoven de Kreutzer op het papier smeet. Bij de Weense première speelde hij van een klad en moest violist Polgreen Bridgewater, zonder eigen bladmuziek, over zijn schouder meekijken. Pas later werd de sonate opgedragen aan Rodolphe Kreutzer, vandaar de titel, al heeft die het werk dat zijn naam onsterfelijk maakte, nooit aangeraakt.

James Ehnes en Andrew Armstrong zijn makkers van oudsher en hun samenwerking leverde al opwindende resultaten op met sonates van Franck en Strauss resp. Debussy, Elgar en Respighi. Boeiende confrontaties door de niet zo voor de hand liggende combinaties, die deden uitkijken naar deze Beethovens, maar daarmee betreden ze wel een speelveld met van oudsher zware concurrentie. Misschien wordt het tijd om nou 's een keertje niet de legendarische Haskil en Grumiaux erbij te halen, maar die vinden geweldige opvolgers in Isabelle Faust en Alexander Melnikov op Harmonia Mundi, "het" duo van de laatste jaren. Hun samenspel lijkt bijna volmaakt en hun begrip en intelligentie staat een spontane, frisse aanpak nooit in de weg. De 'andere' Isabelle (van Keulen) is met Hannes Minnaar op Challenge even overrompelend, maar over de hele linie wat robuuster, soms ook wat ruwer. Allebei geweldige uitvoeringen van de complete reeks van tien. Daarmee vergeleken is Anne-Sophie Mutter met Lamberrt Orkis (DG) mij te epaterend, te veel hoor-mij-eens, te opdringerig en niet uitnodigend tot een tweede keer luisteren.

Nee, dan Ehnes en Arnstrong. Hun visie op de Kreutzer is zowel robuust en energiek als mild en licht. Ja, dat kan. De dramatiek wordt zeker niet veronachtzaamd, maar wel van zijn meest extraverte kanten ontdaan. Bleek of saai wordt hun spel daarmee nooit, integendeel, ze toveren met kleuren. In de sonate nummer 6 wordt gefocust op het vriendelijke karakter. Zo brengen zij beide sonates, de gracieuze en de turbulente, wat dichter bij elkaar. En het is te horen dat deze musici, Canadees en Amerikaan, al jaren met elkaar kunnen lezen en schrijven en aan een half woord genoeg hebben. Wat mij betreft zou dit de opmaat mogen zijn tot een complete reeks Beethoven-sonates. Zelfs bij zoveel concurrentie blijft er altijd behoefte aan spel op dit niveau.

Het hoogtepunt van deze cd, dat je steeds weer wil horen? Het Adagio van nummer 6. "Molto expressivo", inderdaad.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links