CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2022 |
De Britse componist Peter Seabourne (*1960), waarover op het internet veel te vinden is, stuurde mij enige weken terug twee albums met het verzoek ze te beluisteren en eventueel te recenseren. Aldus hier de bespreking van het eerste album (het tweede volgt later) met uitsluitend hoornkwintetten, waaronder ook een compositie van Seabourne zelf: Fall, met als inspiratiebron het grafisch werk van zijn in oktober 2020 overleden echtgenote, de kunstenares Marcelle Seabourne (haar website wordt door haar familie onderhouden).
De aanleiding tot Fall is een aantal monoprints (waarvoor Marcelle een speciale techniek had ontwikkeld) in de vorm van een reeks abstracties die verband houden met Ring Out, Wild Bells, een gedicht van Alfred Lord Tennyson (1809-1892), deel uitmakend van een In Memoriam dat is gewijd aan de gestorven verloofde van zijn zuster. Het is indrukwekkend genoeg om het in zijn geheel te citeren:
Waarna ik vervolgens de componist van Fall aan het woord laat:
Het Hoornkwintet op. 135 van Seabourne's vriend en collega Robin Holloway (1943) dateert uit 2020, is deels nieuw en deels samengesteld uit zijn eerder werk. In het vierde deel, een klassiek vormgegeven rondo, grijpt de componist terug op een (reeds eerder door hem op muziek gezet) sonnet van Lord Edward Herbert of Cherbury, waarvan hij de tekst toevallig in handen kreeg van een vriend die er behoorlijk van onder de indruk was geraakt. Tijdens het componeren van het kwintet vielen Holloway de regels van het sonnet in die, naar zijn zeggen, naadloos pasten bij wat uiteindelijk het slotdeel, het rondo zou worden:
Mozart componeerde zijn Hoornkwintet in de herfst van 1782, zijn eerste jaar in Wenen, na het definitieve vertrek uit het hem knellende Salzburg. Het werk ontstond kort na zijn huwelijk met Constanze Weber en de succesvolle uitvoering van Die Entführung aus dem Serail. Dit Hoornkwintet markeert de vruchtbare samenwerking tussen Mozart en de hoornvirtuoos Ignaz Joseph Leutgeb, een musicus die in hoog aanzien stond en voor wie Haydn en Hoffmann al eerder hoornstukken hadden gecomponeerd. Mozart zou behalve dit Hoornkwintet minstens nog drie Hoornconcerten voor Leutgeb componeren. Evenals Mozart was ook Leutgeb van Salzburg naar de muziekmetropool Wenen verhuisd. Mozart kende hem al eerder als hoornist, toen deze nog deel uitmaakte van het orkest van vader Leopold. Toen het Mozart later in Wenen financieel bepaald niet voor de wind ging, was het onder meer Leutgeb die hem hielp om deze moeilijke periode door te komen. In het kwintet heeft Mozart afgezien van de gebruikelijke tweede viool, maar koos hij in plaats daarvan voor de altviool, met een warmere klank als resultaat. Evenals Beethoven schreef Mozart voor de natuurhoorn (dus zonder ventielen). Volgens zijn tijdgenoten was Leutgeb een ware grootmeester in deze speeltechniek. Geen wonder dus dat Mozart speciaal voor Leutgeb een uitermate virtuze hoornpartij schreef. Beethovens Hoornsonate op. 17 (het bleef bij deze ene in het genre) - hier uitgevoerd als hoornkwintet in de bewerking van Sebastian Comberti - werd voor het eerst uitgevoerd in april 1800. Het was de hoornvirtuoos Giovanni Punto (geboren Jan Václav Stich), voor wie het werk was geschreven en die het ook, met de componist aan de piano, ten doop hield. Waar of niet waar, het verhaal gaat dat de pianopartij tijdens die uitvoering door Beethoven deels moest worden geïmproviseerd (hij kon dat trouwens als de beste!) omdat op de dag van uitvoering deze nog niet voltooid was. Dat stond het succes ervan overigens bepaald niet in de weg: er was veel publieke bijval voor het stuk, zowel in Wenen als later in Pest. Ook bij de herhaling tijdens een benefietconcert ten bate van de vele oorlogsgewonden na de desastreus verlopen slag bij Hohenlinden, reageerden de Weners enthousiast. De vele jachtsignalen waaraan de Hoornsonate rijk is, maar ook andere geraffineerde effecten (waaronder de snelle repeteernoten en de levendige chromatiek) zullen aan dat succes het nodige hebben bijgedragen. In ieder geval kon Punto met dit stuk laten horen én zien wat hij als hoornvirtuoos in zijn mars had! Hij gaf het werk alleen al technisch als het ware vleugels, maar hoornisten die op zijn niveau konden acteren, waren er in die tijd niet of nauwelijks te vinden. Vandaar dat Beethoven besloot om een alternatieve versie te componeren, en daarbij de hoornpartij te vervangen door de cello. De Boheemse hoboïst en componist Carl Khym (hij werd in hetzelfde jaar geboren als Beethoven: in 1770) zette zich aan een versie voor strijkkwintet (strijkkwartet plus contrabas), met de oorspronkelijke hoornpartij voornamelijk in de cello gesitueerd. Op deze opname horen we echter de bewerking voor hoorn en strijkkwartet door Sebastian Comberti, cellist en cellist bij de Britse Hanover Band en de London Mozart Players.
De uitvoering is een puur Tsjechische aangelegenheid geworden, met de hoornist Ondřej Vrabec (zou Punto net zo goed zijn geweest als deze hoornvirtuoos, tevens dirigent?) en het in 2011 opgerichte Pavel Borkovec Quartet (met in Mozarts Hoornkwintet tevens de altvioliste Helena Vovsová) in gloedvolle en tot in de puntjes afgewerkte vertolkingen waar het engagement vanaf straalt.
index |
|