CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, april 2018

 

Debussy: Strijkkwartet op. 10

Ravel: Strijkkwartet

Jerusalem Quartet
Harmonia Mundi HMM 902303 • 53' •.
Opname: april 2017, Hohenems

 

Het Jerusalem Quartet heeft terecht naam gemaakt met prachtige vertolkingen van composities uit de klassieke periode en van modern-romantisch werk met een sterk klassieke inslag. Die achtergrond is zeer hoorbaar op zijn nieuwste cd. De combinatie Debussy-Ravel is al vele malen beproefd en de twee componisten en hun kwartetten worden vaak in één adem genoemd, maar de verschillen tussen hen zijn minstens zo groot als die tussen Bach en Händel, Haydn en Mozart en Schumann en Chopin. Ravel is als het gaat om gevoel voor structuur, op korte en lange termijn, veel meer een classicist, terwijl hij in harmonisch opzicht soms minstens zo revolutionair is als zijn collega. Debussy staat weliswaar nog met één been in de traditie van Massenet en Gounod, maar zijn plezier in vloeiende zinnen en schijnbaar cesuurloze vormen, ondenkbaar bij Ravel, kondigt zich al aan. Omdat het Jerusalem Quartet uiteraard zichzelf wil trouw zijn, speelt het Ravel duidelijk beter dan Debussy. Wat het in Debussy tekort komt aan affiniteit met de vorm, wil het compenseren door de dynamische wendingen ongemeen groot te nemen, vooral in de sterk contrapuntische passages, waardoor Debussy eerder een romanticus dan een fin de siècle componist wordt. In Ravel zijn de dramatische gebaren discreter, minder theatraal en daarmee meer effectief.

Daarnaast is deze cd de zoveelste demonstratie van het feit dat de uitvoering en de toelichting bij de muziek in het tekstboekje elkaar tegenspreken. In zijn toelichting citeert de Franse Debussy-kenner Dennis Herlin een uitspraak van Ravel die in de jaren twintig verklaarde dat zijn kwartet was opgezet als een vierstemmig contrapunt, terwijl Debussy's kwartet volstrekt harmonisch van ontwerp zou zijn. Pikant aan de tekst is verder dat Herlin verwijst naar een uitvoering van Ravels kwartet uit 1927 door het International String Quartet, gemaakt onder supervisie van de componist, de oudste van dit werk gemaakt en nu te vinden op YouTube. Ravel was gefascineerd door de nieuwe opnametechniek en verklaarde dat de componisten dankzij dit medium goed konden aangeven hoe zij de uitvoering van hun werk gedacht hadden. De vergelijking tussen de eerste en de zoveelste opname ligt dan voor de hand, maar veel aardiger is het te zeggen dat het Jerusalem Quartet ook zeer overtuigt, ook al doet het 't tegendeel van wat Ravel zei. Het grootste verschil tussen Jerusalem en International is trouwens niet zozeer de compositorische oriëntatie maar de toets: de vooroorlogse uitvoering heeft de lichtheid en verfijning die wij nu nog alleen verbinden met Weense walsen onder Carlos Kleiber en de kordaatheid van de allergrootsten. De Jerusalemmers staan dichter bij Juilliard, Borodin, Alban Berg en de Italianen: kordaat en vaak gewichtig. De nieuwste combinatie van Debussy en Ravel klinkt ernstig, bij Debussy soms overdramatisch en bij Ravel met de juiste balans tussen dynamiek en contrapunt. Het is meer klassiek dan Frans, maar die clichés zeggen weinig, ook omdat ze al onvolledig waren in de tijd dat ze ontstonden en ze het nu nog veel meer zijn.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links