CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juni 2021

Ter Horst: Strijkkwartet nr. 1 in e (2017/20) - nr. 2 in Bes (2017/20) - Lullaby for String Quartet (2018/20)

Helikon Quartet: Stella Zake, Marieke Kosters, Lotus de Vries, Renate Apperloo
Cobra 0081 • 76' •
Opname: aug. 2020 en jan. 2021, Koepelkerk, Renswoude

   

Ik heb er geen statistiek van bijgehouden, maar mijn gevoel zegt wel dat er steeds meer componisten aan de horizon verschijnen die liever de weg terug afleggen dan zich toeleggen op de vernieuwing der toonkunst. Componisten dus die zich stilistisch in de achterhoede wel thuis voelen en in de voorhoede van de avant-garde niet. Voor hen snijdt het mes daarmee aan twee kanten: het is gemakkelijker componeren en er is een groter publiek voor; zonder daarbij overigens te hoeven verzanden in music for the millions.

Zo'n componist is Maarten ter Horst (34), aan wie Joost Galema gisteren (16 juni) in NRC Handelsblad maar liefst meer dan een halve pagina wijdde. Na lezing wist ik over Ter Horsts twee strijkkwartetten echter evenveel als toen ik eraan begon. Dan maar de website van de toondichter geraadpleegd, waarin over het vorig jaar voltooide Strijkkwartet nr. 1 wordt opgemerkt dat het werk vier fasen in een persoonlijke crisis beschrijft, een reis van frustratie naar moed. De delen gaan over achtereenvolgens woede, verdriet, relativering en ten slotte de kracht om het leven zelf te sturen. Het opus vormt een cyclus met het Strijkkwartet nr. 2, dat eveneens in 2020 werd voltooid. Beide ontstonden in een creatief proces dat, met onderbrekingen, drie jaar in beslag nam.

Die toelichting deed me prompt denken aan wat Louis Andriessen eens opmerkte: dat muziek over muziek dient te gaan en niet over ‘hoor mij eens treurig wezen, of vrolijk, of ,,,' Een opvatting overigens waarin hij een belangrijke voorganger en tevens medestander vond: Igor Stravinsky. De distantie tussen laatstgenoemde en Mahler had vanuit muzikaal perspectief inderdaad niet groter kunnen zijn. Zoals ook de afstand tussen de breed uitgesponnen romantische exploraties van Ter Horst en de uiterste grenzen gecondenseerde, progressieve toontaal van Anton Webern niet groter had kunnen zijn. Let wel: tussen beide gaapt een kloof van maar liefst een eeuw!

Dat deze muziek met als inspiratiebronnen Beethoven, Brahms en Steve Jobs (Ter Horst is tevens softwareontwikkelaar) menigeen zal aanspreken lijkt mij evident, maar om een lang verhaal kort te maken: mij boeit het niet. En daar moet het bij de recensent toch mee beginnen. In het genoemde krantenartikel merkt Ter Horst op: 'Een Nederlands gezegde heeft het over oude wijn in nieuwe zakken. Mijn muziek is het tegenovergestelde, denk ik: nieuwe wijn in oude zakken.' Mijn indruk is evenwel dat het meer het eerste dan het tweede is.

Het Helikon Quartet speelt beide strijkkwartetten in Amsterdam op 19 juni in de Amstelkerk en op 23 juni in het Concertgebouw. Het ensemble gelooft er in ieder geval in, zoveel is wel duidelijk. De inkt zal nog maar nauwelijks droog zijn geweest toen door Tom Peeters in de Koepelkerk in Renswoude deze uitstekende opname werd gemaakt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links