CD-recensie

 

© Aart van der Wal

 

Schumann: Dichterliebe, op. 48 - Liederkreis, op. 24 - Dein Angesicht, op. 127/2 - Lehn' deine Wang', op. 142/2 - Der arme Peter, op. 53/3.

Peter Schreier (tenor), Christoph Eschenbach (piano).

Teldec 4509-97960-2 • 60' •


Het probleem van een deel van de huidige generatie liedvertolk(st)ers is dat zij - voor zover zij daarvoor dan de vocale middelen en techniek in huis hebben - niet of nauwelijks aan een eigen interpretatie toekomt. Ik heb dat in deze kolommen al meer opgemerkt: het klinkt - als het meezit - allemaal 'wunderschön', maar de ziel ontbreekt. Dat komt vooral door een gebrek aan voorstellings- en inlevingsvermogen, literaire kennis én inzicht in het gehele oeuvre van de componist. En dus heeft menigeen ook geen enkel idee van hetgeen zich achter de liedteksten verbergt. Je hoeft trouwens maar enige 'masterclasses' bijgewoond te hebben om daarvan overtuigd te raken. En dan zijn er de operasolisten die hun vocalistiek en expressieve mogelijkheden op een vele meters breed operatoneel kunnen etaleren en de illusie koesteren dat zij dit in het lieder-repertoire ook kunnen. Daarbij vergetende dat het bij het lied, de moeilijkste kunstvorm überhaupt, om hooguit enige centimeters gaat.

Schreier kent dit repertoire door en door en dat hoor je bij ieder woord, ja iedere lettergreep. De toonvorming is volmaakt afgestemd op de tekst, en dictie en dynamische gradaties maken onverbrekelijk deel daarvan uit. Een enkel accent, een minuscuul rubato of accelerando blijken voldoende om de suggestieve krachten achter noten en tekst wakker te roepen. De tot in de kleinste details uitgewerkte legato-stijl (Ich will meine Seele tauchen), het vermijden van suikerzoete lyriek (Ich hab' im Traum geweinet), het nét even aanzetten van de toon (Die alten bösen Lieder), ze vormen zonder uitzondering evenzovele voorbeelden van een door de jaren heen ontwikkelde stijl die alles met tekstbegrip en de muzikale vertaling daarvan te maken heeft. Eschenbach toont zich een waardige partner in dit repertoire: zijn onopgesmukte spel treft de liederen in de kern, al had ik enige moeite met de wat overdreven accenten aan het slot van op. 48. De uit '88 stammende opname is een sieraad, met een zeer geslaagde balans tussen zangstem en piano.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links