CD-recensie
© Aart van der Wal, juni 2018
|
Tijdens de Gaudeamus Muziekweek 2017 klonk voor het eerst een nieuw werk van de Oekraïense componist Maxim Shalygin (1985): 'Lacrymosa or 13 Magic Songs'. Het werd onder zijn leiding uitgevoerd op 7 september in TivoliVredenburg, door zeven violisten die waren gerekruteerd uit het Shapeshift Ensemble. Shalygin: "Tijdens de uitvoering van het Lacrymosa gaan de zielen van de luisteraars door een serie van pijnigende, excessieve stadia, om uiteindelijk een catharsis te bereiken. Deze richting bepaalt de dramaturgische structuur van de cyclus. Mijn doel is om een directe, openlijke emotionele respons tot krachtige impressies te komen, iets waaraan de meeste moderne kunst weigert mee te werken." Lacrymosa is het laatste deel van het Dies irae uit de Latijnse dodenmis. De volledige tekst daarvan luidt als volgt:
Shalygin heeft dit Lacrymosa tot 'motto' van het dertiendelige werk gemaakt, waarbij het overigens niet gemakkelijk of helemaal niet valt vast te stellen waarin nu precies het religieuze karakter ervan schuilt. Het is immers uitsluitend instrumentaal gedacht (ten overvloede: van een gesproken tekst is geen enkele sprake). We kunnen dus slechts afgaan op de woorden van de componist: dat hij een werk heeft geconcipieerd dat een voortdurend gebed om verlossing symboliseert. Wie echter daaraan geen boodschap heeft, ondergaat 'Lacrymosa' dus als een puur instrumentaal werk.
Maar afgezien daarvan: welk compositorisch houvast is er? De factor tijd lijkt in ieder geval deels te zijn weggevallen door de duidelijk nagestreefde inertie van het toegepaste materiaal. Wat er zoal verandert binnen het gekozen totaalconcept heeft eerder perifere dan fundamentele kenmerken. Alsof een geconcentreerde kern zich steeds wil manifesteren, daarin afwisselend wel en niet slaagt. Het zou kunnen worden uitgelegd als een instrumentale vorm van de zielenstrijd zoals we die in sommige tekstfragmenten van de missa pro defunctis tegenkomen. 'Lacrymosa' is ongrijpbaar complex, als een heel ver van ons afstaande ster. De herkenbaarheid wordt bemoeilijkt door het vage beeld dat in dit complexe melodie- en akkoordenconcept zijn opwachting maakt om zich uiteindelijk net zo vaag weer op te lossen. Geen duidelijke wegwijzers dus die ons kunnen helpen onze weg door dit labyrint te vinden, wat mogelijk naar een hiernamaals wijst dat enerzijds onbekend is en anderzijds onze aardse hulpeloosheid bevestigt. De spiegel die ons wordt voorgehouden is vervormd, de onvoorspelbaarheid ervan net zo fascinerend als de monolitische klankvelden. De paradox is ook dat hoe vaak er ook naar dit werk wordt geluisterd het toch niet zijn verrassende discours blootgeeft. Waarmee ik dan tevens vrijwel uitsluit dat dit 'Lacrymosa' zich afdoende laat analyseren. De compositietechniek heeft sowieso niet het laatste woord. Voor de musici moet dit werk een regelrechte krachttoer zijn, en dan met name op het podium: dit project vereist een enorme concentratie om alleen al de uiterst gecompliceerde klankvormen te laten slagen. In de studio is er tenminste nog de mogelijkheid om herhaaldelijk 'op adem te komen'. De uitvoering is formidabel en gaat ook in expressief opzicht door merg en been (misschien een wat merkwaardige term in het licht van het programma...) Wie kritiek wil leveren op de moderniteit van 'Lacrymosa' moet zich allereerst realiseren dat het muziekbedrijf in ons land eerder aan gezapigheid dan aan progressiviteit heeft gewonnen, de voortvarende NTR ZaterdagMatinee serie buiten beschouwing latend. Terwijl nieuwe muziek een essentiële voorwaarde is om ook een nieuwe muziekgeschiedenis te kunnen schrijven. Dat nieuwe muziek bovendien nieuwsgierig moet maken en nooit en te nimmer mag dienen als het gemakkelijke afvoerputje van het cultuurconservatisme. Uitvoeren wat anderen links laten liggen, het is en het blijft een belangrijke drijfveer van de in de nieuwe muziek gespecialiseerde ensembles. Gelukkig maar dat ze er zijn en - soms tegen de financiële stroom in - onverdroten daarmee doorgaan. Dat geldt ook voor het Shapeshift Ensemble, dat het heeft aangedurfd om dit bepaald niet toegankelijke werk van Shalygin op het repertoire te zetten en er - nog belangrijker - er een hartstochtelijk pleidooi voor te houden. Nieuwe muziek uitvoeren alsof zij klassiek, is, het is een adagium dat ook het Shapeshift als een handschoen past. De opname werd gemaakt door Brendon Heinst, die daarvoor state-of-the-art high-end apparatuur heeft ingezet in 352.8 kHz 32-bit DXD, waaronder D/A-conversie van Merging Technologies, microfoons van Sonodore, bekabeling van Furutech (ook in hogere resoluties: meer info op https://trptk.com/nl/). Hoor je dat ervan af? Er is, wat deze cd betreft, geen direct vergelijkingsmateriaal beschikbaar (behoudens op basis van de verschillende resoluties die op de genoemde site voorhanden zijn), maar een feit is wel dat de registratie extreem helder is en met grote definitie uit de (elektrostatische) luidsprekers komt. Een check met behulp van een elektrostatische hoofdtelefoon (Stax Lambda Pro) leverde een vergelijkbaar indrukwekkend resultaat op. De cd is anders dan gebruikelijk verpakt in het langwerpige doosje dat we kennen van de dvd. De uitstekend geschreven toelichting is een 'must' om als hulp te dienen om de achtergronden van dit complexe werk tenminste enigszins te kunnen ontsluieren. index |
|