CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2023

Tsoupaki: Liknon

Maarten Engeltjes (countertenor), Marcel Beekman (tenor), PRCT Amsterdam o.l.v. Manoj Kamps
Attacca ATT 2023162 • 70' •
Live-opname: 19 nov. 2019, November Music, Bosch Requiem, Den Bosch

www.calliopetsoupaki.com

www.attacca.nl

 

Op het muziekfestival November Music (2019) stond de muziek van Calliope Tsoupaki centraal, waaronder Liknon (Grieks voor wieg) voor countertenor, tenor en barokensemble. Het is Tsoupaki's in muziek en tekst gegoten lofzang op de Maagd Maria, de onaanraakbare, onbevlekte, de troostster en moeder van alle moeders, bij wie ook Tsoupaki troost én inspiratie vindt.Drie Griekse iconen hebben haar in het bijzonder geïnspireerd: Myrtidiotissa, Theofanis en El Greco. Voor de teksten ging ze te rade bij verzen van de Kretenzer monnik Agapios Landos (1580-1656). Tsoupaki: “In mijn compositie laveer ik [ook] tussen objectiviteit en hartstocht. Het is een muzikaal gebed aan moeder Maria in tijden van twijfel en nood.”

De al sinds 1988 in Amsterdam wonende en werkende Tsoupaki (Piraeus, 1963), precies dertig jaar later uitgeroepen tot Componist des Vaderlands, schreef Liknon speciaal voor de tenor Marcel Beekman en de countertenor Maarten Engeltjes en diens barokensemble PRJCT Amsterdam. In het cd-boekje licht ze het toe: “Ik heb bewust gekozen voor twee hoge stemmen, vanwege hun engelachtige uitstraling. Bovendien is een countertenor de vleesgeworden ongrijpbaarheid: een ijle stem die je meevoert naar het hogere, hij beweegt zich op een drempel. Dat past precies bij wat ik met mijn stuk wil uitdrukken. Ook in de instrumentale begeleiding heb ik ernaar gestreefd de aarzeling, dat heen en weer bewegen, te vangen.”

Het kwam al in meerdere vraaggesprekken met haar aan de orde: dat haar geloof niet los kan worden gezien van haar componeren. Zoals Liknon is gestoeld op haar liefde voor Maria, die in de Grieks-orthodoxe geloofsbeleving de verzoenster is tussen hemel en aarde en de lijdenden en bedroefden ook troost biedt.

In 2014 bezocht Tsoupaki, het Griekse eiland Kythira, waar zij het icoon Panagia Myrtidiotissa, de beschermheilige van het eiland met zijn gelijknamige kloostercomplex, zag. Het gezicht van Maria is daarop tot niet meer dan een zwarte vlek vervaagd. Volgens de mythe zou deze beeltenis zijn gevonden in brandende mirtestruiken en vandaar ook de bijnaam ‘Madonna van de mirte'. Tsoupaki: “Ik vind het enorm ontroerend, alsof honderden jaren Mariaverering in dit zwarte gezicht zijn samengebald. Het heeft een ongekende diepte, je kunt er zoveel achter vermoeden, en je eigen gedachten, hoop en vrees op projecteren. Voor mij symboliseert het schoonheid in de duisternis.” Voor Tsoupaki was dit de spirituele aanleiding tot Liknon.

De uitwerking als geheel had een andere wending kunnen nemen, ware het niet dat de tenor Marcel Beekman haar vroeg om speciaal voor hem een stuk te componeren over Maria, met orgelbegeleiding. En dan was er de festivalleiding van November Music die haar om een werk vroeg, dat weliswaar niet aan een bepaalde vorm gebonden hoefde te zijn, maar wel de traditionele missa pro defunctis, de dodenmis, tot uitgangspunt had. Dit in het kader van het eveneens tot traditie uitgegroeide Bosch Requiem. Tsoupaki zag het plotsklaps duidelijk voor zich: een stuk waarin beide opdrachten een plek zouden vinden! Dat werd Liknon.

In 2015 overleed haar vader. Tsoupaki zat als enige aan zijn sterfbed toen hij weggleed, een gebeurtenis die op haar diepe indruk maakte. In een vraaggesprek met NRC zei ze erover dat sterven een lichtheid kan hebben als iemand zich daaraan overgeeft; het wegglijden van de ene naar de andere wereld. Het was voor haar een zowel intieme als hallucinante ervaring, vader en dochter die elkaar op dat moment zeer nabij waren, in haar woorden een ‘soort vacuüm van licht en lucht'. Dát wilde ze tevens in Liknon vangen. Een prententie- én vormloos, schommelend en hallucinant gebed aan Maria moest het worden.

Is het dat geworden? Dat wordt uitsluitend bepaald door de individuele perceptie. Op mij maakte het eerder de indruk van oermuziek, in een langzaam, soms uiterst langzaam verlopende rite, waarbij het zo essentiële spanningsveld wordt gecreëerd door het melos (het begrip stamt overigens uit het Grieks!) dat zich geraffineerd gestapeld ontwikkelt binnen de contouren van een uitermate fijnmazig gevarieerd raderwerk. Het maakt indruk, deze inventief tot een driedelige (1. Selini (Maan), 2. Nefall (Nevel) en 3. Fös Anesperon (Licht waarover de nacht nooit valt) uitgewerkte meditatie in driekwartsmaat (aldus de schommelingen van de wieg symboliserend), deze gloedvolle ode aan Maria. Het is bijzonder fraai in de muziek verbeeld: het wiegen in klank en het steeds verder opstijgen door het trapsgewijze melodische verloop, waarop het begrip ‘tijd', mede door de merendeels tekstloze melodielijnen, geen enkel vat lijkt te hebben. Muziek ook die door haar desoriënterende karakter werkt als, opnieuw in de woorden van Tsoupaki, ‘warme omhelzing'. “Alsof luisteraars en musici samen aan de voet van de hemelpoort zitten, deze muziek beleven en dan zien wat er gebeurt.”

Maar het laatste woord is aan de vertolkers die in alle geledingen voor een schitterende première hebben gezorgd die op Allerzielen, 19 november 2019, in Den Bosch werd opgenomen en door Radio 4 werd uitgezonden, en waarvan het resultaat na mastering door Jochem Geene van Studio van Schuppen op deze cd te horen is. Het cd-boekje is in de beste Attacca-traditie, goed gedocumenteerd en voorzien van een in het Nederlands afgedrukte toelichting van de hand van Thea Derks. De partituur is uitgegeven door Donemus.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links