Debussy: Pour le piano – Estampes (1903) – l’Isle joyeuse (1904) – Clair de lune
Szymanowski: Prelude en fuga in cis (1905-09) - Sonate nr.1 in c, op.8 (1903-4)
Rafal Blechacz (piano)
DG 477.9548 • 67' •
Opname: Friedrich Ebert Halle, Hamburg, januari 2011
Rafal Blechacz (1985) is voor mij één van de weinige jonge pianisten die er momenteel echt toe doet. Sinds hij in 2005 hét Chopin-concours in Warschau won is hij rustig zijn weg gegaan, heeft veel gestudeerd en relatief weinig concerten gegeven. Zijn recitals zijn altijd interessant en hij pakt zijn publiek puur met muzikale middelen. Uiterlijkheden zijn hem totaal vreemd.
Dit is pas zijn vierde cd bij DG maar net als de drie voorafgaande is ook deze weer van een uitmuntende kwaliteit. In zijn spel en muzikaliteit doet hij sterk denken aan die andere Poolse pianist die ooit het Chopin-concours won: Krystian Zimerman. Evenwichtige uitvoeringen met een prachtige klank die in alle stemmen perfect in balans is. Een superieure techniek in dienst van de muziek: het ideaal van velen dat slechts voor enkelen is weggelegd. En net als Zimerman munt ook Blechacz uit in componisten die gebaat zijn bij helderheid én een groot kleurenpalet: Chopin, Debussy en ook Szymanowski.
De hyperromantische Eerste Sonate (1903-4) van Karol Szymanowski laat ons een componist horen die binnen de vorm van de klassieke sonate zowel de (late) Beethoven als Chopin eert maar ook de klankwereld van Skrjabin en Reger binnensluipt.
Het heroïsche eerste deel is hemelbestormend maar mede door de adembenemende uitvoering van Blechacz (het klinkt bij hem echt speelbaar!) die altijd overzicht houdt en nergens inzakt denk je dat je naar een meesterwerk zit te luisteren. Overal en altijd blijft zijn betoog helder en duidelijk.
De twee middendelen zijn minder memorabel: een mooi langzaam deel (veel Chopin) en een Menuet (!) dat zo uit de elfjeswereld van Edvard Grieg lijkt te komen!!
De Finale: Introductie en Fuga pakt dan de draad van het eerste deel weer op. Eerlijk gezegd denk ik dat het in handen van menig ander pianist gewoon een draak van een stuk zou zijn maar Blechacz houdt de teugels strak en weet de zwaar chromatische Regeriaanse Fuga in goede banen te leiden. De C-groot apotheose is dan echt iets té maar zelfs die verkoopt hij met verve!!
De werken van Debussy, uit grofweg dezelfde periode als die van Szymanowski, zijn zeer verschillend. Estampes is oriëntaals-impressionistich maar Pour le piano en L’isle joyeuse moeten het hebben van helderheid en een soort klavecinistische virtuositeit. Voor Blechacz vormt dit geen enkel probleem. Hij schakelt moeiteloos over.
Pour le piano is Debussy’s eerste meesterwerk voor piano en de drie delen zijn duidelijk beïnvloed door zijn liefde voor Bach, Rameau en Couperin.
Blechacz’ technisch meesterschap blijkt uit de manier waarop hij de hondsmoeilijke Toccata speelt. Waar menigeen tevreden is ongeschonden aan het eind te komen (en dat zijn heel wat grote pianisten) laat Blechacz van alles horen wat anders onder tafel valt. Zijn beheersing is daarbij verbijsterend. Hij schudt de noten uit zijn mouw. Zijn tempokeuzes zijn exact goed: de Sarabande is statig maar niet slepend, de Prelude precies snel genoeg en in de genoemde Toccata is zijn hoge tempo zeer opwindend mede doordat echt alles hoorbaar is. Bravo!!
De drie Estampes krijgen ook een goede uitvoering al heb ik de Pagodes wel eens oriëntaalser gehoord en La soirée dans Grenade zou zeker sensueler en bedwelmender kunnen. In de Jardins sous la pluie mist Blechacz op de laatste twee bladzijden bewust of onbewust de aanwijzing en animant jusqu’à la fin, sterker nog, hij neemt het tempo terug waardoor het eind qua timing niet lukt. Jammer!
Enige echte minpuntje in dit recital is l ’Isle joyeuse waarin de snelheid het wint van de expressie. Hier had af en toe best even wat adem ingeblazen kunnen worden en had de fantasie hem kunnen verleiden tot wat meer rubati. Als toegift staat dan Clair de lune uit de Suite Bergamasque op de cd. Betoverend.
Als u er nog aan kunt komen luister dan ook eens naar de cd met Sonates van Haydn, Mozart en Beethoven van Rafal Blechacz: beter kun je drie klassieke sonates niet spelen op een vleugel!