CD-recensie

 

© Emanuel Overbeeke, april 2023

John Adams - Collected Works

Klik hier voor de inhoudsopgave

Nonesuch 075597932294 (40 cd's)

 

In 2019 ontving de Amerikaan John Adams (1947) de Erasmus-prijs, Nederlands meest prestigieuze cultuurprijs, bestemd voor personen (niet alleen Nederlanders) die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de Europese cultuur. In het juryrapport valt te lezen:

‘John Adams is one of the most frequently performed living composers. He receives the prize because he has created a new musical idiom by fusing elements from jazz, pop and classical music. According to the jury, Adams has made contemporary classical music “communicate” again, important at a time when this genre has increasing difficulty in finding a following. Moreover, Adams often addresses social themes in his work, something he sees as the artist's duty. What distinguishes him furthermore, is the humanistic nature of his themes. Adams is not just a great conductor and composer, he is also a writer who reflects on the social function of classical music. Thus, he calls attention both musically and intellectually to the importance of classical music in our time, reflecting the Erasmian principles that the Foundation seeks to uphold.'

Deze erkenning is om diverse redenen opmerkelijk. Ten eerste is het de eerste in vele jaren voor een musicus – eerdere winnaars waren Mauricio Kagel (die de prijs eind jaren negentig in tweede instantie kreeg, want in eerste instantie was die toegekend aan Pierre Boulez die er vind ik veel meer recht op had), Bernard Haitink, Nikolaus Harnoncourt, Gustav Leonhardt en Olivier Messiaen. Gelet op het criterium een wezenlijke bijdrage aan de cultuur van onze tijd zijn Leonhardt en Harnoncourt vanzelfsprekende keuzen: baanbrekende figuren met een bijdrage aan onze cultuur van de orde van Boulez en is Haitink de magistrale verdediger van een repertoire dat een kern is van de Europese cultuur. Messiaen is een geweldige componist, veel beter dan Kagel.

Ten tweede ging de prijs naar een Amerikaan. In een documentaire over zijn opera-oratorium El Nino vertelt Adams dat hij als muziekstudent in de jaren zestig, weliswaar vertrouwd met de Europese avant-garde van dat moment, zijn inspiratie niet zozeer zocht in de muziek van overzee maar bij de Amerikaanse minimal music en de populaire muziek van landgenoten. Zijn composities van rond 1980 staan nog duidelijk onder invloed van de minimal music, maar in latere jaren wordt deze collectieve stijl meer en meer onderdeel van zijn persoonlijke stijl waarmee hij staat tussen twee continenten en daarmee twee culturen. Veel van zijn muziek heeft een energie die veel Europeanen Amerikaans zullen noemen en een rijkdom die veel Amerikanen waarschijnlijk Europees zouden vinden. (Ik realiseer mij nu dat ik deze clichés over de culturen ook tegenkwam in 1984 toen ik aan de overkant studeerde en dat ze voor een deel nog steeds opgeld doen, zo hardnekkig zijn ze blijkbaar.)

Ten derde is het opmerkelijk dat uitgerekend van een Amerikaan gezegd wordt dat hij de Europese cultuur een impuls gaf door zeer te hechten aan communicatie, de integratie van genres en een humanistische agenda. Men gaat zich bijna afvragen: doen Europeanen dat niet of minder? In ieder geval anders. Adès, Saariaho, Lindberg, Loevendie, Rihm, Anderson, Thorvaldsdottir en Canat de Chizy, om slechts enkele Europese toppers te noemen, maken uitstekende muziek, maar realiseren communicatie, integratie en humanisme op een andere wijze dan Adams. De meeste zoeken geen contact met populaire muziek en hebben misschien een humanistische agenda, maar het veelgehoorde idee dat zij daarom niet of minder zouden communiceren is postmoderne prietpraat. Communicatie moet van twee kanten komen. (Dat het publiek bepaalde kunst niet begrijpt, ligt niet alleen aan de beleefde ontoegankelijkheid van die kunst maar ook soms aan geestelijke luiheid of conservatisme bij de toeschouwer.) Hun muziek heeft een karakter en een publiek dus communiceert, alleen anders dan Adams en andere componisten die bewust en expliciet aansluiting zoeken bij elementen uit de populaire cultuur. Het bijzondere van Adams is, vergeleken met de Europeanen, dat hij de culturen evenwaardig wil vinden terwijl zij lijken uit te gaan van de ‘hoge' Europese traditie en die willen verrijken met nieuwe elementen. Of dat verschil in openheid gradueel of fundamenteel is, weet ik niet helemaal. Feit is, dat Adams een veel groter bereik heeft, al ligt dat bereik denk ik nog steeds bijna helemaal binnen de hoge cultuur. Het juryrapport rept terecht van zijn wil contact te zoeken met andere culturen, maar de toenadering gaat denk ik nog steeds meer uit van de hoge dan van de lage cultuur. Zijn humanistische agenda is onmiskenbaar en zeer te prijzen, maar de hoge kwaliteit van zijn werk is zowel gunstig als ongunstig voor de verspreiding van zijn werk. Kwaliteit betekent soms eenvoud en soms complexiteit. Zijn zeggingskracht zit in simpele en ingewikkelde texturen.

De cd-box John Adams – Collected Works geeft een uitstekend overzicht van zijn ontwikkeling. Vrijwel alle grote werken zijn aanwezig, bovendien in schitterende uitvoeringen. Een uitgebreide beschrijving van de werken ontbreekt, maar dit gemis wordt ruimschoots gecompenseerd met boeiende essays in de tekstboeken. Liefhebbers van fraaie vormgeving worden bevredigd met reproducties van de oorspronkelijke hoezen. Bovendien is veel informatie over de muziek te vinden in twee zeer leesbare boeken die gelukkig nog beide eerstehands verkrijgbaar zijn: de autobiografie van de componist (Hallelujah Junction) plus de John Adams Reader met uitstekende en uiteenlopende teksten van diverse auteurs over meerdere composities. Voor veel zakelijke informatie kan men ook terecht op de website van de componist: earbox.com.

Adams' ontwikkeling is niet eenvoudig te beschrijven. Zijn vroegste werken met een zeer grote inbreng van minimal music zijn wat dat betreft veel eenvoudiger dan de latere. In de vroegere waaronder Phrygian Gates en Harmonielehre horen we de schijnbaar eindeloze herhalingen, de rol van modaliteit en de energie van opzwepende ritmen. Die energie plus de humor en compactheid van de beste musicals horen we in de latere 'songplay' I was Looking at the Ceiling and Then I saw the Sky (dat een soort opera is) en vooral de opera Nixon in China. In dat laatste stuk zijn de sporen van minimal music vooral te horen in passages die vaart moeten hebben. Wil Adams groots en majestueus uitpakken, dan maakt hij toespelingen op pathetische populaire cultuur waarvan hij vooral de compactheid en de vaart overneemt. In veel stukken van na 2000 maakt het grootse en majestueuze geleidelijk aan plaats voor meer pathetiek en soms pathos waarmee hij soms schuurt langs klassieke structuren waarin kleur en melodie belangrijker lijken dan ritme en melodie. De melodieën worden complexer en de ritmen veranderen: minder opzichtig in hun onregelmatigheid en minder pregnant en opzwepend. Met name in de opera's en de theatrale composities, genres waarmee Adams een grote affiniteit heeft, is die verandering zichtbaar. De beste delen van die stukken zijn die waarin de vrouwelijke hoofdfiguren tegenstrijdige gevoelens bezingen. De operaliefhebber zal het vast betreuren dat we in deze box de opera's wel kunnen horen maar niet zien, maar daar staat tegenover dat de opera's een sterk symfonisch karakter hebben: zijn eerste opera Nixon in China schreef hij op relatief late leeftijd en bij de Nederlandse première eind jaren tachtig verklaarde hij dat hij vooral streefde naar een muziek vol lange lijnen en grote demonstratieve bewegingen (met als grote tegenvoorbeeld de atonale en dodecafonische stukken van Anton Webern). De verandering is goed te horen aan de opera Doctor Atomic. Uit deze opera distilleerde Adams ook een symfonie; bij Nixon in China was dat niet nodig omdat die opera al sterk symfonisch is.

Terwijl zijn muziek klassieker en complexer wordt en daarmee in theorie voor een kleiner publiek, is de praktijk anders, om twee redenen. Met de jaren raakten musici steeds meer vertrouwd met zijn muziek. Is in de vroegste opnamen Adams vaak nog dirigent in eigen werk (met als gunstige uitzondering Edo de Waart die veel van Adams heeft uitgevoerd), met de jaren hebben meer en meer vooraanstaande musici zijn werk gespeeld, ook musici wier 'core' repertoire niet in de twintigste eeuw ligt zoals Emmanuel Ax en Christoph von Dohnanyi. Hun benadering van Adams' muziek is in wezen dezelfde als die van de mensen die veel meer hedendaagse muziek spelen, zoals Kent Nagano, Nicolas Hodges, Esa-Pekka Salonen en David Robertson. Dat geeft aan dat voor beide typen musici greep op de architectuur minstens belangrijk is als het karakter. Voor de breedte van zijn muziek pleit ook dat zijn muziek aanvankelijk het domein was van Amerikaanse musici en dat met de jaren steeds meer buitenlanders zijn werk brengen, ook buiten deze cd-box. Op 3 juni aanstaande dirigeert Adams in Amsterdam in de NTR ZaterdagMatinee The death of Kinghoffer.

Van Adams wordt gezegd dat zijn muziek velen aanspreekt omdat hij voor zijn opera's vaak een hedendaags onderwerp kiest. Het zal zeker een rol spelen, maar deze ‘eigentijdse composities' danken hun succes volgens mij mede zo niet meer aan de muziek waarin hij moderne en traditionele elementen combineert. Oorzaak van het succes is ook dat deze composities weliswaar een actueel onderwerp hebben met een ethische lading, maar dat ze uitstekend kunnen worden genoten zonder die lading te kennen of partij te kiezen; de moraal raakt daardoor niet op de achtergrond, zoals zijn critici beweren, maar het verhaal wint aan diepgang door de kunst. Neem zijn Transmigration of souls, Adams' muzikale commentaar op de aanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington. Als mens was hij uiteraard geschokt, maar hij woonde in Californië en kende geen van de slachtoffers persoonlijk. De Pool Penderecki maakte naar aanleiding van de bom op Hiroshima een klaagzang waarin het verdriet er zeer dik bovenop ligt. Adams, nota bene inmiddels een full-blooded operacomponist, koos voor een meer discrete reactie: een prachtig werk voor koor en orkest dat ook zonder kennis van deze vreselijke aanleiding stand houdt en zelfs iets van een catharsis teweeg kan brengen. Die keuze voor de kunst ter wille van een niet opgelegde moraal is voor een deel de kracht van zijn werk. Hij maakt kunst, geen ondubbelzinnige propaganda. De zo men wil brede propaganda zit in de esthetiek. Neem de opera Doctor Atomic. De anekdote heeft alles te maken met de ontwikkeling van de atoombom, kortom een tijdgebonden gegeven. Het meer tijdloze element is de botsing van karakters, of beter, personen die staan voor een keuze in een situatie die ze niet in de hand hebben. Mensen kunnen in hun situatie de ander amper beïnvloeden, wat tot ongemak leidt bij iedereen. Wie eenmaal nieuwe technieken in de wereld heeft gezet, kan niet meer terug naar de wereld zonder, terwijl de mens daarentegen vaak blijft wie hij was.

Ook in muzikaal opzicht is er gelaagdheid. Men hoort in de opera voortdurend verwijzingen naar geleende elementen, met name in de gestiek van de vocalisten, de inzet van de instrumentatie ter wille van de frasering, de vaak meer onderhuidse dan zichtbare aanwezigheid van een puls, de aanwezigheid van centra in de harmonie, terwijl slechts zelden sprake is van een klassieke tonaliteit en een melodiestijl met cesuren (die niet altijd goed hoorbaar zijn). Kortom, dit is muziek voorbij het modernisme, maar ook ondenkbaar zonder dat modernisme. Als Adams dat niet erkent in zijn woorden, dan wel in zijn noten.

Hoewel Adams met zijn woorden het modernisme bekritiseert, is hij in zijn muziek gelukkig niet een stereotiepe antimodernist die fel en dogmatisch de voorgangers te lijf gaat. Hij is veeleer een multiculturalist die zich open stelt voor vele invloeden met als resultaat niet een mix van stijlen maar een persoonlijkheid. Omdat die persoonlijkheid ondanks het lastig benoembare onmiskenbaar en overtuigend is, is het niet verwonderlijk dat hij weinig navolgers heeft. Als hij die heeft, dan meer in de houding dan in de middelen. Zijn agenda (en hij volgt de wereld op de voet) zit evenzeer in de kunst als in de boodschap. En wanneer je zo'n agenda jarenlang zo brengt, kom je in aanmerking voor de Erasmus-prijs. Deze box maakt duidelijk waarom.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links