CD-recensie
© Emanuel Overbeeke, juni 2022 |
Nelson Goerner is een uitstekende pianist, maar ik heb nooit goed de vinger kunnen leggen op zijn muzikale persoonlijkheid, iets dat ik binnen enkele maten wel kan bij Alicia de Larrocha, Radu Lupu, Martha Argerich, Ronald Brautigam en Denis Matsuev (dat ligt vast aan mij). Die indruk bleef ook na beluistering van zijn jongste cd. Het repertoire is verschrikkelijk goed en verschrikkelijk moeilijk, maar de virtuositeit van pianisten (en ook andere instrumentalisten) is de laatste decennia enorm gestegen, geen wonder dat in theorie de extreme virtuositeit niet meer een rem kan zijn op de persoonlijkheid. De praktijk is anders. De meest persoonlijke integrale opnames van Albeniz' Iberia zijn niet van twee recente pianisten die profiteren van de gegroeide virtuositeit, bijv. Goerner en Hamelin, maar van twee van de allereerste waarbij de pianistes (Larrocha en Loriod) het publiek willen en zullen bewijzen hoe uitzonderlijk goed deze stukken zijn. Die missiedrang mis ik enigszins bij Goerner, Helffer, Heisser en Ciccolini (Wayenberg had het wel, maar die nam helaas slechts twee van de vier boeken op). Terwijl en misschien wel doordat de virtuositeit enorm is gegroeid, klinken recente uitvoeringen minder inspannend en meer ontspannen. Ook de muzikaliteit is anders. Bij Loriod en Larrocha hoort men veel scherper het ritmische en klassieke keurslijf dat de inspiratie vormde voor deze cyclus. Goerner lijkt het meeste uit te zijn op schoonheid in kneedbare vorm, zeker als de lyriek in de melodieën het lijkt over te nemen van de ritmische regelmaat. Dat kan in theorie beter in een langzaam tempo, maar Goerners tempi zijn nauwelijks langzamer dan die van Larrocha en Loriod op hun snelst. Het geeft aan dat Goerner ook in hoge tempi zeer rustig kan spelen en dat hij bij alle lyriek de ritmiek niet uit het oog verliest. Dat voor elkaar krijgen in deze stukken is een enorme prestatie. Misschien ben ik te zeer gehecht aan mijn oude heldinnen Larrocha en Loriod om mij helemaal open te willen stellen voor de kwaliteiten van de jonge garde (ik hoop het niet), maar van de niet zovele opnamen van dit werk van na Larrocha (de extreme moeilijkheden blijven een enorm obstakel), is dit een van de beste - en ook een van de interessantste omdat Goerner het niveau van Larrocha bijna bereikt met een wezenlijk andere grondhouding. index |
|