CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2008


 

Stravinsky: Le Sacre du Printemps (1947) - Petrouchka (1947) - L'Oiseau de Feu (1910) - Apollo (1947).

Peter Donohoe (piano), City of Birmingham Symphony Orchestra o.l.v. Simon Rattle.

EMI Classics 2 06876 2 5 • 71' + 78' • (2 cd's)

 

 


Het is goed dat deze geweldige uitvoeringen weer zijn teruggekeerd in de catalogus. De opnamen dateren weliswaar uit de tweede helft van de jaren tachtig maar gelden nog steeds als schoolvoorbeeld van helderheid, overigens een van de wezenskenmerken van Stravinsky's componeren. Het was ook in de tijd dat Rattle met 'zijn' City of Birmingham Symphony Orchestra de ene na de andere indrukwekkende prestatie neerzette, met een bijna jeugdige onbevangenheid die hij, de alom gerespecteerde chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker, naar mijn gevoel nu nog weleens mist. Het was Rattle die het orkest in Birmingham uit het provinciale moeras trok en het ferm op de wereldkaart wist te zetten. Geen wonder dus dat zijn vertrek naar Berlijn met lede ogen werd aangezien.

Wat Rattle in deze geweldige Stravinsky-partituren laat horen is in termen van spannningsopbouw en aandacht voor het detail zonder meer exemplarisch. Bovendien getuigt iedere maat van de enorme spelvreugde die in deze muziek wordt gelegd en die zich in alle geledingen van het orkest aan de luisteraar opdringt. Hier is ook een analyticus aan het werk die iedere frase op een goudschaaltje heeft gewogen, zonder daarbij echter de algehele structuur uit het oog te verliezen. Dankzij de uitgekiende dynamische contrastwerking buitelen we van de ene verrassing in de andere, precies zoals Stravinsky het bedoeld moet hebben.

Zeker, we zijn gewend geraakt aan die enorme klankblokken en ritmische oerkrachten die in de Sacre worden losgelaten, als een wild beest dat zich niet laat temmen, en natuurlijk is er zoveel jaar na de première van het stuk op 29 mei 1913 in Parijs een soort 'gewenningsproces' opgetreden, maar het is zonneklaar dat Rattle hier alles in het werk heeft gesteld om de vele schokeffecten een bijna verpletterende lading mee te geven, en daarin ook volledig is geslaagd. Hij neemt daarvoor zijn toevlucht niet tot allerlei kunstgrepen, maar haalt de enorme rijkdom zonder mankeren uit het notenbeeld. Wie mocht denken dat het poëtische element onderbelicht blijft, kan zich door bijvoorbeeld track 2 van L'Oiseau de Feu (in de tuin van Katsjej) van het tegendeel laten overtuigen. De liefhebbers van een prachtige strijkersklank worden in het neoklassieke Apollo op hun wenken bediend. Een bandoneffenheid in track 25 bij 04:55 mag de pret niet drukken. Kortom een uitgave om te koesteren!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links