CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2022

Strauss Lieder - Lenneke Ruiten & Thomas Janssen

R. Strauss: Mädchenblumen op. 22 - Traum durch die Dämmerung op. 29 nr. 1 - Das Rosenband op. 36 nr. 1 - Ich wollte ein Straußlein binden op. 68 nr. 2 - Befreit op. 39 nr. 4 - Vier letzte Lieder - Morgen! op. 27 nr. 4 - Wer hat's getan? WoO 84A - Die Nacht op. 10 nr. 3 - Allerseelen op. 10 nr. 8 - Wiegenlied op. 41 nr. 1 - Freundliche Vision op. 48 nr. 1 - Schlechtes Wetter op. 69 nr. 5 - Heimliche Aufforderung op. 27 nr. 3

Lenneke Ruiten (sopraan), Thomas Janssen (piano)
Lenneke Ruiten Recordings LRR 2201 • 79' •
Opname: nov. 2021, Remonstrantse Kerk, Alkmaar

   

Als ik het bijgevoegde persbericht mag geloven (en waarom zou ik niet) heeft de Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten de bakens verzet en is zij teruggekeerd naar haar eerste liefde: het (kunst)lied. Het lijkt geen al te moeilijke stap te zijn geweest: “Ik wil meer gaan vertellen en minder acteren. Bovendien is het niet gezond als je te lang in de operawereld blijft hangen. Ik zie het om me heen, daar wil ik voor waken,” aldus de sopraan. Al kreeg ik uit datzelfde persbericht niet de indruk dat er van een echt afscheid van de opera sprake is. Alleen dat het aandeel opera kleiner en het aandeel liedrecitals en oratoria met de tijd aanzienlijk groter zal worden. De operaliefhebber zal het dus moeten stellen met minder rollen voor Lenneke Ruiten, zoveel is wel duidelijk. Ze zong jaarlijks in zo'n vijf grote operaproducties in de meeste vooraanstaande theaters zo ongeveer de sterren van de hemel, terwijl ook haar acteertalent van niet te onderschatten betekenis is. Kortom winst aan de ene, verlies aan de andere kant.

Maar dan nu deze geheel aan liederen van Richard Strauss gewijde cd, sanen met de pianist Thom Janssen met wie zij het merendeel ervan al jarenlang op het repertoire heeft staan. De eerste zaadjes werden ruim twintig jaar geleden geplant, toen beiden deelnamen aan een door de Duitse bas-bariton Hans Hotter verzorgd en aan Strauss-liederen gewijd lesprogramma. Dichter bij de bron konden ze niet komen: Hotter had immers nog met de componist samengewerkt. Maar voor hen lag er vervolgens nog een openbaring in het verschiet: een dubbel-cd waarop Strauss zelf aan de piano zijn liederen begeleidt. Ruiten: “De liefde was beklonken. Voor altijd.”

Dat die liefde was beklonken houdt mogelijk ook verband met niet alleen de uitbeeldingsmogelijkheden die het (laat)romantische kunstlied bij uitstek biedt, maar ook met Strauss' huwelijkspartner, de sopraan Pauline de Ahna (de mezzo Eleonore de Ahna was haar tante), die hem niet alleen liet kennismaken met het vocale raffinement van de sopraanstem, maar die ook als zijn inspiratiebron, zijn muze diende. Een bijzonder welsprekend voorbeeld daarvan zijn de vier liederen op. 27 (1894), bedoeld als huwelijkscadeau: Ruhe, meine Seele!, Cäcilie, Heimliche Aufforderung en Morgen! Helaas is alleen de twee laatste liederen op dit album vertegenwoordigd, al zeg ik er gelijk bij dat iedere keuze nu eenmaal arbitrair is (de cd is met een speelduur van 79 minuten sowieso rijk bedeeld). Ieder liedrecital, zowel op het podium als in de studio, kan nooit meer zijn dan een greep uit een ook op dit gebied breed gedragen oeuvre (Strauss schreef zo'n tweehonderd liederen voor zowel vrouwen- als mannenstem), al vraagt het wel een contrastrijke programmatische opbouw waarin ook de spanningsbogen zeker niet mogen ontbreken.

Tijdens het Internationaal Liedfestival in Zeist, oktober 2021

Ruiten vindt zelf dat haar benadering van deze liederen eerder schubertiaans is: stemkleuring naar woord, zelfs lettergreep, waaraan Janssen zich overigens soepel heeft aangepast (als hij al niet zelf het voortrouw heeft genomen, wat een uitmuntende liedbegeleider overigens ook betaamt, of juist voor een betoverend naspel zorgt, zoals in Wer hat's getan). Zoals ze ook vindt dat haar stemtype overeenkomt met dat van Pauline. Er kan niets op tegen zijn om dat schubertiaanse element zwaar te laten wegen, het minutieuze karakter van de interpretatie zelfs als hoogste goed te verklaren, al wil ik er wel aan toevoegen dat het wel degelijk Strauss was die het liedgenre ná Schubert, Schumann, Brahms en Mahler van nieuwe, in dit geval laatromantische prikkels voorzag, met op zowel voor- als achtergrond – als het zo uitkwam – diens grote opera-ervaring.

De sopraanstem van Ruiten is uitgesproken ravissant, strikt helder en, om nog een aantal superlatieven van stal te halen, uitermate bekoorlijk, gedifferentieerd en vervuld van kleur en fleur. Met behulp van smaakvol geplaatste accenten, soepele tempi en een fijn oor voor dynamische gradaties getuigt dit album van een fascinerend, uiterst verbeeldingsvol en van lyriek vervuld discours, waarin een ideale combinatie van frisheid en puurheid de boventoon voert.

Dat is het algemene beeld dat zich aan de luisteraar opdringt. Inzoomend op sommige details is er – zij het slechts incidenteel - sprake van kleine rimpelingen die samenhangen met Strauss' soms nogal uitdagende schrijfwijze (Mädchenblumen). Kwetsbaarheid, tederheid breekbaarheid en bekoorlijkheid, maar ook het vleugje erotiek worden door Ruiten en haar muzikale partner afwisselend realistisch en metaforisch, menigmaal zelfs als exquise muzikale portretkunst, over het voetlicht gebracht, mede dankzij de uiterst soepele wisselwerking tussen sopraan en pianist (hij is al jaren haar vaste begeleider en dat betaalt zich ook in dit recital uit).

Wel problematisch zijn de Vier letzte Lieder in deze (niet van de componist zelf afkomstige) versie voor sopraanstem en piano. Het hoeft voor u zeker niet te gelden, maar ik heb er altijd moeite mee gehad, want wat ik hierin mis zijn de door Strauss zo weldadig en rijk ingebrachte orkestkleuren die deze vier liederen voor een groot deel feitelijk ‘maken' voor wat ze zijn (of behoren te zijn). Zelfs Thom Janssen is niet in staat om dat sublieme orkestpalet ook maar te suggereren, wat zich vooral wreekt in de laatste twee liederen: Beim Schlafengehen en Im Abendrot. Het zo ingenieus door de componist in deze liederen uitgesponnen, tevens zo sterk sfeerverhogende legato blijft de pianoklank van nature ontzegd, valt buiten de klanktechnische mogelijkheden van piano of concertvleugel. Dat Ruitens opera-ervaring voor een belangrijke toegevoegde dimensie zorgt kan – het spreekt eigenlijk voor zich – dat specifieke ‘probleem' niet verhelpen. Al is het wel – althans voor mij – een feit dat Ruitens heldere en van puurheid getuigende sopraan zich ideaal verhoudt tot de uit de aard der zaak bescheidener pianopartij. Of anders gezegd: de krachtige, vaak overdadige orkestratie sméékt bijna om een grote, van (expressieve) kracht vervulde stem (met de bekende opname van Jessye Norman als representatief voorbeeld).

Jos Ruiters zorgde in de Remonstrantse Kerk in Alkmaar voor de – in de meest letterlijke zin – direct aanspreekbare opname, volmaakt passend bij de muzikale opvattingen van Ruiten en Janssen. Wie de Steinway D heeft geïntoneerd en gestemd weet ik niet, maar hij heeft zich zo te horen met groot gezag van zijn belangrijke taak gekweten. De liedteksten zijn alleen in het (originele) Duits afgedrukt.

Tot slot nog dit. Lenneke Ruiten heeft het aangedurfd om een eigen label te beginnen: Lenneke Ruiten Records, LRR. Dit is het eerste en hopelijk niet laatste album, tot stand gekomen mede dankzij crowdfunding. Het smaakt naar meer, zoveel is zeker.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links