CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2021


Carl Maria von Weber - Complete works voor piano and orchestra

Weber: Pianoconcert nr. 1 in C, WeV N. 9 - nr. 2 in Es, WeV N. 15 - Konzertstück in f, WeV N. 17

Ronald Brautigam (fortepiano), Kölner Akademie o.l.v. Michael Willens
BIS-2384 • 57' • (sacd)
Opname: november 2018, Deutschlandfunk, Kammermusiksaal, Keulen

   

Carl Maria von Weber (1786-1826), tijdgenoot van Beethoven en een gevierd pianist, was bepaald de enige niet die componeerde voor eigen gebruik, zoals blijkt uit de beide pianoconcerten en het Konzertstück in f. Dat Weber een virtuoze pianist moet zijn geweest blijkt met name uit het Tweede pianoconcert, dat meer nog dan het Eerste, aan Beethoven herinnert. Ze ontstonden vrij snel na elkaar: het Eerste dateert uit 1810, gecomponeerd in Mannheim en Darmstadt, het Tweede in de winter van 1811-12, geschreven in München en Gotha. Wat in dat Tweede pianoconcert met name treft zijn de onmiskenbare overeenkomsten met Beethovens 'Keizersconcert' (op. 73). Niet toevallig als we bedenken dat kort daarvoor Weber in het bezit kwam van de partituur van het werk. De overeenkomsten gaan dus aanmerkelijk verder dan de toonsoorten (Es-groot voor de hoekdelen, B-groot voor het langzame middendeel): ook het 'drama' is in het Tweede aanmerkelijk sterker vertegenwoordigd dan in het Eerste (dat juist meer naar de latere pianoconcerten van Mozart tendeert). Wat tevens opvalt is het sterk decoratieve karakter van de pianopartij ten opzichte van het orkest, met name in het subliem uitgewerkte Adagio. En evenals Beethoven wist Weber wat betreft de instrumentatie en orkestratie meer dan uitstekend de weg.

Het Konzertstück dateert van veel later: het werd pas voltooid in 1821, al moet Weber er al rond 1815 mee bezig zijn geweest, getuige zijn brief van 14 maart aan de muziekcriticus Friedrich Rochlitz:

'Ich habe jetzt ein Clavier Concert in F moll im Plan, da aber die Moll Concerte ohne bestimmte erwekende Idee beym Publikum selten wirken, so hat sich so ganz seltsam in mir unwillkührlich dem Ganzen eine Art Geschichte untergeschoben, nach deren Faden die Stükke sich reihen, un ihren Charakter erhalten'.

Was een fantasie wellicht zijn bedoeling? Weber voltooide het stuk uitgerekend op de ochtend van 18 juni 1821, de dag dat zijn Freischütz in Berlijn in première ging. Hij voerde het die ochtend ook voor het eerst uit, met zijn vrouw Caroline en zijn leerling Julius Benedict als dankbaar publiek. In het cd-boekje is het 'programma' opgenomen dat Weber voor het stuk had bestemd, uit het geheugen opgetekend door Benedict (waar het in eerste instantie bij is gebleven: Weber vond het geen goed idee om het mee te laten drukken in de partituur, al kwam daar later verandering in). Wat uit die toelichting zonneklaar blijkt is dat het Konzertstück een soort 'opera zonder woorden' is geworden, waarin de verschillende rollen keurig zijn aangeduid. Maar evengoed kan men die 'ballast' achter zich laten het werk gewoon beschouwen als een doorgecomponeerd vijfdelig pianoconcert of zelfs als symfonisch gedicht met obligate pianopartij. Conceptueel kan het voor Liszt als voorbeeld hebben gediend voor diens beide pianoconcerten (hij speelde overigens regelmatig Webers pianoconcerten en het Konzertstück).

Het is helaas een feit dat deze drie werken van Weber in het geheel niet of slechts zelden in de concertzaal te horen zijn. En dit ondanks de inventiviteit, het kleurrijke orkestratie, briljante karakter en de subtiele schrijfwijze, zij het dat ze geen van drieën het niveau van Beethovens concerten halen.

Men kan er lang en breed over twisten of deze concerten het beste tot hun recht komen met op de voorgrond de fortepiano en het beperkt gehouden strijkerskorps, maar wie deze aanpak is toegedaan (en ik behoor er zeker toe) kan schier eindeloos genieten van Ronald Brautigams uitgesproken klassieke benadering, waarin strikt heldere articulatie, ritmische precisie en dynamische proportionaliteit de marsroute aangeven, bijgestaan door de Kölner Akademie die onder leiding van Michael Alexander Willens iedere denkbare punt en komma het juiste gewicht meegeven. Geen wonder eigenlijk, want solist, dirigent en orkest werken al jaren uiterst vruchtbaar samen. De fortepiano is uit de stal van Paul McNulty, in 2007 vervaardigd naar een Conrad Graf uit ca. 1819, uitgerust met vier pedalen en een moderator, met een toonbereik van CC tot f4. Graf leverde in die tijd veel van dergelijke instrumenten, onder andere aan Beethoven, Chopin, de beide Schumanns, Liszt, Mendelssohn en Brahms. In de stereo-modus beviel mij de klank het beste, maar dat kan bij u uiteraard anders zijn: het is zowele een kwestie van akoestiek als van instellingen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links