CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2008


 

Szymanowski: Vioolconcert nr. 1 op. 35 - nr. 2 op. 61 - Symfonie nr. 3 op. 27 (Song of the night) - nr. 4 op. 60 (Symfonie concertante) - Demeter op. 37b - Litania do Marii Panny op. 59 - Stabat Mater op. 53.

Konstanty Kulka (viool), Piotr Paleczny (piano), Jadwiga Gadulanka (sopraan), Jadwiga Rappé (mezzosopraan), Wieslaw Ochman (tenor), Andrzej Hiolski (bariton), Pools Radiokoor Kraków, Poolse Radio Nationaal Symfonieorkest o.l.v. Jerzy Maksymiuk, Jerzy Semkow en Antoni Wit.

EMI Classics 2 06870 1 2 • 73' + 69' • (2 cd's)


Concurrentie in eigen huis? Zowel de Litanie als de beide symfonieën en het Stabat Mater werden in 1993 vastgelegd door Simon Rattle en zijn City of Birmingham Symphony Orchestra, eveneens voor het EMI-label. En hoe! Helaas werd die uitgave in deze kolommen niet besproken, wat best een omissie mag heten (mea culpa). Hoe het ook zij, deze heruitgave (de opnamen bestrijken de periode tussen 1978 en 1983) haalt dat niveau zeker niet, wat overigens niet voor de beide vioolconcerten geldt, want een betere uitvoering daarvan is eenvoudigweg niet voorhanden. Het Eerste vioolconcert (1916) behoort tot Szymanowski's populairste werken, geschreven in een uitgesproken virtuosostijl (bedoeld voor de Poolse violist Pawel Kochanski), met de cadens 'ad libitum', wat zoveel wilde zeggen dat Kochanski zich daarin naar hartenlust mocht uitleven en deze ook op papier zette (in beide concerten speelt Kulka diens cadens). Fascinerend is ook hoezeer de componist de speltechnische mogelijkheden van het instrument tot op het bot heeft uitgebeend, met een voorliefde voor de hoge ligging van het instrument. De drie delen gaan ononderbroken in elkaar over. Niet minder interessant is het Tweede vioolconcert (1979) dat Szymanowski, evenals met het Eerste het geval was, in 1995 aan een revisie onderwierp. De orkestratie is beduidend fijnmaziger, transparanter, de toets is lichter, de hoge vioolklank is nu naar het middenregister verlegd. Het draait vooral om de polytonaliteit (hoewel het tooncentrum intact blijft), die onder de handen van Szymanowski scherpe dissonante karaktertrekken krijgt. In de finale treffen de volksliedachtige motieven met een ronduit vrolijk rondborstige inslag.

In zowel de symfonieën als het Stabat Mater is Rattle met zijn orkest de meerdere van de Poolse krachten onder Maksymiuk, Semkow en Wit. Wie mocht denken dat deze muziek van een Poolse componist bij zijn landgenoten in de allerbeste handen is kan zich bij Rattle van het tegendeel gaan overtuigen. In Birmingham is de discipline ongekend strak, maar zonder dat dit ten koste gaat van de overvloedig opgetaste expressie in deze werken. Ook het solistenteam en het koor zijn de mindere van die van Rattle, terwijl de in Katowice gemaakte opnamen kwalitatief achterblijven bij die uit Birminghams City Hall. Afgezien van de beide vioolconcerten lijkt me de keus eigenlijk niet moeilijk: die andere EMI-uitgave (61592-2) is te verkiezen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links