CD-recensie
© Basia Jaworski, november 2022 |
Het vocale oeuvre van Benjamin Britten is vrijwel onlosmakelijk verbonden met één zanger, Peter Pears. Jarenlang waren ze partners zowel in de kunst als in het dagelijks leven. Voor Pears componeerde Britten zijn liederen en opera's, en met diens stem in zijn hoofd maakte hij arrangementen van Engelse volksliedjes. Het valt dus niet mee, zeker voor een Engelse tenor, om hier iets nieuws en eigens aan toe te voegen zonder in extremen te vervallen. Daar is Robert Tear kampioen in geweest, maar ook Philip Langridge, Anthony Rolfe-Johnson en John Mark Ainsley konden er wat van. Ook James Gilchrist is het prototype van een Engelse tenor. Zijn stem is zoetig en een beetje droog, net op de grens van karaktertenor en lyrico. De medeklinkers worden door hem sterk geprononceerd zonder dat het opdringerig wordt en hij speelt mooi met de tekst. Het past ook bij deze liederen. Dat ik niet onverdeeld enthousiast ben over de uitvoering ligt aan Gilchrists lage noten, die klinken iets te baritonaal. Op zich niet erg, maar ik hoor wel een breuk tussen beide registers. Anna Tilbrook is een 'afwezige' begeleidster - zij geeft alle ruimte aan de tenor over, maar misschien ligt het aan de opname. De op dit album samengebrachte liederen stammen uit de periode 1937-1947. Britten was 24 toen hij de cyclus On this Island componeerde. In 1947 was hij nog steeds een jonge man, maar door wat er in die jaren gebeurde, was hij al 'vroegoud volwassen'. index |
|