CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, juni 2022

Maurice Ravel - Orkestwerken

La valse - Le Tombeau de Couperin - Alborado del gracioso - Rapsodie espagnole - Boléro - Pavane pour une infant défunte - Ma mére lóye (complete ballet en suite) - Une barque sur l'océan - Shéhérazade (ouverture en liedcyclus*) - Menuet antique - Fanfare pour l'éventail de Jeanne - Daphnis et Chloé - Valses nobles et sentimentales - L'heure espagnole** - L'enfant et les sortilèges***

Stéphanie d'Oustrac, mezzosopraan*, Stéphanie d'Oustrac (Concepcion)**, Jean-Paul Fouchécourt (Torquemada)**, Alexandre Duhamel (Ramiro)**, Paul Gay (Don Inigo Gomez)**, Yann Beuron (Gonzalve)**, Camille Paul (kind)***, Marie Karall (moeder, Chinees theekopje, libel)***, Julie Pasturaud (herder, witte kat, eekhoorn)***, Annick Massis (het vuur, de prinses, de nachtegaal)***, Mailys de Villoutreys (herderin, vlinder, uil)***, Paul Gay (de leunstoel, een boom) *, Marc Barrard (staande klok, zwarte kat)***, François Piolino (theepot, kleine oude man, de kikker)***, SWR Vokal Ensemble, Radio-Sinfonie-Orchester Stuttgart des SWR o.l.v. Stéphane Denève

SWR 19428 • 5.37' • (5 cd's)
Opname: dec. 2012 – dec. 2015, Stuttgart (diverse locaties)

   

Tussen 2013 en 2016 verschenen vijf cd's met de meeste orkestwerken plus beide opera's van Maurice Ravel o.l.v. Stéphane Denève. Wie ze destijds gemist heeft krijgt nu een nieuwe kans die men om vele redenen niet mag laten lopen. In de jaren sindsdien heeft Denève, ook in Nederland, bewezen hoezeer hij thuis is in het Franse repertoire van rond 1900. Bij De Nationale Opera dirigeerde hij een prachtige Pelléas et Mélisande en ook als symfonicus bewees hij zijn grote kwaliteiten. Zijn cd's met orkestwerken van Debussy smaakten naar meer. Bij het KCO gaf hij prachtige uitvoeringen van werken van Martin en Honegger.

Dat hij thuis is in zowel Debussy als Ravel en niet in slechts een van de twee, is geen vanzelfsprekendheid, want al worden de twee vaak in één adem genoemd, ze verschillen evenzeer als Bach van Händel, Haydn van Mozart, Schumann van Chopin, Stravinsky van Schönberg. Debussy moet het veel meer hebben van een flexibele puls, een cadans die ongrijpbaarder is dan de afzonderlijke momenten (terwijl voor Ravel veeleer het omgekeerde geldt) en een klank die eerder mooi en versmeltend is in de lange lijn dan gericht op bewogenheid in de details. Debussy noemde Ravel een fakir maar vond diens Valses nobles et sentimentales te voorspelbaar in zijn structuur om er echt van te kunnen genieten.

Denève geeft de werken van Ravel een flexibiliteit die men eerder verwacht bij Debussy. Die aanpak werkt het beste bij de korte werken – en dat zijn gelukkig vrijwel alle (de lange werken voor orkest van Ravel zijn trouwens in meerderheid opgebouwd uit episoden die weinig aan waarde verliezen als men ze zou behandelen als zelfstandige stukken). In de lange stukken, d.w.z. langer dan zes minuten, steekt een lichte fragmentatie de kop op, alsof eenheid door middel van precisie in ritme Denève iets minder ligt dan een constante vloeiende beweging. Wat hem ook meer tot een Debussy- dan een Ravel-vertolker maakt, is zijn onwil om de magie van de klank te behandelen als iets geïsoleerds en onverwachts en meer als onderdeel van een iets langere lijn. Wat daarentegen zijn affiniteit met Ravel bevestigt, is in de twee opera's de balans tussen drama en muziek en tussen verstaanbaarheid en transparantie. L'heure espagnole (en ik vermoed gezien de opnamekwaliteit ook L'enfant et les sortilèges) zijn opnamen met publiek, waardoor deze stukken opwindender klinken, terwijl Denève in de instrumentale composities het impliciete drama expliciet maakt door veel kleine gebaren te plaatsen in de frasering, veel meer dan dirigenten die het symfonische karakter voorop stellen (Otterloo, Van Beinum, Haitink, Boulez en Fournet). Het voordeel van die aanpak is dat Denève's Ravel in zekere zin voor sommigen ‘menselijker' klinkt (in ieder geval met meer nadrukkelijke emotie) dan bij de genoemde collega's die de ontroering meer bereiken door zich toe te leggen op de perfectie in het professionalisme.

Denève's collega's zijn authentieker dan hij (een uitvoering moest voor de componist van een muziekstuk een uurwerk maken), maar dat Denève hetzelfde niveau kan bereiken als zijn oudere collega's, geeft aan zelfs een componist, die hartstochtelijk één wijze van uitvoeren bepleitte en andere even hartstochtelijk veroordeelde, zijns ondanks een rijker componist is dan hij ons graag voorhield. In de vakliteratuur wordt al naarstig gespeculeerd over de achtergronden van deze rijkdom.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links