CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, maart 2021


Beethoven: Pianosonate nr. 23 in f, op. 57 (Appassionata)

Berg: Pianosonate op. 1

Boulez: Pianosonate nr. 3 - Trois formants: Constellation-Miroir, Trope, Antiphonie (sel.)

Florent Boffard, piano
Mirare MIR 510 • 67' •
Opname: aug. 2020, Studio 4 de Flagey, Brussel

   

Mijn kennismaking met Boffard was een van de meest welkome inmengingen in eigen aangelegenheden. Tijdens het Holland Festival 1997 dat gedeeltelijk in het teken stond van Pierre Boulez, speelde hij onder meer van zijn landgenoot Incises, waarvan de opname gelukkig op cd is uitgebracht (Globe 6903), plus de half uur durende Tweede sonate. Terwijl Tristan Keuris die sonate ooit aanduidde als ‘een grindpad' en veel anti-modernisten er hartstochtelijk net zo over denken, was bij Boffard dit het kortste halfuur ooit: een vanzelfsprekende en onweerstaanbare symbiose van de wildste energie en de grootste verfijning. Alles had een functie in het geheel, niets werd zwaar op de hand, de partituur werd volkomen transparant en de fascinatie voor de complexe muzikale middelen maakte als sneeuw voor de zon plaats voor de fascinatie voor dit ventje dat iets klaarspeelde waarvan zelfs Pollini, Rosen en Helffer alleen maar hadden kunnen dromen. De Sonate was die avond het enige werk voor de pauze; in de pauze, zo niet dagen erna, liepen de ingewijden nog verbijsterd rond, volkomen verpletterd door deze vanzelfsprekende godenuitdaging. Een gesprek over dit spel was overbodig en al het andere was geen onderwerp meer. Met ditzelfde temperament speelde hij een paar dagen later ook Incises. Hoe bijzonder zijn uitvoering was, besefte ik nog meer toen ik later andere uitvoeringen hoorde. Een 9+ is prachtig, maar als je dit kent, of: Haitink is een 10-, maar er is ook nog Carlos Kleiber op zijn beste momenten. Zijn uitvoering op cd is het hoogtepunt van de toch al met hoogtepunten overladen cd-box 50 jaar Holland Festival.

Had de gooi naar de hemel een prijs? De cd's die ik daarna van hem hoorde zijn geweldig, maar de sensatie van de kennismaking was uiteraard onmogelijk. Bovendien wreekte zich het verschil tussen een concert en een cd. (Gevraagd naar het verschil tussen een concert en een lp verklaarde Otto Klemperer: ‘het is alsof je niet naar bed gaat met een vrouw maar met een foto van haar.')

Zijn cd met de beide vioolsonates van Fauré met Isabelle Faust is geweldig (gelukkig niets van geparfumeerde schoonheid die de structuurzin ondermijnt, terwijl alles zo beschaafd is als maar zijn kan) maar die met Études van Debussy en Bartók kreeg van mij ‘slechts' een 9+. Hetzelfde ‘lot' had ik in petto voor zijn opname van Berio's Sequenza IV (in een DG-box met alle Sequenza's tot dan toe.) Daarna volgde een nog zwaardere stap terug: hij moest stoppen vanwege een blessure aan zijn linkerarm. Nu is hij hersteld en is er zijn tweede cd uit zijn tweede carrière. Op de eerste, met alle solowerken van Schönberg, zit hij nog pas in de negens. Met zijn nieuwste zoekt hij het gelukkig weer hogerop.

Het eerste opmerkelijke is het repertoire: sonates van Beethoven, Berg en Boulez, drie componisten die ieder op hun manier met ongekende intensiteit de grenzen van hun conventies verkenden en nieuwe normen introduceerden die fascineren om de kracht van de persoonlijkheid. (Met zo'n brede smaak plaatst hij zich in het eerbiedwaardige rijtje van figuren als Rosen, Pollini Helffer, Bruins en steeds meer Ralph van Raat die excelleren in zowel de klassieken als de modernen.) Beethoven klinkt zeer goed, zijn vertolking van Berg is de beste die ik van de sonate ken en in Boulez benadert hij zeer dicht Rosen en Helffer.

Het tweede opmerkelijke is de Pianosonate van Boulez. In voltooide vorm heeft het werk vijf delen, maar Boulez publiceerde er slechts twee. Dit is de eerste opname van een deel van een van drie ongepubliceerde, Antiphonie. Ik begrijp waarom Boulez het achter hield (de andere twee zijn iets sterker, met name Trope), maar deze cd heeft veel meer dan documentaire waarde. Hoe meer de Derde het tweelingbroertje is van de verbijsterende mix die de Tweede is, hoe beter Boffard speelt. In Berg overschaduwt de fin-de-siècle verfijning en sensualiteit de mentale woestenij, in Beethoven is Boffard iets meer een nette Fransman dan een romantische Duitser. Bij deze cd begrijpt men Boulez' opmerking ‘Je suis très germanique', zijn affiniteit met de Tweede Weense School en zijn marginale status in het Franse muziekleven tot in de jaren zestig.

Een kennismaking kan niet worden herhaald, maar wel worden verdiept. Voor zover ik weet heeft Boffard na zijn prettige tsunami niet meer in Nederland opgetreden. Na corona hoort zijn komst tot het nieuwe normaal.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links