CD-recensie
© Aart van der Wal, januari 2025 |
Het voor mij doorslaggevende bezwaar omtrent de vertolking van met name het Celloconcert is het ‘gelikte' karakter ervan, het melos als geheel dusdanig gepolijst dat het me al snel begon te vervelen. De detaillering wordt dusdanig gekoesterd dat het ten koste gaat van van de grote lijn (architectuur). Bovendien zit de voortdurende zucht naar klankschoonheid het intuïtief-spontane 'vivre' menigmaal in de weg. Dat geldt voor zowel Soltani als voor het in dezelfde 'flow' meegaande kamerorkest Camerata Salzburg, met Gregory Ahss als concertmeester. Kortom, dit is meer een 'salonfähige' dan aanstekelijk-bevlogen uitvoering. Er zijn liefhebbers en recensenten die er gek op zijn, maar ik niet. Bezien vanuit de werkstructuur en de transcendente aspecten is het een verre van conventioneel werk (door de componist in het manuscript niet zonder reden als 'Konzertstück' aangeduid) dat qua vertolking om een daarop geënte aanpak vraagt. Dat betekent ook een adequaat oog en oor voor de ontwikkeling van de in het openingsdeel geïntroduceerde thematiek (die in alle drie delen doorwerkt). Het is naast de emotionele reikwijdte (met name het middendeel straalt intense lyriek uit) dit aspect dat het concert zijn - soms niet meer dan gesuggereerde - hechtheid verleent. Die hechtheid maar ook de weerbarstige kaders sneuvelen doordat Soltani zich met name heeft willen richten op klankschoonheid en liefde voor het detail. Dat laat onderbelicht wat dit opus juist zo fascinerend maakt: de breed uitgemeten expressieve spanwijdte die zozeer manifest is en aan de meest uiteenlopende stemmingen raakt. Sterk met elkaar contrasterende elementen als contemplatie, agitatie, gloedvolle lyriek en niet puur op virtuositeit gerichte brille bepalen het speelveld en niet een gladgestreken klankcultuur. Volgens de overlevering had Schumann grote hekel aan applaus tussen de delen, wat hem mogelijk heeft doen besluiten om de drie delen zonder onderbreking in elkaar over te laten gaan. Ook dit stelt hoge eisen aan de vertolking wat betreft de vormgeving van het gehele werk. Soltani cum suis hebben dienaangaande de lat echter niet al te hoog gelegd. In het cd-boekje is zowel de toelichting van Soltani als die van Jürgen Ostmann afgedrukt - uiteraard vanuit hun invalshoek. De kop van Ostmann doet vanuit interpretatief perspectief meer recht aan het werk, legt het zwaartepunt terecht bij Zwischen »frischem künstlerischen Geist« und Verzweiflungssprung. Die van Soltani spreekt me minder aan: Zwischen lyrischer Freiheit und kompositorischer Strenge. We weten dan gelijk waar bij Soltani de prioriteiten liggen, terwijl het nu juist het onnavolgbare mengsel van creatieve frisheid en schier onpeilbare vertwijfeling is dat het Celloconcert zozeer markeert. Het is Soltani's romige aanpak die daaraan afbreuk doet. De overige stukken op deze cd, waaronder de door Soltani zelf gemaakte liedtranscripties voor cello en piano, varen min of meer een vergelijkbare koers, al verdraagt het ene stuk Soltani's cosmetische aanpak beter dan het andere, met Julien Quentin als respectievelijk soepele en volgzame begeleider. De speelduur van de cd is nogal karig uitgevallen: een halfuur méér kan tegenwoordig zelfs zonder enig bezwaar. index |
|