![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2017
|
Met de toename van het discografisch repertoire neemt ook het aantal buitenissige bewerkingen toe. De 'gewone' bewerkingen, wel of niet (nog) door de componist gesanctioneerd, zijn er altijd al geweest, maar ik zie al enige jaren de toename van arrangementen waarvan ik me afvraag wat daarvan eigenlijk de muzikale boodschap of zelfs meerwaarde zou kunnen zijn. Maar zoals dat meestal gaat: de een zal dat geweldig vinden, terwijl de ander er weinig tot niets in ziet. Wat pleit voor een bewerking? De argumenten heeft de componist misschien zelf al onder woorden gebracht of in daad omgezet. Ik heb het al eerder gememoreerd: pianouittreksels waren reeds in de negentiende eeuw bon ton, en niet in de laatste plaats omdat die echt nuttig waren: niet iedereen kon immers naar een concert (als dat er al was) of een operavoorstelling en dan was het wel zo handig als men thuis toch van een symfonie, oratorium, opera of operette kon genieten door het stuk op de piano te spelen. Het was dan wel surrogaat, maar het glas was wel halfvol. Men moest het natuurlijk wel eerst twee- of vierhandig) instuderen, maar dat maakte het plezier er niet minder om. Bovendien: de thuismuzikanten leerden er ook veel van. Niets is leerzamer dan zelf muziek maken. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo. Aan de andere kant van het spectrum was er een vorm van dienstbetoon (of hommage) van de ene aan de andere componist: denk in dit verband alleen maar aan Liszt, met zijn bewerkingen van Schuberts liederen en Wandererfantasie, maar ook de vele concertparafrases die hij van menige opera vervaardigde, en dan uiteraard met een virtuoze inslag. Bewerkingen zijn van alle tijden en voor de meest uiteenlopende bezettingen. Daarbij gaat het er niet om dat zo'n bewerking het origineel in de schaduw zou moeten stellen, of dat de bewerker erop uit is geweest om de componist te 'verbeteren', hoewel ik me blijf verbazen over bewerkingen die volgens de makers tot doel hebben het origineel 'transparanter' te laten schijnen. Met andere woorden, dat de nieuwe jas het lichaam eronder beter zichtbaar maakt. Alsof dat dan per definitie een beter beeld op zou leveren, laat staan dat het door de componist zo bedoeld is geweest. Wie een grote Mahler-symfonie in kamermuzikale bezetting herschrijft gaat aan het simpele feit voorbij dat die symfonie door de componist niet als zodanig is geconcipieerd. Daar moet je dus gewoon van afblijven (vind ik). En om nog een argument tégen van stal te halen: in een symfonie (maar ook in ieder ander groot werk) is het beslist niet zo dat iedere stem duidelijk gehoord moet worden, helder te definiëren is. Op die manier zou bijvoorbeeld Beethovens 'Pastorale' geheel en al van zijn 'Ausdruck der Empfindung' worden beroofd. Het wordt al hachelijk om een lied voor tenorstem aan bariton of bas toe te vertrouwen. Er moet niet alleen worden getransponeerd, maar het lied wordt daardoor ook blootgesteld aan een geheel andere kleurstelling. Het wordt nog ingrijpender als een sopraan of mezzo in het spel komt. Neem een lied als 'Kriegers Ahnung' (D 957 nr. 2) uit Schuberts 'Schwanengesang'. We bevinden ons zonder enige twijfel in een mannenwereld en dan ook nog een hardvochtige: die van de oorlog, van het komende slagveld. Wat moet een (beschrijvende) vrouwenstem in dat beeld? Toch is het gedaan, onder anderen door de mezzo Brigitte Fassbaender (met de pianist Aribert Reimann, op DG). Ik laat de liedtekst onverkort volgen:
Wie de muziek hoort en de tekst (van Rellstab) leest kan precies navolgen wat de componist zich hier heeft voorgesteld. Daar past met de beste wil ter wereld geen vrouwenstem bij. Een dergelijk voorbeeld is uiteraard naar believen uit te breiden. Een soortgelijk beeld doet zich voor bij Schuberts 'Winterreise'. Evenmin heerst er enige twijfel over dat de liedteksten uitsluitend op de manlijke 'Wanderer' zijn geënt. Er is wel een vrouw in het spel, maar dat is de geliefde die al aan het begin, in 'Gute Nacht', de protagonist letterlijk in de kou heeft laten staan en bovendien niet deelneemt aan het vocale parcours. Toch zij het (maar liefst vijf) dames die op deze nieuwe cd de 'Winterreise' zingen. Terwijl Schubert bovendien zijn liederen - een uitzondering uiteraard daargelaten (zoals 'Gretchen am Spinnrade' er een is) - voor tenorstem schreef. Het is helder wat er met een lied gebeurt als een vrouwenstem een mannenrol aanneemt: de stemming slaat om, de verhaaltrant neemt een andere wending, het beeld kantelt. Naarmate er, zoals in dit geval, meer vrouwenstemmen in het geding zijn worden de verschillen met het origineel alleen nog maar uitvergroot. De eenzaamheid die in de oorspronkelijke zetting voor mannenstem van 'Winterreise' afstraalt, wordt alleen al door de meerstemmigheid (in dit specifieke geval dus de vijf vrouwenstemmen) merendeels ontmanteld, of gewoon weggevaagd. Waar nog bijkomt dat deze vrouwenstemmen elkaar - feitelijk noodgedwongen - als het ware vocaal 'vasthouden'. We hebben aldus te maken met een geheel andere sfeertekening die - hoe goed bedoeld en hoe goed gedaan ook - heel ver afstaat van wat de componist heeft willen uitdrukken. De enige in dit gezelschap die Schuberts weergaloze sfeertekeningen wel naar mijn gevoel optimaal recht doet is de pianist Maurice Lammerts van Bueren, die zich heeft ontwikkeld tot een van de beste liedbegeleiders die ons land telt. Ook in deze 'Winterreise' geeft hij daarvan een formidabel staaltje: de pianopartij zingt, huilt, lacht, maakt grimassen, weifelt of daalt af naar moedeloosheid, al naar gelang de tocht van de hoofdpersoon zich voortzet. Blijft het 'probleem' van deze bewerking voor vijf vrouwenstemmen die van Schuberts 'Winterreise' een heel ander werk maakt. Waarbij het weinig anders zou zijn geweest als het een bewerking voor vijf mannenstemmen was geweest (hoewel Schubert wel degelijk voor een klein mannenkoor liederen componeerde). Ook in het laatste geval wordt de eenzaamheid van de 'Wanderer' verplaatst naar een gezelschap (nergens wordt dat zo duidelijk als in het slotlied, 'Der Leierman'). Hoe goed er ook wordt gezongen en gespeeld, het is een bewerking zoals deze die het water uit de zee eenvoudig doet wegspoelen. Zelfs het vijfstemmig etherisch gezongen 'Der Wegweiser' in a capella zetting verandert daar niets aan. index |
|