CD-recensie

 

© Bas van Westerop, september 2009

 

 

Bacewicz: Vioolconcert nr.1 (1937) - nr.3 (1948)  - nr.7 (1965) - Ouverture (1943).

Joanna Kurkowicz (viool),  Pools Radio Symfonie Orkest Warschau o.l.v. Lukasz Borowicz.

Chandos CHAN 10533 • 64' •

 

 


Grazyna Bacewicz (1909-1969) was een Poolse componiste en violiste die nu eindelijk de aandacht begint te krijgen die ze verdient: haar grote oeuvre is van een constant hoog niveau en is altijd zeer aantrekkelijk geschreven voor de uitvoerenden.

Binnenkort verschijnt op Deutsche Grammophon een cd met haar twee Pianokwintetten én de Tweede pianosonate, met niemand minder dan Kristian Zimerman als pianist.

Een korte biografie

Grazyna Bacewicz werd honderd jaar geleden geboren in Lódz, kreeg haar eerste viool- en pianolessen op haar vijfde jaar van haar vader en gaf haar eerste concerten (als wonderkind) op haar zevende. Haar eerste composities schreef ze op haar dertiende (Vier Préludes voor piano) en al snel ging ze naar het conservatorium in Warschau waar ze viool, piano én compositie studeerde en in 1932 met hoogste onderscheiding afstudeerde. Voor haar eindexamen componeerde ze een Cantate (1932), een Strijkkwartet, een Sinfonietta (1929) en een Vioolsonate.

 
  Grazyna Bacewicz in de jaren dertig

Karol Szymanowski adviseerde haar om in Parijs verder te studeren en zo kwam ze terecht in de beroemde compositieklas van Nadia Boulanger. Ondertussen studeerde ze ook nog viool bij André Touret en later bij de veeleisende Carl Flesch!

Het was in Parijs dat Bacewicz haar neoklassieke idioom ontwikkelde waarin ze later zoveel composities zou schrijven. Daarna begon een intensieve carrière als violiste en componiste. Ze was concertmeester bij de Poolse Radio maar maakte ook solotournees door Europa. Tijdens de oorlog woonde en werkte ze in Warschau waar ze illegale concerten organiseerde ondermeer om nieuwe composities te kunnen laten horen.

Na de oorlog bleef Bacewicz, ondanks toenemende controle van de communistische regering, gewoon doorwerken, nu ook als viooldocent in haar geboorteplaats Lódz. Geleidelijk begonnen haar prioriteiten echter meer en meer naar het componeren te verschuiven. Na een vreselijk auto-ongeluk in 1954 waarbij ze zwaar gewond raakte werd het componeren echt hoofdzaak: als violiste was ze daarna alleen nog actief in de jury's  van grote vioolcompetities.

Een enorme hoeveelheid prijzen die haar zowel in binnen- als  buitenland werd toegekend, had er ondertussen voor gezorgd dat haar naam bekend werd over de hele wereld. Haar Concert voor strijkorkest (1950), Vierde Symfonie (1953), Derde Vioolconcert (1948) en vooral de Muziek voor strijkers, trompetten en slagwerk (1959) waren werken die regelmatig werden uitgevoerd.

Na 1956 zette er in het Oostblok ook een muzikale dooi in en door het intensievere contact met het Westen ontwikkelde Bacewicz langzamerhand een nieuwe eigen stijl waarin zij componeerde met klankkleuren en verschillende timbres. Haar laatste werken, waaronder Pensieri Notturni (1961), het Zevende Vioolconcert (1965) en haar ballet Verlangen (1967) zijn voorbeelden hiervan. Bij haar dood in 1969 liet ze een groot oeuvre na van meer dan tweehonderd composities waaronder vier symfonieën, tien soloconcerten, zeven strijkkwartetten, liederen en sonates voor viool en piano. 

Bacewicz' orkestratie is altijd helder ("Frans"): blazers treden vaak solistisch naar voren en de grote transparantie maakt haar werken licht. Ze stelde dat er in een compositie "genoeg lucht moet zitten" omdat de luisteraars anders "verstikt werden door grote klankmassa's."

Het Eerste Vioolconcert: een klein juweeltje

Het Eerste Vioolconcert (1937) schreef Bacewicz in de tijd dat ze concertmeester was van het Groot Pools Radio Orkest. Ze speelde zelf de première onder leiding van de legendarische Poolse dirigent Gregorz Fitelberg maar vervolgens bleef het werk 60 jaar onuitgegeven liggen. Het is een verbluffend leuk en speels concert met een zeer sterk middendeel.

In zijn compactheid (het duurt nog geen 13 minuten) doet het werk sterk denken aan de concerten van Kabalevsky die ook zo graag in een neoklassieke taal componeerde. Maar duidelijker zijn de stijlinvloeden van Szymanowski en Bartok.

Dat Bacewicz niet wars was van originele ideeën blijkt al meteen bij het begin: het stuk opent (!) met een solocadens die als een recitatief leidt naar het eerste Allegro waarin de afwisselend motorische en lyrische passages nog het meest aan Prokofjev doen denken.  

Het langzame deel bezit een zeer persoonlijke diepgang met een prachtige openingscantilene in de soloviool die tegen het einde in een huiveringwekkende begeleiding van flageoletten terechtkomt. Het laatste deel is een heerlijk flitsend virtuozenstuk waarin de solist naar hartenlust kan schitteren.

Het Derde Vioolconcert (1948): een volwassen concert

Het Derde Vioolconcert blijkt qua vorm veel traditioneler en qua inhoud veel rijper. De jeugdige overmoed is verdwenen en in plaats daarvan is er veel meer bezinning en vormbesef: de drie delen zijn prachtig in evenwicht, de ideeën worden goed uitgewerkt.

Het eerste deel begint met een "er was eens"-opening in het orkest. De solist vervolgt met een prachtige melodie en er volgt een klassieke sonatevorm met cadens (en een verkorte reprise). Szymanowski en weer Prokofjev zijn de namen die te binnen schieten maar er is duidelijk ook een eigen taal.

Het langzame middendeel is betoverend met zijn "Oosterse" melodieën en kruidige chromatische loopjes. De geuren en kleuren bedwelmen de luisteraar bijkans! Deze typische melodische lijnen stammen uit het Poolse Tatra gebergte waar ook Szymanowski meer dan één thema "leende" van de bergbewoners. Als slotdeel volgt daarna een wervelende Oberek  (een snelle Poolse dans).

Het Zevende Vioolconcert (1965): een meesterwerk?

In het  Zevende Vioolconcert heeft de componiste een nieuwe, eigen taal gevonden (of mocht ze toen eindelijk in een andere taal spreken?). Er zijn nog steeds drie delen maar het geheel maakt nu een meer doorgecomponeerde indruk. De nadruk valt veel meer dan voorheen op timbres, kleuren, effecten. Het slagwerk heeft, mede daarom, een prominente rol.

 
  Grazyna Bacewicz in de jaren zestig
   
   

Het openingsdeel is quasi improviserend (Tempo mutabile!) en werkt toe naar een prachtige cadens van meer dan twee minuten waarmee Bacewicz een klein meesterwerk componeert. Als onafhankelijk vioolstuk zou deze cadens zeker boeien, in de context van dit deel is het een prachtig hoogtepunt.

Het lange middendeel is een ijzingwekkende Nachtmusik vol flageoletten, ponticello-effecten en glissandi tegen een achtergrond van zacht slagwerk. Bloedstollend spannend met af en toe felle uithalen. Gidon Kremer, Janine Jansen, dit ligt te wachten op jullie! Een zeer virtuoze Toccata vol adembenemende violistische hoogstandjes besluit dit zeer interessante concert.

De conclusie dat (om uit het boekje te citeren): "dit werk op hetzelfde artistieke niveau staat als de concerten van Szymanowski, Berg en Dutilleux" is gewaagd maar misschien wel terecht. Daarvoor zou het werk ook door andere violisten gespeeld moeten worden en ook in de zaal vaker te horen moeten zijn.

De neoklassieke Ouverture uit 1943 waarmee de cd afsluit(!) is kort, interessant en zeer effectief maar voegt verder weinig toe aan dit interessante programma met drie vioolconcerten.

Conclusie

Alle uitvoeringen op deze cd zijn bijzonder goed en bevlogen. De soliste was duidelijk buitengewoon betrokken bij dit project (dat blijkt al uit haar zeer lezenswaardige toelichting) en het feit dat er voor de opnamen negen dagen (!) werden uitgetrokken geeft al aan dat ook Chandos  er alles aan deed om hier een geweldig succes van te maken! De Poolse technici hebben voor prachtige, heldere en doorzichtige opnamen (gemaakt op 21-24 oktober 2008  en 2-6 februari 2009)  waarop niets is aan te merken.

Joanna Kurkowicz zou ik graag eens in de al eerder genoemde concerten van Szymanowski willen horen: op deze cd overtuigd zij met een sublieme techniek, prachtige toon, zeer gevarieerde kleuren en een voordracht die gewoon tot luisteren dwingt. En dat vind ik in deze razend lastige concerten een buitengewone prestatie.

Deze cd is dus een winnaar in alle opzichten:  prachtig, onbekend repertoire in sublieme uitvoeringen op een prima opgenomen cd met verhelderende toelichtingen. Kopen dus!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links