![]() CD-recensie
© Gerco Schaap, november 2008 |
||||||||
Piet van der Steen speelt orgelwerken van Jacob Bijster (1902-1958) Passacaglia - Variaties op een Oud-Nederlandsch Lied - Triptyque - Toccata et Ricercare - Eerste Choral - Deuxième Choral - Partita over 'Als ik het wond're kruis aanschouw' - Zes harmonische variaties op 'Nu daagt het in het oosten' - Partita sopra 'Laudate Dominum' (Psalm 146) - Paraphrase over 'Gelukkig is het land' - Koraal, trio, inleiding en fuga over 'Meester men zoekt u wijd en zijd' - Toccata. Piet van der Steen op het Witte-hoofdorgel van de Oude Kerk te Delft. Radio-opnamen uit 1993/1994. Document DOC0801 (2 cd's) • 74' + 76' • (link: http://www.documuziekproductie.nl/) Lang hebben we op een dubbel-cd met een representatieve keuze uit het orgelouvre van de Haarlemse orgelmeester Jacob Bijster gewacht. Dat hij er nu is, vijftig jaar na zijn overlijden, stemt tot dankbaarheid. Het was Piet van der Steen door wie ik een kwart eeuw geleden in aanraking kwam met Jacob Bijsters orgelmuziek. In zijn 'Achtste Najaars Orgelproject' voerde Van der Steen een groot aantal werken van de componist uit op de orgels van de Oud-katholieke Kathedrale Kerk en de Nicolaïkerk in Utrecht. Heldere orgels, doorzichtig van klank, misschien niet het meest geëigende orgeltype voor Bijster - welk orgeltype is dat wel? - maar wel geschikt om de melodische lijnen en soms complexe harmonieën in zijn werk optimaal te kunnen volgen. Zo'n twaalf jaar later werd Piet van der Steen uitgenodigd om een serie radio-uitzendingen voor de Evangelische Omroep te verzorgen, getiteld "De orgelwerken van Jacob Bijster". De opnamen werden gemaakt door Gert Altena, onder regie van Okke Dijkhuizen; de werken van Bijster werden toen afgewisseld met deels kleiner werk van tijdgenoot Hendrik Andriessen. Gekozen werd voor het Witte-orgel van de Oude Kerk in Delft, wellicht óók niet het meest geschikte instrument, maar in mijn ogen en oren een verdedigbare keuze. De cassetterecorder liep mee en ik bewaar nog altijd goede herinneringen aan die opnamen. Op deze dubbel-cd valt een ruime keuze uit Bijsters orgelwerken te beluisteren die representatief mag worden genoemd voor zijn gehele scheppingsperiode. Alleen voor de Wijdingssonate over drie psalmmelodieën uit 1944 was geen plek meer op deze cd's, maar deze zal wellicht ooit nog in een andere setting verschijnen. Intussen maakt Okke Dijkhuizen met deze productie de naam van zijn nieuwe label - Document - meer dan waar. De twee cd's gaan vergezeld van een 53 pagina's tellend, stijlvol vormgegeven boekje dat voor de helft uit Engelse en voor de andere helft uit Nederlandse tekst bestaat. Daarbij is niet bezuinigd op notenvoorbeelden en andere passende illustraties.
Hoewel oorspronkelijk bedoeld voor radio-uitzending, voldoen de opnamen nog steeds aan de hoogste eisen. Het Witte-orgel komt uitstekend uit de verf, in een uitstekende balans tussen instrument en ruimte. Als je de cd's opzet, 'valt' het orgel niet 'met de deur in huis' maar zijn de eerste vijf seconden gebruikt om je hoorbaar de kerkruimte in te leiden - een van de 'handelsmerken' van het opnameduo Altena - Dijkhuizen. Ook in de klankruimte tussen de werken, meestal zo'n veertien seconden, blijft de kerkruimte hoorbaar. En ten slotte, niet onbelangrijk, 'slaat' de cd niet onmiddellijk na het laatste nummer 'af', wat ik - als het wel gebeurt - altijd enigszins als een domper ervaar. Piet van der Steen, die al vanaf de jaren tachtig vertrouwd is met het deels onuitgegeven oeuvre van Bijster en intensief contact onderhoudt met zoon Wouter Bijster, wist in zijn spel de bezieling te leggen waar dit repertoire om vraagt. Ik ben ook erg blij dat het in manuscript overgeleverde Eerste Choral - Bijster schreef het op 22-jarige leeftijd! - op de cd's vertegenwoordigd is. Dit Choral hangt begrijpelijkerwijs sterk aan tegen Franck en Andriessen, maar juist daarom is het zo'n interessante schakel tussen genoemde componisten en Bijsters latere werk. Bovendien is het prima stuk en bewijst de in 1926 toegevoegde Vox Caelestis op het bovenwerk van het Delftse orgel hier uitstekende diensten. De diverse partita's op deze cd's zijn klinkende voorbeelden van Bijsters opvattingen over het protestantse koraalspel en geven een boeiend inzicht in de kerkmuziek rond het midden van de twintigste eeuw. In de Triptique, geschreven in een tijd waarin andere componisten als Andriessen en Van der Horst - en zéker over onze landsgrenzen - een moderner idioom hanteerden, horen we een Bijster die bezig is de compositorische bakens te verzetten. In zijn jongste werk op deze cd's, de bewerking van Meester, men zoekt U wijd en zijd, uitgegeven in zijn sterfjaar, keert Bijster echter weer terug naar de chromatiek die we van zijn Variaties op een Oud-Nederlandsch Lied uit 1934 kennen. De luisteraar late zich niet ontmoedigen door de weliswaar stijlvolle maar ook wat statische buitenkant van dit cd-album; in dit geval geldt des te meer: het gaat om de inhoud! Voor iedereen die het orgelwerk van Bijster wil leren kennen, of er een maatgevende uitvoering van zoekt, is deze dubbel-cd een must. index | ||||||||