Andrew-John Smith
speelt orgelwerken
van Saint-Saëns - deel 1
3
Préludes et Fugues Op. 99 - 3 Fantaisies -
Marche
religieuse - Cyprès
Andrew-John
Smith op het Cavaillé-Coll-orgel in La Madeleine, Parijs
Opname: Dick Koomans
Hyperion CDA67713 • 78' •
Als je al een tijdje meeloopt in
de orgelwereld, en het LP-tijdperk nog volop hebt
meegemaakt, ontkom je niet aan vergelijking met vroegere,
vergelijkbare uitgaven. Toen ik halverwege de jaren
'70 in de uitverkoop een LP-album op de kop tikte
met de complete Préludes en fuga's van Saint-Saëns,
gespeeld door Odile Pierre "aux Grandes Orgues de
la Madeleine" (RCA, 1972), was ik daar nogal opgetogen
over. Op de luxe hoes stond een kamerbreed portret
van Saint-Saëns en aan de binnenkant zag je mevrouw
Pierre gehurkt tussen het pijpwerk. De Prélude
et Fugue en Mi Bémol Op. 99 no. 3 was een indrukwekkende
binnenkomer. Het Cavaillé-Coll-orgel van de Madeleine
kende ik al van de Franck-opnamen van Odile Pierres
voorgangster Jeanne Demessieux. Blijkens een recensie
van Ewald Kooiman in Luister (november '72) was het
orgel kort voor de opname "stevig onder handen genomen
door de orgelbouwer Danion, die duidelijk geprobeerd
heeft het oorspronkelijke klankkarakter om te buigen
in een richting waarmee de eigenlijke bouwer weinig
vrede zou hebben gehad. Blijkens haar registerkeuze
beschouwt Odile Pierre deze uitbreiding en ombuiging
als een welkome mogelijkheid tot variatie."
Hoe het ook zij, ik vond het interessante materie,
ook al was de opname wat direct en werd het genoemde
virtuoze Preludium in Es door sommige organisten afgedaan
als "een enorme berg noten".
Nu is er een nieuwe opname met dezelfde combinatie: orgelwerken van Saint-Saëns
op het orgel van de Madeleine, door de Engelse organist
en dirigent Andrew-John Smith, die zijn opleiding
kreeg aan het New College in Oxford en het Amsterdamse
Sweelinck Conservatorium. Hij was een van de finalisten
op het concours van Chartres en won prijzen als Performer
of the Year bij het Royal College of Organists en
op het St. Albans' International Organ Festival. In
2006 richtte hij in Londen het professionele kamerkoor
Consortium op.
Het programma is aantrekkelijker dan dat van Odile Pierre destijds. Hoe fraai
de Préludes en fuga's van Saint-Saëns ook zijn, zes
achter elkaar is niet zo zinnig. Na die prachtige
"berg noten" en de op achtvoets prestanten gespeelde
fuga in Es volgt de in verhouding tot de andere fantasieën
minder bekende Fantaisie in Des Op. 101 die
de componist opdroeg aan koningin Elisabeth van Roemenië.
Mooi ingehouden gespeeld en prachtig uitgeregistreerd
(het cd-boekje vermeldt dat in de werken die Saint-Saëns
schreef vóór hij de Madeleine verliet, alleen de hem
toen ter beschikking staande registers worden gebruikt).
|
 |
|
Camille Saint-Saëns (1835-1921) |
Na de eerste Prélude et Fugue uit Opus 99 (in E) volgt het duistere Cyprès,
het eerste van het tweeluik Cyprès et Lauriers
dat Saint-Saëns ter gelegenheid van de wapenstilstand
van februari 1919 componeerde. Eigenlijk moet je het
voor orgel en orkest geschreven Lauriers er
wel achteraan horen, maar je kunt nu eenmaal niet
alles hebben. Uit hetzelfde jaar dateert de Fantaisie
Nr. 3 waarin sommige organisten de curieuze gewoonte
hebben om er hele passages uit weg te laten. De uitvoering
van Andrew-John Smith bewijst het ongelijk daarvan.
Of de Marche religieuse speciaal werd geschreven voor het privé-concert
dat Saint-Saëns in november 1897 voor koningin Marie-Christine
van Spanje in Madrid gaf, of dat hij het werk ter
plekke improviseerde en later opschreef, valt niet
meer te achterhalen. In elk geval is het een voornaam
stuk muziek waarin een fraai crescendo op het Madeleine-orgel
wordt gerealiseerd.
De melodieuze Prélude et Fugue in B Op. 99 nr. 2 met zijn opgetogen fuga
wordt gevolgd door een van de mooiste orgelwerken
van Saint-Saëns die ik ken: de Bénédiction nuptiale
Opus 9, die in 1859 werd gecomponeerd met het Madeleine-orgel
in gedachten. In dit introverte werk is een belangrijke
rol weggelegd voor de Voix céleste, de eerste die
Cavaillé-Coll op een van zijn orgels disponeerde.
Blijft over de Fantaisie en Mi Bémol Majeur, de
bekende "Fantasie in Es" die nét iets te vaak op de
Nederlandse orgelconcertprogramma's verschijnt maar
hier in een stijlvolle uitvoering het besluit van
de cd vormt.
Een apart woord van waardering voor de uitstekende opname, die werd gemaakt
door Dick Koomans. Geen sinecure in een over-akoestisch
gebouw als de Madeleine!
Veel toelichtende tekst, zowel over de componist als over de gespeelde werken
(en natuurlijk de performer; van het orgel
wordt alleen de dispositie-1846 vermeld), uit een
erg kleine maar wel stijlvolle letter gezet, zoals
we van Hyperion gewend zijn.
Geluidsvoorbeelden zijn te vinden op
http://www.hyperion-records.co.uk/al.asp?al=CDA67713&f=saint-saëns