CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2022

Pyeonji | Letters

Schumann-Wieck: Drei Romanzen op. 22

Schumann: Drei Romanzen op. 94

Schubert: Sonata in a, D 821 (Arpeggione)

Hoechan Lee (cello), Sangwook Park (piano)
Solaire 13 • 48' •
Opname: juni 2022, Kirche Zum Heiligen Kreuze, Berlijn

 

De waardering kan niet groot genoeg zijn voor al die jonge zeer getalenteerde musici die niet alleen op het concertpodium maar ook in de studio - wel of niet met behulp van crowdfunding - het beste van zichzelf willen geven. Dat daarbij vaak wordt gekozen voor repertoire dat de enigszins goed ingevoerde liefhebber tenminste vrij goed kent doet daaraan niet af. Het belangrijkste feit is immers dat een nieuwe generatie het stokje op vaak indringende wijze weet over te nemen en alleen al daardoor als het ware al diegenen tegenspreekt die de klassieke muziek zo ongeveer dood hebben verklaard.

Voor de Zuid-Koreaanse cellist Hoechan Lee - hij schrijft het in de toelichting - weerspiegelt zijn eerste album een bijzondere periode in zijn leven zoals hij dat ervoer toen hij in Europa woonde. Daaraan toegevoegd in zijn eigen woorden: 'In a way, these performances are like snapshots of my young desires, aspirations, passion and love.'

Voor ons als luisteraars geldt uiteraard primair de vraag: komt dat in zijn spel tot uitdrukking en zo ja, verhoudt zich voldoende tot de muziek zelf? Het antwoord kan kort zijn: nou en of! Lee speelt doorleefd, zangerig, fraseert subtiel, ontwikkelt klankkleuren met groot raffinement, hanteert terecht een uitgesproken romantische toets in de Romances van het echtpaar Schumann en interpreteert Schuberts 'Arpeggio' als een betoverend substituut van het origineel: de al lang en breed in onbruik geraakt arpeggione, het in 1824 in Wenen door Johann Georg Staufer voor het eerst geïntroduceerde zessnarige strijkinstrument dat qua afmetingen veel weg heeft van de klassieke gitaar. In de hedendaagse praktijk is het werk bij uitstek geschikt voor de cello, met op de tweede plek de altivool. Wat overigens niet wegneemt dat de cellist alleen al in puur technisch opzicht van goeden huize moet komen, wil hij de hooggelegen passages moeiteloos tot klinken brengen; wat Lee bepaald wel is toevertrouwd.
Maar laat ik hierbij zeker de rol van Lee's landgenoot, de pianist Sangwook Park, niet vergeten, want hij blijkt voor het spel van de cellist de ideale 'begeleider' (tussen aanhalingstekens, want ook van zijn bijdragen wordt het nodige geëist).

Dirk Fischer heeft dit flonkerende spel in de Berlijnse Heilige-Kruis-kerk tot in de puntjes vastgelegd op 192kHz/24-bit. Pianotechnicus Gerd Finkenstein zorgde voor een perfect gestemde Steinway D. Van de speelduur verwachten we tegenwoordig wel meer: 48 minuten is aan de karige kant terwijl ruim 80 minuten geen enkel probleem meer vormt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links