CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2016
|
Robert Schumann schiep pianowerken als Kreisleriana, Kinderszenen, Davidsbündlertänze in verdroomde, maar ook in grillig expressieve schakeringen die spreken van een fantasierijk hoorn des overvloeds, een muzikaal sprookjesbos waarin echter ook de realistische toets niet ontbreekt. De ontmoeting van Adam Laloum (Toulouse, 1987) met de kleurrijke geesteswereld van Robert Schumann raakt de kern ervan en laat ons meedromen in de onvergelijkbare Davidsbündlertänze. In deze achttien miniaturen (Schumann voorzag ze in de partituur van een 'F' of een 'E', al naar gelang wie aan het 'woord' was: Florestan' of Eusebius) musiceert Laloum dichterlijk, sensitief, idyllisch maar ook subtiel en voornaam. Dat zijn de kernwoorden die ik noteerde toen ik naar dit prachtige spel luisterde. Ook Schuberts laatste sonate past in dit beeld, al zijn de structurele lijnen veel langer en moet het detail het daartegen doelbewust afleggen om fragmentatie te voorkomen. De vertolker moet het einddoel goed in het zicht houden, tegelijkertijd geduldig en geëngageerd zijn, maar ook hier mag worden gedroomd, gemeanderd bijna (het eerste deel neemt bijna 21 minuten beslag), zonder echter de pulserende dreigingen te veronachtzamen. Het is misschien nog het beste om deze muziek haar eigen verhaal te gunnen, er vooral niet als interpreet tussen te gaan staan, haar iets op te leggen dat zij van nature niet bezit. index |
|