CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2004
Schubert: Pianosonate in c, D 958 - in A, D. 959.
Mitsuko Uchida (piano).
Philips 456579-2 • 73' •
Van Schuberts laatste drieluik zijn deze beide sonates van een ongekende expressieve kracht en in zekere zin ook ware 'Lebensstürme'. De kunst is om deze werken 'aus einem Guss' neer te zetten, desnoods grenzen te doorbreken, de toehoorder daarmee in de ban te slaan. Maar zover komt Uchida niet, want ze blijft wederom steken in allerlei maniertjes die de lange lijnen herhaaldelijk onderbreken en de structurele eigenschappen van de muziek danig onderuit halen. We worden onthaald op een groot aantal merkwaardige agogische accenten (ook in de linkerhand!), op wezensvreemde accelerandi en rubati, en op fraseringen die niet in overeenstemming zijn met het notenbeeld. Eigenzinnig, grillig, wispelturig, vult u maar in. Maar weer ... een prachtige opname.