CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, november 2024 |
Toen eind jaren tachtig als gevolg van de glasnost, perestroika en de val van de muur allerlei Russische componisten die tot dan toe in eigen land golden als dissident en amper buiten Rusland gehoord werden, in het westen een podium kregen, noemde de componist-musicoloog Marius Flothuis de muziek van Goebaidoelina eerder verfijnd en subtiel en die van Oestvolskaja meer bruut en direct. Die constatering wordt bevestigd met deze cd. Het is een verzameling van 15 stukken voor drie musici, gebaseerd op aforistische teksten vol zwarte humor van de Duitser Christian Morgenstern. Na de publicatie in 1905 werden ze al snel heel populair en Goebaidoelina is bepaald niet de eerste die de teksten op muziek heeft gezet: een jaar na Galgenlieder A 3(1996) schreef Goebaidoelina de Galgenlieder A 5 dat in de kern de versie voor kwintet is van A 3. Voor deze cyclus koos zij 15 teksten van de ongeveer 80 en schreef zij muziek die wat mij betreft lang niet altijd even zwart is als de teksten. Het verfijnde en subtiele van de tekstbehandeling komt op vele manieren tot uiting. Goebaidoelina is zeer gericht op klank en variatie in klank. Het slagwerk krijgt zelden de gelegenheid uit te pakken, de contrabas is veel meer dan een begeleidingsinstrument en de zang is zo lijkt het meer gericht op schoonheid dan verstaanbaarheid. De delen zijn noch liederen noch aria's maar iets daartussen. Beide genres veronderstellen een zekere regelmaat in de opbouw, maar die regelmaat zit vooral in de instrumenten. Opvallend vond ik de lange passages in een regelmatige doorgaande ritmische beweging terwijl haar muziek niets heeft van neoclassicisme of minimal music. Daarnaast weet de componiste ritme te brengen in de afwisseling in klankkleur. Bij een compositie die overduidelijk gebaseerd is op een tekst zijn die delen opmerkelijk waarin niet wordt gezongen terwijl de titels wel verwijzen naar een tekst van Morgenstern (het tekstboekje geeft en de teksten en beschrijvingen van tekst en muziek). Nog drastischer is de keuze voor een deel zonder geluid. Na eerdere delen waarin de kracht zit in de zachte subtiele toon komt die stilte niet uit de lucht vallen. Die muziekloze delen geven het geheel ook een opbouw. De teksten mogen dan aforistisch zijn, de muziek heeft een on-stereotiepe en niettemin tastbare opbouw. Als dit werk ergens op lijkt, dan op de Kafka-Fragmente van Györgi Kurtag voor stem en viool, eveneens reeks van miniaturen die bij elkaar ongeveer drie kwartier duren. Verschil is dat de opbouw daarvan meer een slagveld is terwijl hier de permante introspectie voorop lijkt te staan. In ieder geval is het zeer goede muziek die zeer goed wordt uitgevoerd en zeer goed wordt toegelicht (door Edith Salmen) dat alles ondersteund met een zeer goede opname en op het omslag een reproductie van een zeer goed schilderij (van Enrique Fuentes). De keuze van KAIROS bij veel cd's voor abstract expressionistisch werk in muziek en beeld werkt bij deze cd ook zeer goed. index |
|