![]() CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, oktober 2016
|
De muziek van deze cd is bij vrijwel niemand bekend (dit is een cd-première), maar ze past in een bekend patroon. Religieuze muziek in Rusland was tot 1878 het exclusieve domein van de kerk. Wie nieuwe religieuze muziek wilde publiceren buiten de staatskerk, moest eerst toestemming vragen aan de Keizerlijke Kapel. Tsjaikovski trotseerde die regel met de publicatie van zijn Liturgie van Johannes Chrysostomos opus 41, lokte bewust een proces uit en won. Vanaf dat moment was in theorie de religieuze muziek even gemakkelijk te benutten als de volksmuziek. De praktijk was echter anders. Na Tsjaikovski hebben slechts weinig componisten dit repertoire ter hand genomen en de resultaten (de twee grote koorwerken van Rachmaninov) geven hiervoor wel een verklaring. Ook al wijken de componisten af van het gehanteerde materiaal, ze blijven vaak dermate dicht bij het origineel dat met name in harmonisch opzicht de religieuze composities qua inventie nogal arm lijken vergeleken met het instrumentale werk van dezelfden. In hun soort zijn het prachtige stukken (Tsjaikovski en Rachmaninov waren nog het best in staat aan het religieuze materiaal een persoonlijke draai te geven), maar in de perceptie wint de religie het van het ondermaanse. Die indruk overheerst ook enigszins bij beluistering van Passion Week, in 1923 geschreven door Maximilian Steinberg (1883-1946). Deze Russische componist studeerde bij Rimsky-Korsakov, werd later diens schoonzoon (waarvoor hij zijn joodse geloof moest inruilen voor het Russisch-Orthodoxe), gold na de dood van zijn schoonvader in 1908 in eigen land als een van de meest talentvolle componisten van zijn generatie en besloot na Lenins machtsovername om in Rusland te blijven. Zijn Passion Week ontstond kort voordat de communisten de uitvoeringen van religieuze muziek verboden. Het stuk, gepubliceerd in 1927, is vermoedelijk geënt op het gelijknamige stuk van Gretchaninov uit 1912: net als zijn voorganger heeft Steinberg de melodieën die hij benutte regelmatiger gemaakt, met name in de frasering; de componist kiest voor een afwisseling van een- en meerstemmig gezang waarbij uit het tekstboekje helaas niet duidelijk wordt of dit teruggaat tot oude liturgische praktijken of dat dit de inventie van de componist is. Bovendien koos Steinberg gedeeltelijk dezelfde teksten als zijn voorganger. Zeker 'toegevoegd' is de veelvuldige behoefte van Steinberg het koor te splitsen in vele groepjes van wisselende samenstelling, waardoor een zeer gevarieerd klankbeeld ontstaat, ook binnen de zestien delen. Die variatie fungeert in zekere zin als een compensatie voor de koorklank. Het Amerikaanse Clarion Choir doet geen poging een typisch Russische koorklank te realiseren en is evenmin typisch Amerikaans. Dat kan men interpreteren als kritiek, maar ook als compliment. Steinberg is in zijn religieuze muziek minder uitgesproken dan zijn beroemde landgenoten Tsjaikovski, Rachmaninov en Stravinsky, maar zoekt het eigene meer in een lichtelijk onderdrukte emotionaliteit en een grote liefde voor klassieke vormen hoezeer ook verborgen achter een Russisch-orthodoxe façade. Die persoonlijkheid weet het koor uitstekend te treffen. index |
|