CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, februari 2018
|
Deze cd is gedeeltelijk representatief voor de stand van de minimal music op dit moment. Toen de minimal music in Amerika begon en naam maakte (in de jaren zestig en zeventig) was het muziek gebouwd op minimale middelen en gericht op een maximaal effect, vooral door middel van schaamteloze energie in de eindeloze herhaling met zeer geringe variatie in het muzikaal materiaal (de muziek was niet gemaakt om de luisteraar te diverteren maar om te verpletteren). Geen wonder dat deze vorm van Amerikaanse muziek werd vergeleken met de Amerikaanse buitenlandse politiek (waarin staatsgrepen een beproefd middel waren om bevriende dictators in het zadel te houden of niet-bevriende uit de macht te werken). De tijden lijken veranderd. De politici plegen wat minder staatsgrepen (althans, voor de schermen) en de componisten schreven de laatste jaren meer mellow en in een ongekende verscheidenheid. De invloed ervan op vele componisten op talloze plaatsen was groot. Pianist Jeroen van Veen wijdde aan dit repertoire inmiddels enkele interessante cd-dozen. Maar zoals de politici en militairen hun streken niet helemaal opgeven, zo blijven ook de componisten trouw aan hun eerste agenda, al lijkt dat niet altijd zo. Neem Philip Glass. Zijn enorme populariteit suggereert dat zijn idioom dat eerst doorging voor zeer avantgardistisch nu minder revolutionair zou zijn. Voor een deel is dat zo. De toon is vriendelijker en twijfelender, Glass stelt zich de laatste dertig jaar meer en meer open voor gecanoniseerde vormen uit de West-Europese klassieke muziek en zijn filmmuziek, bijv. bij The Hours, is een hit. Zodra personages in deze film worstelen met zichzelf en de wereld, klinkt sterk verdunde minimal music. Die verdunning doet het ook goed in films, documentaires en reclames. Het tegendeel is ook waar. Op de nieuwste cd met werk van Philip Glass horen we drie stukken waarin continuïteit en verandering strijden om de macht. In het Saxophone Quartet, door Brooklyn Rider bewerkt voor strijkkwartet, overheerst een ietwat vriendelijke toon: niet al te vlotte tempi, met gevoel voor polyfonie en soms zelfs voor klankschoonheid om de klankschoonheid. Met de twee meest recente stukken zijn we echter terug in de pionierstijd. De energie is ongekend, begeleidingsfiguren hebben de indringende werking van een melodie, melodie is anders dan in Glass' filmmuziek soms ver te zoeken, de verlangde virtuositeit betekent vooral gebroken drieklanken lang in hoog tempo kunnen volhouden en polyfonie is soms groot maar altijd ondergeschikt aan het ruige traject. Dit is pepmuziek voor militairen die de volgende dag een staatsgreep moeten plegen. De afwisseling in texturen is groot en de overgangen ertussen zijn abrupt. Dat laatste aspect krijgt reliëf door een zin in de toelichting van Richard Guerin. Hij schrijft dat het Zesde kwartet '[openly plays] on the European school of modernism of the 20th century' en noemt het 'Glass's most challenging and thorny piece in the medium.' Daarmee raakt Guerin aan een interessant punt in minimal music. Deze stroming begon ooit als een nieuwe loot aan de boom van de avant-garde, maar werd al gauw daarna geïnterpreteerd als een kritische reactie daarop, zeker toen de toon meer mellow werd en de vorm meer klassiek leek te worden. Dit Zesde kwartet is verre van mellow en de vorm soms net zo weerbarstig en onberekenbaar als die van hard core modernisten als Stravinsky, Janacek en Boulez, maar de middelen zijn vrijwel volstrekt anders en helemaal in de geest van de minimal music uit zijn beginjaren: tonaal met modale tinten dan wel andersom, met een sterke herkenbare puls en met de kracht in de schaamteloze herhaling in plaats van in de subtiele ontwikkeling. De kloof tussen de onverenigbaar geachte stromingen wordt kortom gedeeltelijk gedicht door van beide iets essentieels te nemen. Na Glass's recente opera's, symfonieën, piano-etudes en film scores waarin hij duidelijk op de populaire tour ging, is dit onmiskenbaar een nieuw geluid. Zijn muziek is niet altijd heel goed, maar hij bewandelt gelukkig telkens nieuwe paden. index |
|