CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2010

 

 

Schumann: Pianosonate nr. 1 in fis, op. 11 - Kinderszenen op. 15 - Faschingsschwank aus Wien op. 26.

Liebrecht Vanbeckevoort (piano).

Aliud ACD HJ 042-2 • 76' • (sacd)

www.liebrechtvanbeckevoort.com

www.aliudrecords.com

 


Het grootste winstpunt van dit recital van de Belgische pianist Liebrecht Vanbeckevoort (1984) is Schumanns Eerste pianosonate, een waar stiefkind van zowel het reguliere concert- als het studiorepertoire. De meest voor de hand liggende reden voor deze aperte verwaarlozing is misschien de ietwat brokkelige, soms zelfs fragmentarische themabehandeling en het duidelijke gebrek aan heldere, structurele lijnen zoals we die nu eenmaal in de klassieke sonatevorm verwachten. Het slechts kleine feilen in een werk waarin Schumann excelleert in een fantastisch klanklandschap en een niet minder gedurfd, soms bijna hypnotisch en beangstigend betoog. Het wispelturige verloop van de beide expansieve hoekdelen (het openingsallegro neemt ruim dertien, het slotallegro bijna twaalf minuten in beslag) schreeuwt als het ware om een pianist die niet op de rem trapt, maar zich volkomen vrijgevochten door dit grillige en beklemmende parcours beweegt.

Dit in al zijn geledingen zo improvisatorische werk uit 1835, Schumann was toen pas 25, vormt een amalgaam van literaire en muzikale verwijzingen en ingewikkelde anagrammen (gestoeld op 'Clara'), waardoor het strikt structurele element er in dit werk eigenlijk niet meer zo toe doet. Het is bovendien wonderlijk om zo briljant te worden geconfronteerd met de klankwereld van Schubert, de late Beethoven en zijn vriend Mendelssohn (de aria, senza passione, ma espressivo, lijkt inhoudelijk en stilistisch sterk op Mendelssohns Lieder ohne Worte).

Vanbeckevoort heeft in deze sonate niet of nauwelijks concurrentie. Hij speelt het vierdelige werk met een enorme flair, lijkt soms dwars door deuren en muren te gaan, maar die stijl past naadloos bij deze muziek. Schumann liet zich in deze sonate evenmin kennen als een in rustieke exploraties verwijlende toondichter. Een minuscuul puntje van kritiek zou kunnen zijn dat hij in het Scherzo en de Finale de ambigue kanten van Schumann een fractie meer gewicht had kunnen geven. Ik zeg het met enige voorzichtigheid want zijn keuze voor een zo helder mogelijke retoriek is absoluut goed verdedigbaar.

Met de Kinderszenen en Faschingsschwank heeft Vanbeckevoort daarentegen wel veel concurrentie te duchten. Vrijwel alle pianisten van naam hebben deze stukken op de plaat of de cd vastgelegd; met name Kinderszenen is in de catalogus zeer rijk vertegenwoordigd. Desalniettemin staat Vanbeckevoort in deze karakterstukken zijn mannetje en zelfs vrouwtje, al houd ik voor Faschingsschwank op Piotr Anderszewski (Virgin) die de klankkleuren nog iets geraffineerder uitwerkt (klik hier voor de recensie). Vanbeckevoort is me in deze vier stemmingsbeelden te weinig Weens, de vertraging op de tweede tel minder en het rubato met te weinig raffinement. Maar Anderszewski heeft in tegenstelling tot Vanbeckevoort wel het 'voordeel' van een live-uitvoering. In Kinderszenen spreekt Vanbeckevoort als de deels naïeve dichter en dat bevalt uitstekend.

De Steinway D-274/573.978 is formidabel opgenomen. Zo hoor je de grote concertvleugel maar zelden. Jos Boerland, de man achter Aliud, heeft daarmee een ware topprestatie neergezet. De opname werd eind augustus, begin september gemaakt in de (grote) zaal van het Koninklijk Conservatorium in Brussel. De pianist heeft zich - zo leert ons het colofon - eveneens actief met de editing en de mastering bemoeit. Dat maak je niet veel mee! Ondanks enige kleine kanttekeningen een zeer geslaagd recital.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links