CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2021

Telemann: Miriways

André Morsch (Miriways),
Anett Fritsch (Zemir), Dominik Köninger (Geist & Scandor),
Lydia Teuscher (Nisibis),
Marie-Claude Chappuis (Samischa), Michael Nagy (Murzah), Paul McNamara (Gesandter), Robin Johannsen (Sophi), Sophie Karthäuser (Bemira)
Akademie für Alte Musik Berlin
Dirigent: Bernard Labadie

Pentatone PTC 5186 842 • 2.34' • (2 cd's)
Live-opname: 24 nov. 2017,
Telemann Festival, Hamburg

   

Het verhaal speelt zich af in Perzië. In maart 1722 had het Afghaanse leger korte metten gemaakt met de veel beter toegeruste en bovendien aanzienlijk grotere Perzische tegenstander. Plaats van handeling: het slagveld bij Isfahan. Waarom lieten de Perzen zich ondanks hun overmacht toch door de Afghanen overmeesteren? Het antwoord is simpel: de Perzische legerleiders waren ieder op hun eigen houtje alleen maar uit op persoonlijk succes en eigen gewin, en hadden daarom geen collectief gedragen strijdplan klaar. Nadat de strijd was verloren zat er voor de regerende Shah van Perzië niets anders op dan zijn paleis in Isfahan te verlaten, waarna de rebellerende Afghaanse indringers het rijk alleen hadden.
Toch zal voor menigeen in Perzië die Afghaanse zegentocht als geroepen zijn gekomen, want vrijwel iedereen had zeer onder de hardnekkige belegering geleden: er heerste hongersnood (zelfs kannibalisme kwam voor), de vele wild om zich heen grijpende ziekten hadden eveneens talloze slachtoffers geëist en het moreel had, hoe kon het anders, er sterk onder geleden. Eeuwen later overkwam dat ook Leningrad, toen de stad maar liefst 900 dagen, van 8 september 1941 tot 27 januari 1944 lang door Duitse troepen in een ijzeren greep werd gehouden. Ook toen was er sprake van een wanhopige toestand die maar geen einde leek te nemen.

De opstand in de provincie Kandahar (tegenwoordig deel uitmakend van Afghanistan en herhaaldelijk in het nieuws) gaat nog eerder terug, naar de zomer van 1709, toen een zekere Hadji Mirwais Khan Hotaki (1673-1715) bij twee uiterst bloedige veldslagen in het zuiden van Afghanistan het Safawidische leger versloeg. Het stamhoofd stond allerwegen in hoog aanzien, hij genoot veel invloed bij de Ghilzai-Pathanen. Van 1709 tot 1738 maakte deze alleenheerser binnen een groot gebied van zowel Afghanistan als Perzië de dienst uit. ‘Mirwais' zou je een koosnaam kunnen noemen: in het Pasjtoe betekent het immers ‘Grootvader', al sidderde men onder zijn bewind.

Het beeld van de stamhoofden van toen en nu verschilt eigenlijk niet wezenlijk: ze zijn er in Afghanistan nog steeds, de verschillende stammen, stamhoofden en dientengevolge ‘krijgsheren'. Voor Khan Hotaki gold als belangrijkste drijfveer het bevrijden van de Afghaanse provincies van het Perzische juk, een taak die hij niet wist te volbrengen en door zijn zoon Maghmud Khan Hotak-Ghalzai (ca. 1697-1725) met evenveel ijver werd voortgezet en ten slotte afgemaakt. In de zomer van 1719 viel hij met zijn leger Perzië binnen. De uitkomst kennen we: gebruikmakend van het verval van het Perzische rijk maakte hij er vrij snel korte metten mee. De strijd eindigde - en dat was meer dan symbolisch - met de inname van het paleis in Isfahan, en de vlucht van de shah. Al zou de Afghaanse overheersing van korte duur blijken.

Alles bijeengenomen biedt deze historie ruimschoots aanleiding voor ten eerste een verbeeldingsvol libretto en vervolgens de daarbij passende muziek. Het eerste was in handen van Johann Samuel Müller (1701-1773), het tweede in die van Georg Philipp Telemann (1681-1767). Voor de in 1728 gecomponeerde opera werd voor deze bijzondere live-uitvoering (in het kader van het Telemann Festival in Hamburg) de Bärenreiter-editie van 1999 gebruikt.

De opera is verdeeld in drie bedrijven, met (uiteraard) een ouverture, sinfonia, koren, recitatieven en aria's. Menigeen zal er niet bekend mee zijn, want de enige vorige opname ervan vond ik op het Duitse CPO-label, uitgebracht in 2014, met o.a. L'Orfeo Barockorchester onder leiding van Michi Gaigg (eveneens een live-opname van deze opera seria, door CPO overigens ten onrechte als ‘Singspiel' aangeduid). Ik heb het niet nagegaan, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk dat Miniways in onze tijd regelmatig op de planken is gebracht.

De première vond plaats op 26 mei 1728, zes jaar nadat de gevierde componist (hij werd in die tijd zelfs nog belangrijker geacht dan zijn tijdgenoot Johann Sebastian Bach!) de taak van artistiek leider van de Hamburgse opera aan de Gänsemarkt van Reinhard Kaiser had overgenomen. Miniways was slechts een van de maar liefst 25 opera's van zijn hand die in Hamburg, de hanzenstad waar hij in 1721 was neergestreken, onder zijn artistieke bewind in première gingen!

Het drama in Perzië lag, toen de opera voor het eerst op de planken werd gebracht, bij het welgestelde publiek (arbeiders gingen niet naar de opera) nog vrij vers in het geheugen. Maar met de rauwe werkelijkheid ervan had de librettist het niet al te nauw genomen: zo werd de Afghaanse heerser die de Perzische troon met geweld in bezit had genomen voorgesteld als een humane monarch met verlichtende idealen, die niets anders dan het goede met het volk voorhad.

Een toen veel geraadpleegde lezing was die van de Nederlandse auteur en schilder Cornelis de Bruin (1652-ca. 1727), die in 1711 in Amsterdam een boekwerk had uitgegeven onder de titel Reizen over Moskovie, door Persie en Indie. Het stond bol van de reisverhalen, verluchtigd met door hemzelf vervaardigde tekeningen.
Bovendien was er nog een andere, een meer encyclopedisch vormgegeven reisverslag van ene Adam Olearius (1599-1671): Ausführliche Beschreibung der kundbaren Reyse nach Muscow und Persien, gepubliceerd in 1663. Beide uitgaven droegen bij aan de exotische beelden die ook op het toneel in Hamburg waren terug te vinden.

Maar hoe dat exotische elementen muzikaal vormgegeven? Voor Telemann waren er op dit vlak niet of nauwelijks herkenbare aanknopingspunten: er was geen oriëntaalse muziek die als kapstok kon dienen, al zal er hier en daar wel een vage echo hebben geklonken van Turkse (Osmaanse) signatuur. De enige ‘buitenissige' ervaring waarop Telemann zich rond 1728 kon terugvallen was die van de Oost-Europese muzikale folklore waarmee hij een kwarteeuw eerder tijdens zijn reizen door Polen kennis had gemaakt.
Jammer genoeg is Telemann er aldus niet voldoende in geslaagd om aan zijn opera een echt exotisch cachet te geven. Mozart zou in 1782 in het Weense Burgtheater laten horen dat het hem wel was gelukt, in zijn sprankelende ‘Singspiel' Die Entführung aus dem Serail.

Wat Telemanns Miriways echter wel degelijk aantrekkelijk maakt is afgezien van het bij vlagen creatieve concept de uitvoering waarin alle facetten ideaal worden belicht: van zwakke plekken in zowel vocaal als instrumentaal geen sprake en de opname is puik. De podiumgeluiden en het enthousiaste tussentijdse applaus (en het gejuich na afloop!) in deze voorstelling vol vaart heb ik niet als storend ervaren. Integendeel, ze leverden een wezenlijke bijdrage aan de in menige studio-opname helaas ontbrekende theatersfeer. Aldus een prettige kennismaking met een vrij onbekend werk!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links