CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2024 |
<iframe style="border-radius:12px" src="https://open.spotify.com/embed/album/1QZ2c7U7PanjyJ0kfk7wyP?utm_source=generator" width="100%" height="352" frameBorder="0" allowfullscreen="" allow="autoplay; clipboard-write; encrypted-media; fullscreen; picture-in-picture" loading="lazy"></iframe> Van Vivaldi's ‘evergreen' Le quattro stagioni is het aantal opnamen niet of nauwelijks nog bij te houden. Het is uitgegroeid tot een van de meest bekende en opgenomen muziekstukken binnen het klassieke repertoire (volgens sommige statistici zelfs het meest opgenomen). Wie al die uitvoeringen wil verzamelen (en ze zullen er ongetwijfeld zijn) moet rekenen op monnikenwerk. En daarbij blijft het niet, want er komen nog steeds nieuwe opnamen bij, alsof op dit front niet álles reeds is ‘gezegd'. De eerste opname van De vier jaargetijden gaat terug naar het donkere oorlogsjaar 1942, met in de studio het Orchestra dell'Academia Nazionale di Santa Cecilia onder leiding van Bernardino Molinari, oorspronkelijk uitgebracht op het Cetra-label. Er waren toen maar liefst zes dubbelzijdige 78toeren-schellakplaten voor nodig! In 1950 verscheen het werk op de veel handzamer lp en later ook op cd in een geremasterde versie. In datzelfde jaar verscheen nóg een opname, met als solist Louis Kaufman, op het label Concert Hall. Het was vooral deze release die de appreciatie voor Vivaldi's muziek pas goed vleugels gaf. Wie er nu naar luistert moet misschien even slikken, maar toch is de afstand tot de eind jaren zestig geleidelijk in zwang geraakte historiserende uitvoeringspraktijk minder groot dan misschien gedacht. Was het in eerste aanleg Vivaldi's instrumentale muziek die dringend aan een ‘revival' zo niet herontdekking toe was, later volgden zijn vele vocale religieuze werken en opera's. Ook daarin was sprake van een duidelijk onderscheid tussen meer of minder populair, maar Nisi Dominus RV 608 en het Stabat Mater RV 621 stonden bovenaan menig verlanglijstje. Geen wonder dus dat er van deze beide werken vele opnamen bestaan, maar dit nieuwe album is zeker welkom om vier redenen: het verbeeldingsvolle aandeel van de Italiaanse countertenor Carlo Vistoli (Lugo, 1987), het kleurrijke en tot in de puntjes afgewerkte spel van de door concertmeester Georg Kallweit aangevoerde Akademie für Alte Musik Berlin, met daarnaast de drie instrumentale werken die het tot veel minder bekendheid hebben gebracht dan die Vier Jaargetijden en hier zowel dienen ter aanvulling als met het oog op het gewenste contrast. En dan is er tot slot nog de prachtige opname. Kortom, dit is zeker niet alleen voor de bewonderaars van deze onvermoeibare Venetiaan een zeer aantrekkelijke uitgave! index |
|