![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2017
|
Emil Gilels behoorde tot de grote pianisten van de Russische school. Dat laatste wil alleen maar zeggen dat hij in Rusland is opgeleid. Hij was pas twaalf toen hij al zijn eerste openbare concert gaf. 'Wapenfeiten' genoeg in zijn langdurige carrière. Zo gaf hij in 1944 de eerste uitvoering van Prokofjevs Achtste pianosonate en ontving hij twee jaar later de Stalinprijs (wat we daarvan tegenwoordig ook mogen denken: toen was het een zéér prestigieuze staatsprijs). Het was Gilels die in de jury zat toen de Amerikaan Van Cliburn in 1958, midden in de Koude Oorlog, de eerste prijs won op het Tsjaikovski-concours in Moskou (Gilels zou nog vele jaren daarna jurylid blijven). Gilels was, met onder anderen David Oistrakh, een van de eerste musici die in het Westen mocht optreden. Hij debuteerde in oktober 1955 in Amerika, met het Philadelphia Orchestra onder zijn chef Eugen Ormandy. Een jaar later volgde zijn eerste optreden in Engeland en in 1969 zijn debuut bij de Salzburger Festspiele. In 1981 was er zijn eerste hartaanval, kort na een recital in het Amsterdamse Concertgebouw (een bizarre speling van het lot: zowel Oistrach als Kirill Kondrashin werd uitgerekend in Amsterdam een hartaanval fataal: de violist op 24 oktober 1974 en de dirigent op 7 maart 1981). Gilels overleefde de hartaanval, maar sinds die tijd ging het met zijn gezondheid vrij snel achteruit. Hij stierf op 14 oktober 1985 in Moskou, toevallig tijdens een medische controle. Zijn fameuze Beethoven-cyclus voor het DG-label was toen nog net niet voltooid. Zijn spel kenmerkte zich door een lucide toucher, grote expressiviteit en een geweldige techniek (die alleen ten dienste stond van de muziek: hij moest niets hebben van virtuoze krachtpatserij en bravoure). Er was evenwicht en rust in zijn spel, hij zocht en vond de lange lijnen, hechtte aan een goede structuur en excelleerde in een fijnmazige melodievoering en met finesse uitgewerkt contrapunt. index |
|