CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2023 |
Nieuw is het allerminst: de bewerking van Schubert-liederen, hetzij voor piano (Liszt), hetzij voor orkest (o.a. Webern). In de pianocategorie gaat het dan vooral om melodische omspelingen van de oorspronkelijke melodie (in de rechterhand) en harmonische verrijking (in de linkerhand). Liszt was er een ware meester in en wel zodanig dat eenieder die na hem komt daaraan onherroepelijk moet worden afgemeten. Dat zal Bas Verheijden, in Schuberts pianowerken en als liedbegeleider gepokt en gemazeld, zich ongetwijfeld ook hebben gerealiseerd. Uit het briefje dat hij bij zijn cd voegde schreef hij welgemoed: ‘[…] 16 eigen nieuwe liedtranscripties in de stijl van Schubert/Liszt.' Hoe heeft Verheijden zich van zijn taak gekweten? Er schoten mij bij het beluisteren twee belangrijke termen te binnen: gewetensvol en zéér inspirerend. Want echt, hij heeft het voortreffelijk gedaan, in de wetenschap dat in Schuberts liederen de pianopartij een substantieel aandeel heeft in de verbeelding van de liedtekst. Ik ben het met hem eens wanneer hij in het cd-boekje vaststelt dat (zelfs) zonder de liedtekst de muziek dankzij die zo fantasievolle pianopartij gemakkelijk kan worden begrepen. Wat Liszts bewerkingen betreft putte Verheijden veel inspiratie uit de wijze waarop onder diens toegewijde handen Schuberts pianopartij transparant blijft terwijl de zangmelodie alle nodige (pianistische) ruimte krijgt. Dat vinden we dus eveneens terug in Verheijdens verrassende bewerkingen. Niet minder interessant is zijn voltooiing van de Fantasie in C, D 605, die de componist midden in een gejaagde passage verder aan zijn lot overliet. Het 'waarom' van dit bij Schubert zeker niet unieke verschijnsel is nooit opgehelderd. Verheijden geeft precies het afbreekmoment aan: track 11, bij 7:00. Goed dat hij dit deed, want wie niet beter weet zou warempel denken dat deze zo fantasierijke voltooiing van Schubert zelf stamt! Verheijden geeft ook een mogelijke en zeker logische verklaring voor het fenomeen: waar Schubert ophield met neerschrijven had hij zichzelf letterlijk van het klavier gecomponeerd: de achttiende-eeuwse piano's hadden aan beide zijden van het klavier minder toetsen. Daar waar hij stopte had hij niet de volgende modulatie meer kunnen neerschrijven zonder buiten het bereik van zijn klavier te gaan. Volgens Verheijden experimenteerde de componist hier al met de structuur zoals hij die later in zijn Wanderer-fantasie zou toepassen. De overige drie ‘Fantasien', in c, D 2a, de ‘Grazer Fantasie' in C, D 605a en het Andante in A, D 604, maken geen deel uit van de reguliere concertprogramma's en zijn ook discografisch sterk ondervoed gebleven. Het is gissen waarom dat zo is, al ligt het van D 2a nogal voor de hand omdat het uit 1813 dateert en aldus een van Schuberts vroegste pianostukken is. De ‘Grazer Fantasie' dateert waarschijnlijk van een jaar of vijf later, maar werd eerst in 1969 als afschrift van een kopiist aangetroffen in de collectie van Anselm Hüttenbrenner, dezelfde die ook in het bezit was van het autograaf van de ‘Onvoltooide' dat hij tot 1865 exclusief onder zich hield, waarna het werk pas in de openbaarheid kon verschijnen. Hüttenbrenner had er volgens de overlevering voor gezorgd dat Schubert het erelidmaatschap van de Steiermärkischer Musikverein ten deel viel en als tegenprestatie of dank het tijdelijke alleenrecht en daarmee het manuscript van de ‘Onvoltooide' verkreeg. Het is overigens slechts één van de vele lezingen en anekdotes rond de ‘Onvoltooide'. De officiële oorkonde die Schuberts inlijving als erelid moest bevestigen bleek later op een vervalsing te berusten… Hoewel niet in Schuberts handschrift overgeleverd valt aan de authenticiteit van Schuberts ‘Grazer Fantasie' niet te twijfelen: het stuk ademt een-en-al Schubert. Verheijden toont zich in dit programma als een schubertiaan-in-hart-en-nieren, wiens verbeeldingskracht in deze twintig stukken muzikaal boekdelen spreekt. Terwijl op zijn techniek niets aan te merken valt. Kortom, dit is in alle opzichten een bijzondere productie. De Baldwin-vleugel is bovendien perfect geïntoneerd en gestemd, terwijl Verheijden zelf verantwoordelijk is geweest voor de uitstekende registratie, mastering, editing, toelichting én artwork. Bijna álles in eigen hand, het komt slechts zelden voor. Met behulp van de scancode in het boekje kunnen o.a. videofragmenten worden bekeken. Ook op YouTube is het een en ander te vinden. De officiële presentatie van het album vindt plaats op woensdag 11 oktober om 20.00 uur in de Grote Kerk in Driebergen. index |
|