|
CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2021
|
Light in Darkness - Mieczyslaw Weinberg
Weinberg: Pianotrio op. 24 - Sonate voor twee violen op. 69 - Two songs without words (voor viool en piano) - Sonatensatz II WoO (voor viool en piano)
José Gallardo piano), Linus Roth, Janusz Wawrowski (viool), Danjulo Ishizaka (cello)
Evil Penguin EPRC 0044 • 63' •
Opname: sept. 2020 & mei 2021, Ochsenhausen (D)
|
|
|
Het verhaal gaat dat Sjostakovitsj de strijkkwartetten van Weinberg beter vond die van hemzelf. Het is de zoveelste uitspraak die met onzekerheid is omgeven, maar wat we er wel van kunnen zeggen is dat beide meer overeenkomsten dan verschillen aan de dag leggen. Wat overigens net zoveel zegt als dat bloemkool en spruiten tot de groentesoorten worden gerekend.
Waarbij het wel treffend is dat in tegenstelling tot de muziek van Sjostakovitsj die van Weinberg tot in het begin van de jaren negentig althans in het Westen niet of nauwelijks aandacht kreeg en dus feitelijk lang op (her)ontdekking moest wachten. Dankzij Sjostakovitsj
De Poolse jood Weinberg, na aan de alom dood en verderf zaaiende nazi's te zijn ontkomen, zocht geborgenheid in wat zijn nieuwe vaderland zou worden: de Sovjet-Unie, waar hij al vrij snel als pianist en componist furore wist te maken. Met veel dank aan Sjostakovitsj overigens, die inmiddels wel al een aanzienlijke status had verworven en in Weinberg een aanstormend groot talent zag. Echter, zoals zoveel kunstenaars in die tijd viel ook Weinberg ten prooi aan de tirannie van Stalin en diens trawanten, de alom vertegenwoordigde en zich overal ingenestelde apparatsjiks die, op zoek naar (veelal vermeende) tegenstanders hun niets ontziende klauwen uitsloegen naar degenen die werden verdacht en vervolgens beschuldigd van 'formalisme', met daarbij de joodse intelligentsia als een van de eerste mikpunten.
Slachtoffer
Wat voor invloed heeft dat op Weinbergs maatschappelijke en muzikale ontwikkeling gehad? Het beeld dat opdoemt is dat van Weinberg als een van de talloze slachtoffers die vrijwel dagelijks met het heersende antisemitisme en de maar niet aflatende repressie werden geconfronteerd, met vaak als eerste voorbode dat zij door partij-ideologen als Fadejef en Zjdanov stevig 'op hun nummer werd gezet', hun muziek van het podium werd geweerd en ze als kunstenaar feitelijk vleugellam werden gemaakt.
Rode draad
Ook Weinberg wachtte dit lot. Hij kon wel thuis blijven componeren, maar zijn muziek zelf of door anderen laten uitvoeren? Hoogstens in zéér besloten kring en dan nog met uiterste voorzichtigheid, want overal waren er verklikkers, zelfs binnen de eigen kringen. Als een rode draad door deze naargeestige omstandigheden liep het Joods Anti-Fascistisch Comité, dat als staatsvijand gold omdat dit het idee had gelanceerd om van de Krim (nu nog steeds een kruitvat van tegenstrijdige belangen!) een zelfstandige joodse republiek te maken. Natuurlijk was dit tegen het zere been van het Kremlin: iedere poging om de Krim los te weken van de Sovjet-Unie moest tot iedere prijs worden voorkomen, met als direct gevolg dat het omvangrijke staatsapparaat met zijn voelhorens tot in de haarvaten van de samenleving geen poging onbenut liet om de toch al heersende anti-joodse sentimenten zoveel mogelijk aan te wakkeren. En aangezien veel Russische kunstenaars van joodse origine waren werden zij er al spoedig het slachtoffer van.
Begaafd
Het komt Sjostakovitsj zeker toe dat hij zich tegen de wassende kritiek op Weinberg publiekelijk verzette, onder meer tijdens een van de vele vergaderingen van de Componistenbond. Zij het niet wat betreft de persoon Weinberg, maar wel diens muziek die hij kwalificeerde als van belang en verwachtingsvol, geschreven door een begaafde componist. Al was er wel een niet mis te verstane adder onder het gras: zijn 'aanbod' om Weinberg bij zijn verdere muzikale ontwikkeling 'kritisch te begeleiden' (alsof dit überhaupt nodig zou zijn). Tussen de regels door: om hem aldus de weg te wijzen naar een muzikale ontwikkeling die de toets der 'kritiek' (zoals meestal in eerste aanleg geleverd door de Componistenbond) kon weerstaan. Wat overigens niet kon verhinderen dat de nieuwbakken 'leermeester' later, in 1948, zelf door diezelfde Componistenbond hevig onder vuur werd genomen, die zou uitmonden in een regelrechte, in het openbaar geuite boetedoening.
Goelag
De wegen van het Kremlin en zijn vazallen waren zowel grillig als ondoorgrondelijk, de maatregelen dienovereenkomstig en de effecten ervan voor degenen die ze troffen buitensporig. Dat de Componistenbond anders dan de Schrijversbond zelf zoveel mogelijk weg bleef van de zozeer gevreesde zuiveringen doet aan het naargeestige karakter ervan niets af. En te meer niet omdat veel musici toch in de goelag terechtkwamen en daar of crepeerden of daarvan mentaal en fysiek ernstig beschadigd terugkeerden, waarna ze zich verplicht opnieuw moesten vestigen in een door de autoriteiten daartoe aangewezen stad of dorp.
In ongenade
Grillig? Het kon gebeuren dat tijdens een bijeenkomst van de Componistenbond of in de Sovjetskaja Moezyka (het reguliere, eveneens onder censuur staande muziektijdschrift) de loftrompet over een bepaalde componist werd gestoken, of hem zelfs een of meerdere belangrijke onderscheidingen werd toegekend, om kort daarop in opdracht van hogerhand doodgezwegen te worden, de uitvoering van zijn werk werd verboden. Gewoon, omdat dit op dat onzalige moment nu eenmaal paste in Stalins 'antikosmopolitische' politiek.
'Aanklacht'
Waarom werd ook Weinberg gearresteerd? Alleen maar omdat hij van joodse afkomst was. De 'aanklacht' richtte zich op zijn in 1948 voltooide, vierdelige Sinfonietta, die volgens teveel joodse invloeden (volksmuziek) zou bevatten, daardoor gelijkstond aan een regelrechte uiting van 'joods nationalisme' en aldus 'anti-Sovjet'. Dit niettegenstaande het in eerste instantie gunstige oordeel over het werk van een van de meest vooraanstaande hardliners van diezelfde Componistenbond, Tichon Chrennikov, die het een uitstekende compositie had gevonden! Zo grillig kon het dus verlopen.
Dat een kleinigheid of zelfs niets je in de cel kon doen belanden ondervond dus ook Weinberg, die zonder nadere aankondiging werd gearresteerd en weggevoerd naar de beruchte Boetyrka-gevangenis in Moskou. De beschuldiging: joods burgerlijk nationalisme. Alleen al daarvoor kon je járen worden opgesloten of naar een onherbergzaam werkkamp worden gestuurd. Het kon zelfs nog voor aanzienlijk minder. Weinberg de jood die het Jiddisch nooit tot het zijne had gemaakt, maar wel het Pools en Russisch volledig beheerste. De geheime staatspolitie had er geen boodschap aan.
Moedige brief
Dat Weinberg kort na Stalins dood (de dictator overleed op 5 maart 1953 in zijn datsja in de omgeving van Koentsevo) alsnog werd vrijgelaten lijkt vooral op het conto van Sjostakovitsj te mogen worden geschreven, want hij had de moed om een brief ten gunste van Weinberg te schrijven aan het hoofd van de geheime politie, de alom gevreesde Lavrenti Beria. In die brief nam Sjostakovitsj het moedig voor zijn vriend op, memoreerde daarbij diens grote begaafdheid als componist en musicus, en legde er vooral de nadruk op dat in zijn beleving Weinberg zich uitsluitend met muziek en dus niet met politiek bezighield. Maar ook dat hij voor hem borg stond en Weinberg bovendien te kampen had met ernstige rugproblemen. Alsof dat nog niet genoeg was bracht Sjostakovitsj vervolgens een bezoek aan Vorosjilov, de voorzitter van de Opperste Sovjet, om ook bij hem nog eens uitdrukkelijk te pleiten voor vrijlating van Weinberg. Wat nu precies de doorslag heeft gegeven blijft ongewis, maar het was wel deze Vorosjilov die de opdracht tot vrijlating gaf, waarna Weinberg op 23 april 1953, na ruim drie maanden in hechtenis te hebben gezeten, de zon weer kon zien en voelen.
Tegenstelling
Voor Weinberg had de na de dood van Stalin geleidelijk en dan nog mondjesmaat intredende 'dooi' slechts beperkte betekenis. Hij trok zich terug op zijn eigen veste, componeerde nog maar nauwelijks. Gedwee nam hij wel opdrachten aan van de Componistenbond, bestaande uit propagandistisch werk afgewisseld door (teken)film- en circusmuziek, waarmee hij overigens veel succes oogstte. Het merkwaardige daarbij was dat die muziek zelfs veel bekender werd dan de naam van de componist. Het pakte ook uit als een grote tegenstelling: die opgewekte film- en circusmuziek versus de zwaarmoedige, zelfs uiterst sombere klanken zoals die uit zijn overige oeuvre opwellen en waaruit vooral een uiterst getergd leven naar voren komt. Dat zijn financiële omstandigheden in die tijd zeker niet ongunstig waren (hij verdiende een aardige duit met zijn populaire muziek) maakte hem nog geen gelukkig mens.
Olympia
In de loop van februari 1956, onder het bewind van de nieuwe partijleider Chroesjtsjov, mocht de 'dooi' dan een nieuwe fase zijn ingegaan en culturele uitwisseling met het vrije Westen mogelijk zijn geworden, dat betekende nog niet dat de muziek van Weinberg daardoor in West-Europa aan betekenis won. Eerst in het begin van de jaren negentig kwam die, eerst aarzelend, op gang dankzij het Britse muzieklabel Olympia dat in het daaropvolgende decennium veel muziek van Weinberg uitbracht. Het bleek tevens de motor voor Weinbergs naamsbekendheid als Pools-Russische componist van joodse origine. Het kwam er zelfs van dat zijn werk dan eindelijk meer en meer werd gespeeld op de vele concertpodia, het aantal westerse musici groeide dat het publiek ermee in aanraking bracht. Voor Weinberg zal het nauwelijks betekenis hebben gehad: het was voor hem gewoonweg te laat. Hij leed al geruime tijd aan ruggenmerg-tbc, kampte daarbij voortdurend met allerlei tegenslagen (ook in zijn privéleven) en bracht, in eigen land vrijwel vergeten, zijn laatste levensjaren in grote eenzaamheid en somberheid door.
Bedlegerig
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in december 1991 en het spoedig daarop opheffen van de Componistenbond wachtte hem bovendien een groot verlies aan inkomsten, waarna tot overmaat van ramp ook nog die uit o.a. de film wegvielen (jonge, eigentijdse filmcomponisten genoten intussen bij de filmproducenten verreweg de voorkeur). Kommer en kwel, het hield maar niet op. Een jaar voor zijn dood was hij vrijwel onafgebroken bedlegerig, leed hij aan een ernstige vorm van aderverkalking en aan hartfalen. Op 26 februari 1996 overleed Weinberg in Moskou, hij werd 76.
Licht in de duisternis?
Deze verre van fortuinlijke levensgeschiedenis (die ik zo kort en bondig mogelijk heb willen schetsen, en waarvan de misère nog veel verder reikt) en de muziek die daarvan merendeels de onmiskenbare weerspiegeling vormt, wordt door de nogal merkwaardige titel van dit nieuwe album nogal dubbelzinnig weergegegeven: Light in Darkness. Want waar moet dat licht dan wel zijn oorsprong vinden? Al is dit ook grotendeels muziek met een sterk assertieve inslag en van een onweerstaanbare vastbeslotenheid, maar desalniettemin gedragen door somberte, wel of niet omgeven door een sardonische, zo niet sarcastische glimlach, een briljant getoonzet grimas, of een virtuoze uiting van joodse muzikale folklore in een gedaante die alleen zo vorm had kunnen krijgen. De wals als zwanenzang, de grillige basnoten als dramatische waarschuwing? De laatste maten, morendo, als stervensboodschap?
De andere betekenis die aan de titel mogelijk zou kunnen worden gegeven: dat het muziek betreft die is gecomponeerd in die zo donkere en mistroostige periode - en het is voorwaar niet de enige en zelfs niet de meest verschrikkelijke - in de uiterst beladen geschiedenis van de Sovjet-Unie. Uitgelezen vertolkingen
Maar laat ik het liever over deze uitvoeringen hebben, waarin zowel de grilligheid als schoonheid waaraan deze muziek zo rijk is, op sublieme wijze wordt belicht. Vertolkingen die ons werkelijk alle eigenschappen van Weinbergs kunst tot in detail openbaren en waarbij geen enkel blad voor de mond wordt genomen. Strikt helder, de uitgelezen spanningsbogen, de weerbarstige gestalten die zich openbaren, het geheel net zo meesterlijk gearticuleerd en gefraseerd, maar ook - heel belangrijk - soms langs de randen van een diepe afgrond, musiceren vanuit een nog nét beheersbaar risico, dit adembenemend discours vol spanning en avontuur, wat in menige studio-opname helaas eerder uitzondering dan regel is. Vier musici die hun technisch vocabulaire en muzikale inzichten geheel ten dienste hebben gesteld van een componist die niet minder verdient dan uitgelezen vertolkingen in een dito opname. Het is dé en misschien wel enige manier om deze vier stukken diep gelaagd expressief leven in te blazen.
|
|