CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2017
|
Ralph Vaughan Williams (1872-1958) kende uiteraard het bijbelboek Job, waarin de beproeving centraal staat. Maar het is slechts een aspect van het verhaal, waaraan doorgaans allerlei theosofische overwegingen aan vast worden geknoopt. Een ervan behelst de vraag (en het mogelijke antwoord daarop) waarom God het menselijk lijden heeft toegelaten, en waarom we ons in een wereld bevinden waarin zoveel onrecht over degenen wordt uitgestrooid die in onschuld leven, terwijl zij die de meest gruwelijke wandaden op hun conto hebben geen haar wordt gekrenkt. Job ging door een hel op aarde. Hij verloor zijn vee en zijn tien zonen en dochters in een vreselijke storm. Tot overmaat van ramp werd Job ook nog eens zwaar ziek. Zijn vrouw riep Job op om God te vervloeken. Vervolgens maakten drie vrienden van Job hun opwachting. Zij schreven Jobs ellende toe aan diens slechtheid. Dat Job onder de meest barre omstandigheden uiteindelijk toch standvastig bleef in zijn geloof jegens en vertrouwen in God bracht ten slotte weldaad: God zegende Job, genas hem en voorzag hem niet alleen van tien 'nieuwe' kinderen, maar ook nog van een veestapel die veel groter was dan de vorige. Zo ongeveer eind goed al goed. Zoals in veel bijbelverhalen ontkomen we ook in het boek van Job niet aan verschillende uitleg. Zo is er de exegese dat de satan die Job het leven zo zuur maakt niet dezelfde is als de satan uit het Tweede Testament. Waar alle geleerden het wel over eens zijn is de herkomst van het woord 'satan': uit het Hebreeuwse 'ha-satan' ofwel tegenstander. Dit is een belangrijk element in het bijbelverhaal, maar het begrip 'tegenstander' dekt de lading toch niet. De pogingen om Jobs ondergang teweeg te brengen vormen geen doel op zich, maar slechts een 'middel' om Jobs vertrouwen in God te doen verliezen. Als de ellende maar groot genoeg is (gemaakt) gebeurt dat vanzelf wel, zo is de achterliggende gedachte. Daarmee fungeert het verhaal tevens als een metafoor die duidelijk moet maken dat de mens God alleen uit eigen belang met zijn liefde bedekt. En dat God door ondervinding zelf moet inzien dat het zo is. Daarmee staat het kwaad niet op zichzelf, maar ten dienste van iets anders, van iets dat groter is dan dat.
Scenario In 1978 schreef Keynes:
Voor de toneelbeelden betrok Keynes zijn schoonzus, Gwen Raverat, bij het project. In de loop van 1927 kreeg het geleidelijk aan vastere vorm. Vaughan Williams leek de ideale kandidaat voor de muziek. Niet alleen was hij een neef van Raverat, maar samen met Gustav Holst had Vaughan Williams al eerder naar een scenario gezocht dat geschikt was voor een ballet in typisch Engelse stijl. Hij had een broertje dood had aan de zozeer in zwang zijnde, klassieke 'en pointe' balletstijl. In die tijd zocht hij juist naar een stijl die was gestoeld op de typisch Engelse folkloristische tradities, daarin vooral gestimuleerd door Cecil Sharpe's choreografie voor een 'Mid Summer Night's Dream' uit 1914, maar ook door 'The two sisters', een opera van Cyrill Rootham, voor het eerst uitgevoerd in Cambridge in 1922, met daarin ondermeer een uitgebreide balletscène op Engelse volksdansen. Engelse folklore
Dat Vaughan Williams in zijn opzet was geslaagd bleek al spoedig en kwam uit onverwachte hoek. Keynes had voor het ballet Diaghilev benaderd, maar die zag er niets in. Zijn kwalificatie liet niets aan onduidelijkheid over: te Engels en te ouderwets. Vaughan Williams toonde zich . opgelucht. Het waren de dames Ninette de Valois en Lillian Baylis die de nobele taak op zich namen om de gehele choreografie verder uit te werken en toneelrijp te maken. Met steun van niemand minder dan de beroemde econoom John Maynard Keynes, de broer van Geoffrey, was het de Camargo Society die voor de eerste balletuitvoering tekende, in 1931 in het Londense Cambridge Theatre. Maar niet nadat Constant Lambert in Vaughan Williams' oorspronkelijke partituur voor de gelegenheid had aangepast. De volledige partituurversie had echter op 23 oktober 1930 al geklonken tijdens het Norwich Festival, door het Queen's Hall Orchestra, dat bij die gelegenheid werd geleid door de componist. Het werk werd opgedragen aan een van Vaughan Williams' naaste vrienden, de dirigent Adrian Boult. In 1931 vervaardigde Vally Lasker een pianoversie. Negende symfonie
We kennen de voorbeelden die een eventueel bijgeloof een grote dienst bewijzen: Beethovens, Dvořák s, Schuberts, Bruckners, Vaughan Williams' Negende. Maar misschien is het het toeval dat in dit geval de grootste dienst bewijst. Vaughan Williams droeg het werk op aan de Royal Philharmonic Society, het instituut wiens voornaamste doel het was 'to promote the performance, in the most perfect manner possible of the best and most approved instrumental music'. Het was deze 'Society' die Beethoven de opdracht had gegeven voor een nieuwe symfonie. Dat werd de . Negende. Zou toeval toch niet bestaan? Toen Vaughan Williams de symfonie voltooide was hij al 85. Het opus werd voor het eerst uitgevoerd op 2 april 1958, onder leiding van Sir Malcolm Sargent. In de Negende vinden we terug wat de Achtste al zo bijzonder had gemaakt: de ongebruikelijke instrumentatie, met in dit geval een uiterst kleurrijke rol voor drie saxofoons en een flugelhorn. Een belangrijke inspiratiebron voor Vaughan Williams was het landschap van Wessex (het openingsdeel stond oorspronkelijk als 'Wessex Prelude' te boek, de finale als 'Landscape') en een roman van Thomas Hardy, 'Tess of d'Urbervilles'. Uitvoering Hoewel Andrew Davis al medio jaren negentig voor Warner de Negende opnam, samen met de overige acht, zijn er ondanks de inmiddels verlopen twee decennia weinig interpretatieve verschillen aan te wijzen. Het grote winstpunt is echter de veel betere Chandos-opname die zelfs demonstratiekwaliteit bezit. Dat geldt in het bijzonder voor de schitterende registratie van 'Job'. De 'overloop' van het in de Domkirken in Bergen gepositioneerde orgel naar het orkest in de Grieghallen is meesterlijk gelukt. Keurig is ook dat in het cd-boekje alle registers van het Rieger-orgel (1997) zijn opgenomen. Kortom, een zeer geslaagde uitgave! index |
|