CD & DVD-recensie
© Aart van der Wal, mei 2022 |
Anders dan vrijwel alle ons bekende musici van deze tijd heeft de pianist Grigori Sokolov (1950, Sint-Petersburg) altijd consequent geweigerd om de opnamestudio in te gaan. Als er al opnamen van zijn spel mochten worden gemaakt, dan uitsluitend tijdens live-concerten. Dat gaf hem, evenals bijvoorbeeld de Roemeense dirigent Sergiu Celibidache (1912-1996), als musicus al op voorhand een bijzonder aura. Maar er is in dit verband nog een bijzonderheid te melden: dat Sokolov evenmin iets moet hebben van de zogenaamde patches achteraf: het 'repareren' van niet helemáál gelukte passages of een misslag hier en daar. Wat in feite neerkomt op what you see what you get, of in dit geval what you hear is what you get. Geen poespas maar recht-voor-zijn-raap. Er zijn recensenten (ze zijn overigens sterk in de minderheid) zoals mijn collega Paul Korenhof die de term 'live-opname' consequent niet willen hanteren. Omdat ze eenvoudigweg niet weten hoeveel 'live' en hoeveel 'studio' erin is verdisconteerd. Als het de muzieklabels zo uitkomt, vermelden ze het wel keurig in het boekje: 'editing' wordt dan met naam en toenaam genoemd, maar vaak valt er niets over te vinden. Er is uit dien hoofde echter nog een - zij het aanmerkelijk kleiner - addertje onder het gras: het album dat is samengesteld uit meerdere live-concerten (meestal niet meer dan twee). Het is dan per definitie wel puur 'live', maar dan toch met een randje. De data worden in het boekje vrijwel altijd keurig vermeld, dat dan weer wel. Bij beeldregistraties is dat overigens nog een aanmerkelijk complexer proces dan bij audio: immers, in het origineel zijn beeld en geluid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geen studio-opnamen dus wat Sokolov betreft en moeten we het stellen met de opnamen die Deutsche Grammophon van zijn verschillende optredens maakt. Het betreft dan merendeels door hem tot in de puntjes voorbereide en uitgevoerde recitals, waarvoor hij zijn eigen vleugel consequent in stelling brengt. Hij rijdt niet op de fiets van een ander, zogezegd. Dat brengt wel de nodige complicaties met zich mee, maar het betaalt zich blijkbaar wel uit, althans afgaande op zowel zijn spel als de eminente vleugelklank. Waarbij nog moet worden aangetekend dat Sokolov zich meestal al direct na aankomst naar de plaats van handeling, de concertzaal begeeft om daar zijn instrument na het transport alvast uitgebreid te keuren en de technicus gelijk maar niet mis te verstane instructies te geven hoe hij het precies wil hebben. Sokolov is namelijk het type musicus dat werkelijk niets aan het toeval wil overlaten. Lukt het eigenlijk wel om op ieder concert, in ieder recital optimaal te presteren? Wij, als publiek, zijn getuige van niet meer dan een momentopname, maar in de vraaggesprekken die ik met professionele musici mocht hebben kwam toch wel naar voren dat het eigenlijk een schier onmogelijke opgave was. Niets menselijks is hen vreemd, wat niet wil zeggen dat iedereen in het publiek een minder geslaagde avond of middag als zodanig ervaart. Wat dit betreft is het publiek behoorlijk vergevingsgezind, is mijn indruk. Het is met geconserveerde muziek helaas nu eenmaal zo dat oneffenheden of smoezeligheden, maar vooral misslagen zich zeker bij herhaling gaan vastbijten in het geheugen van de toehoorder. Dat maakt live-optredens of een opname volgens het direct-to-disc principe vanuit dit perspectief een nogal hachelijke onderneming. Nu is die kans bij Sokolov gelukkig uiterst zeldzaam, wat bijvoorbeeld de producers van Deutsche Grammophon uiteraard ook weten en het beschouwen als een overzienbaar risico. Zij het met dien verstande dat Sokolov uiteindelijk als laatste beslist of een opname wel of niet wordt uitgebracht. Zijn brede repertoire (en dat geldt dan tevens voor zijn traditioneel rijke aantal toegiften) reikt van de Barok tot diep in de vorige eeuw, op zich al een avontuurlijke band schept met zijn publiek, nog eens wordt versterkt door de diepe concentratie die zowel van hem als van zijn spel uitgaat. Die concentratie is er feitelijk al als hij vanachter de coulissen de eerste stappen in de richting van de vleugel maakt. Enigszins gebogen komt hij bijna schichtig op, maakt niet meer dan een korte, routineuze buiging, gaat zitten en...begint als het welkomstapplaus nog maar nauwelijks is verstomd. Als onderdeel van zijn Europese tournee was Sokolov op 10 augustus 2018 in de welbekende Haydn-zaal van het slot Esterházy, in het niet ver van de Hongaarse grens gelegen Eisenstadt in het Oostenrijkse Burgenland. Het was er behoorlijk warm (airco ontbrak of was voor de gelegenheid uitgeschakeld), waar de op het podium gerichte lampenset voor de videoregistratie nog het nodige aan bijdroeg. Sokolov liet er zich niet door afschrikken, zoals altijd bij dit soort gelegenheden gekleed in frak, ofwel de traditionele concertkledij. Het instrument: de vrijwel altijd met hem meereizende Steinway, met aan de zijkant in grote letters 'HINVES', de naam van de exlusieve Steinway-vertegenwoordiger in Spanje. Dat betekent tevens dat de Spaanse pianotechnicus hem ook in Eisenstadt terzijde stond: Patrick Hinves Ballesta. Het mag misschien merkwaardig heten: een wat zijn spel betreft uitermate charismatische pianist die op het podium als verschijning een allesbehalve charismatische indruk maakt. Hij beweegt zich tijdens zijn spel nauwelijks, maar de vele gezichtsuitdrukkingen spreken boekdelen. Het gaat het om de muziek en om niets anders: ieder showelement is hem vreemd, geheel verzonken in zijn eigen muzikale wereld. Het is een consistent beeld dat we ook van andere opnamen kennen. Voor menigeen zal het in de zaal in Eisenstadt bepaald wennen zijn geweest: het (vrijwel) ontbreken van cesuren tussen de verschillende delen maar ook werken, mogelijk ingegeven door Sokolovs voornemen om de spanning (of het aura, zo u wilt) er niet door te laten verbreken. Bij de samenstelling van dit programma moet ook hierover goed zijn nagedacht, want storend bleek het allerminst, integendeel zelfs. Sokolov weet als geen ander wat een spanningsboog inhoudt en welke waarde eraan moet worden toegekend. Wat ook in dit recital vooral opvalt, onverschillig of het de drie Haydn-sonates, Schuberts vier Impromptus of het fameus grote aantal toegiften (zes in dit geval) betreft, is Sokolovs niet of nauwelijks te evenaren gevoel voor klankverfijning en nuance, zowel melodisch, harmonisch als ritmisch. Daar komt nog bij zijn bepaald niet geringe structurele inzicht in het gehele door de componist bedachte concept en de daaruit afgeleide talloze details, naast de precisie die zijn vertolkingen zozeer kenmerkt (geen noot, geen accent, geen dynamische aanduiding staat verkeerd of wordt aan het toeval overgelaten). Terwijl de bevlogenheid in zijn spel er bepaald niet minder om is, integendeel zelfs. Sokolov speelt zeker niet intuïtief (werkelijk alles lijkt tot in detail te zijn overdacht), maar kiest consequent voor volledige dienstbaarheid aan het werk van de componist. Wat op de keper beschouwd alleen maar onzegbare, niet uit te leggen maar wel pure schoonheid oplevert, in klank en in interpretatie. De audio-opname is ronduit schitterend, maar ook de beeldregistratie is een pareltje qua sfeer en cameratechniek. Alsof men op de beste plaats in de zaal zit, met een volmaakt zicht op het spel van Sokolov. Geen afleidende beelden, geen onrustige shots, maar een niet de aandacht naar zich toe trekkende, efficiënte cameraregie die geheel ten dienste staat van dit grootse spel. Aan het begin zien we het publiek het paleis binnengaan en aan het slot het weer verlaten, het is inmiddels vrij donker, het regent licht, paraplu's worden opgestoken. Hoe sfeervol kan het zijn! ________________ index |
|