CD-recensie
© Aart van der Wal, augustus 2009
|
||
Song of SongsCeballos: Hortus conclusus. Clemens non Papa: Ego flos campi. Gombert: Quam pulchra es. Guererro: Surge, propera amica mea - Ego flos campi - Trahe me post te. Lassus: Veni, dilecte mi. Lhéritier: Nigra sum sed formosa. Palestrina: Osculetur me - Nigra sum. Victoria: Vadam et circuibo - Vidi speciosam. Vivanco: Veni, dilecte me. Middeleeuwse kerkliederen: Antifonen: Dum esset rex; Nigra sum; Laeva elus; Speciosa facta es; Iam hiems transilt - Halleluja: Tota pulchra es. Stile Antico. Harmonia Mundi HMU 807489 • 78' • In het begeleidende, fraai uitgevoerde en goed gedetailleerde boekje wordt de vraag al direct aan het begin gesteld: wat is het Canticum canticorum, de Song of Songs, het Lied der Lieder? We kennen het als het Hooglied uit de Bijbel, zo genoemd sinds de grote Duitse kerkhervormer Martin Luther het in Wittenberg bedacht. Bedacht? Zó ver gezocht was het natuurlijk niet. Koning Salomo's (hij regeerde in Israel van 971 tot 931 v.C. tamelijk realistische verzameling liefdesgedichten, die in grote lijnen neerkomt op de beschrijving van de liefde tussen man en vrouw, behoort tot een van de meest gelezen delen van het Oude Testament en de Tenach, waar het Hooglied tot een van de vijf zogenaamde feestrollen behoort: de Megillot. Het Hebreeuwse Shir-HaShirim betekent niets anders dan Lied der Liederen of het Hoogste Lied. De titel van het boek ASMA (het Lied), zoals dit deel uitmaakt van de Griekse Septuaginta, is gevormd naar de letters van de eerste woorden in de Vulgata Canticum canticorum. Dat de grote poëtische kwaliteiten en de niet zelden erotiserende werking van het Hooglied voor vele zestiende-eeuwse componisten een belangrijke inspiratiebron zijn geweest blijkt wel uit dit met zorg uitgekozen programma waarin Stile Antico, bestaande uit een groep jonge, in de Oude Muziek gespecialiseerde Engelse vocalisten (de vaste kern wordt gevormd door drie sopranen, drie alten, drie tenoren en drie bassen, maar werd speciaal voor deze uitgave uitgebreid met nog een sopraan en een tenor). Maar laten we toch vooral de fout niet maken het Hooglied 'alleen maar' als erotiek in dichtregels te beschouwen. Zo gold voor Giovanni Pierluigi de Palestrina - en niet voor hem alleen - het Hooglied als het symbool van de goddelijke liefde tussen Christus en Zijn geliefde, de ziel. Trouwens wie het lichamelijke uit de weg wil gaan kan zich van een groot aantal metaforen bedienen. Deze alweer derde cd van dit vocale ensemble is mijn eerste kennismaking - en dat zeg ik niet zonder spijt, want ik heb er dan twee gemist - met de geweldige prestaties van deze zangers. Jawel, het resultaat mag er wezen. De soms uitgesproken sensualiteit in deze muziek lijkt een kolfje naar hun hand en het ontbreken van een dirigent geeft hen de gelegenheid een eigen inbreng te ontwikkelen, maar zonder dat die ten koste gaat van de (ook) voor deze muziek absoluut vereiste homogeniteit. Eenheid in verscheidenheid, een beter uitgangspunt is voor deze sublieme miniaturen (de meeste nemen niet meer dan enige minuten in beslag, met uitzondering van Victoria's Vadam et circuibo dat er met elf minuten met kop en schouders bovenuit steekt). Het is interessant om de sterk van elkaar verschillende componeerstijlen van de verschillende componisten met elkaar te vergelijken. Het oudste motet is Nigra sum sed formosa van Jean Lhéritier, dat voor 1532, dus in de eerste helft van de zestiende eeuw, werd gecomponeerd en stevig verankerd lijkt in de met name door Josquin des Prez gepropageerde meerstemmige, van een harmonieuze warmte vervulde, vocale stijl. Prachtige muziek, prachtig gezongen en al even prachtig opgenomen, in maart 2008 in de kerk van Saint Jude op de heuvel in het Londense Hampstead. index | ||