CD-recensie
© Aart van der Wal, december 2018
|
Zowel de beide vioolsonates van Schumann (1810-1856) als de beide klarinetsonates van Brahms (1833-1897) ontstonden aan het einde van hun creatieve bestaan. Al was er wel sprake van een aanzienlijk leeftijdsverschil: Schumann was toen 41 (hij werd 46), Brahms 61 (hij werd op een maand na 66). Schumann werd geestesziek, deed een mislukte zelfmoordpoging en eindigde troosteloos en reddeloos in een inrichting voor geesteszieken. Brahms, 'frei aber einsam', bezweek vermoedelijk aan de gevolgen van altvleesklierkanker. Zijn de klarinetsonates, ondanks hun direct aansprekende virtuositeit, vervuld van herfstkleuren, in Schumanns vioolsonates heerst zelfs nog een jeugdig optimisme en zijn ze doortrokken van een markante frisheid. Zo bezien hebben deze op dit nieuwe album vastgelegde twee sonates weinig met elkaar gemeen. Of het zou de intimiteit van de kamermuziek als genre moeten zijn en natuurlijk het feit dat Schumann en Brahms met elkaar bevriend waren. Een vriendschap overigens waarin, het is wijd en zijd bekend, Clara Schumann een belangrijke rol heeft gespeeld. Voor de een ligt het misschien meer voor de hand dan voor de ander, maar het was zeker een goede gedachte om deze beide sonates op cd samen te brengen en eens te meer omdat Burkhard Maiss met het bespelen van zowel de viool als de altviool geen enkele moeite heeft. Hij beheerst beide instrumenten zelfs tot in de vingertoppen, wat overigens minder vreemd is dan het misschien lijkt: hij is voorwaar de enige niet die dit presteert. In ons eigen land is Isabelle van Keulen daarvan een wel zeer welsprekend voorbeeld. index |
|