CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, november 2020 |
Het Franse Quatuor Van Kuijk musiceert voorbij de vraag authentiek of modern. Bij de eerste maten denkt men te doen te hebben met een volbloed authentiek gezelschap, vanwege de hang naar nadrukkelijke gebaren in een timide klank die de puls losjes opvat, maar naarmate de muziek vordert blijkt de puls niet zo losjes te worden genomen en passen de vrijheden in de details perfect in het grote betoog. Bij Mozart is dat beslist een bijzondere prestatie omdat bij deze componist de verleiding tot ritmische regelmaat groot is omdat al zijn werken subtiel ingeklede bewegingen zijn waarin de bijna metronomische monotonie cruciaal is. (Die regelmaat in ritme, metrum en in afwisseling van dissonanten en consonanten verklaart immers waarom van alle klassieke muziek deze periode het dichtste staat bij populaire muziek en daarom tot de populairste klassieke muziek behoort - de romantiek, zeker de braafste vorm ervan, is voor een groot deel klassieke muziek met sentiment, zo niet sentimentalisering.) Terwijl de klank van dit kwartet riekt naar authentiek, is het gevoel voor puls en expressie eerder modern. Het fascinerende van deze cd (en van de eerdere met onder meer de kwartetten KV 387 en 421 op Alpha 551 en met de kwartetten van onder anderen Debussy en Ravel op Alpha 295) is dat de twee benaderingen moeiteloos samengaan en een volstrekt overtuigende eenheid vormen. Terwijl mindere authentieke uitvoeringen leden aan een troebele puls en mindere moderne onder een gebrek aan nuances in details, verenigen deze vier heren het beste van beide. In hun nog kleine discografie (het gezelschap bestaat pas acht jaar) neemt Mozart een grote plaats in, wat meestal aangeeft dat zo'n componist iemands thuisbasis is. Dat belooft veel voor de toekomst. Mozart schreef immers in totaal 23 kwartetten en 6 kwintetten. index |
|