CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2003


Schumann: Drie gedichten van Emanuel Geibel op. 30 - Zes gedichten uit het liedboek van een schilder op. 36 - Romances en balladen, boek I, II en III op. 45, 49 en 53 - De handschoen op. 87 - Balthasar op. 57 - Vijf liederen uit het Deens en Nieuwgrieks op. 40.

Olaf Bär (bariton), Helmut Deutsch (piano).

EMI 7243 556199-2 • 72' •


Schumanns romances en balladen vinden hun wortels in lang vervlogen tijden met hun legenden en schelmenavonturen, waarin Richard the Lionheart zijn opwachting maakt en Lorelei op de rechter oever van de Rijn haar verleidingskunsten naar de bootslieden uitstrekt, hen naar de rotsen lokt waar ze te pletter te slaan. Op. 36 heeft een autobiografische inslag: in het tweede lied, Ständchen, wordt de weerstand van
Clara's vader tegen het huwelijk van Clara Wieck en Robert a.h.w. gesymboliseerd. "Liebchen, was zögerst du?" In het eerste lied, Sonntags am Rhein, horen we het orgel tijdens de zondagse kerkdienst in de linkerhandaccoorden van de pianobegeleiding. Er zijn ook reminiscencies aan Dichterliebe (Der Spielmann).

Bär heeft grote affiniteit met dit repertoire en dat uit zich in een idiomatische vertolking. Raffinement en goede timing gaan hand in hand, waarbij ik slechts enige kanttekeningen plaats bij legato-passages in mezzoforte: de toonvorming is dan net niet optimaal, met incidenteel enige afbreuk aan een consistente `Gesangslinie'. In het hoge register is er soms meer aandacht voor de techniek dan voor de kleuringsmogelijkheden. Wat niet wegneemt dat dit zeer respectabele vertolkingen zijn, waarbij Bär zoals vanouds vakkundig en geïnspireerd terzijde wordt gestaan door Deutsch.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links