![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, april 2018
|
Het Duitse label TYXart mag best een aanwinst worden genoemd. Het positieve beeld is vergelijkbaar met dat van het Belgische Phaedra: beide labels besteden veel aandacht aan (relatief) onbekende componisten uit voornamelijk de eigen regio of die het om meer dan alleen geografische redenen meer dan waard zijn onder de aandacht te worden gebracht. Daarbij wordt gelukkig en passant afgerekend met de gedachte dat prachtige, inhoudsrijke muziek alleen van genieën afkomstig zou kunnen zijn. Ook buiten het tot op het bot verkende ('mainstream') repertoire, aan de periferie, rijgt het ene helaas tot dan (vrijwel) onbekend gebleven juweel zich aan het andere. Muziek ook die, buiten de eigen tijd geplaatst, om uiteenlopende redenen in vergetelheid is geraakt, maar die het meer dan waard blijkt te zijn om daaraan te worden onttrokken. Het voordeel van dergelijke verkenningen is bovendien dat het alom bekende in een ander licht kan worden gezet, de context ervan als het ware een aanvullende dimensie krijgt, wat het gehele beeld alleen nog maar interessanter maakt. Het is net als goed programmeren: het ene werk dat het andere versterkt en de pure muzikale synergie die daaruit voortvloeit. Dat kan binnen een bepaald concertprogramma, maar ook binnen een cd-verzameling. TYXart maakt niet alleen eigen producties, maar werkt ook regelmatig samen met de SWR, de Südwestfunk in Baden-Baden, de omroep die al voor zoveel schitterende opnamen heeft gezorgd en al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw tevens excelleerde in de uitvoering van eigentijdse muziek. Dat was in de tijd dat Hans Rosbaud er de dirigeerscepter zwaaide en het ene na het andere avontuurlijke programma op de rol zette. Later werd er, als een vorm van eerbetoon, een studio naar hem vernoemd: de SWR Hans-Rosbaud Studio. In het algemeen geldt dat dankzij de samenwerking tussen label en omroep er vaak zeer interessant repertoire op cd wordt uitgebracht dat er anders niet zou zijn geweest. Daarvan zijn er voorbeelden te over, ook in ons eigen land, waaronder de vele opnamen die werden gemaakt door de radio-orkesten in het MCO, het Muziekcentrum van de Omroep. Zonder de omroeporkesten zouden we als muziekliefhebbers maar ook de cultuursector als zodanig er veel slechter aan toe zijn geweest. Daar mag best weleens wat meer bij stil worden gestaan!
Deze twee geheel aan de liederen van Margarete Schweikert (Karlsruhe 1887-1957) gewijde cd's vormen een welkome aanvulling op het toch al riant te noemen Duits-Oostenrijkse romantische liedrepertoire. De laatromantische inslag van deze liederen is onmiskenbaar, zoals onder meer blijkt uit de vrijheid waarmee Schweikert de tonaliteit te lijf is gegaan en de expressieve spanning die dat oplevert (om menigmaal pas aan het einde van het lied te worden opgelost). De emotionele diepte wordt vaak vooral bepaald doordat doelbewust is gekozen voor een veelkleurige harmonische onderbouw van een complexe signatuur, waarbij metrum en tekstuitbeelding sterk met elkaar worden verbonden. Hoewel het volksliedachtige karakter van sommige liederen de boventoon voert, had Schweikert toch duidelijk uitvoering door professionele, begaafde zangers voor ogen, terwijl ook van de pianist veel gevraagd. Daarbij komt nog dat binnen het lied vaak sprake is van grote stemmingswisselingen die onmiddellijke omschakeling vereisen. Men zou zich kunnen voorstellen dat deze liederen nog meer zouden hebben gewonnen bij liedzangers met een nog groter interpretatief vocabulaire, maar we moeten ons daarbij wel realiseren dat de kans meer dan levensgroot was geweest dat we deze liederen van Margarete Schweikert dan nooit zouden hebben gehoord. De begeleiding (in dit geval een understatement) is bij Jeannette La-Deur in de beste handen. index |
|