CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2022 |
Schubert componeerde vier pianotrio's, waarvan er twee slechts eendelig: een Notturno in Es, D 897 en een 'Sonatensatz' in Bes, D 28. De beide vierdelige pianotrio's, in Bes, D 898 en in Es, D 929 daarentegen treden vanuit een riante ideeënrijkdom zowel naar vorm als inhoud bijna buiten hun eigen oevers: groots opgezette en uitgewerkte werken die tot de belangrijkste in dit toch al bepaald niet ondervoede genre behoren. Al eerder verscheen van het Busch Trio een album met de Pianotrio's D 28, 897 en 929, een uitgave die ik hier lovend heb besproken. Het in 2012 opgerichte ensemble, bestaande uit violist Matthieu van Bellen, cellist Ori Epstein en pianist Omri Epstein excelleert in wat ik toen met 'sterk communicatief musiceren' aanduidde, volkomen recht doende aan die bekende uitspraak van Goethe: 'Man hört (.) vernünftige Leute sich untereinander unterhalten'. Het Forellenkwintet biedt als 'extra' nog twee gelijkgestemde zielen: de altist Daniel Palmizio en de bassiste Naomi Shaham. Wie het nog niet wist: het trio ontleende zijn naam aan de violist Adolf Busch (1891-1952); en niet toevallig speelt Matthieu van Bellen op een Guadagini die eens aan deze grote Duits-Zwitserse musicus heeft toebehoord. Het ligt voor de hand dat deze drie musici in zijn voetsporen hebben willen treden, maar de grote technische en interpretatieve kwaliteiten van hun spel zullen sowieso verbonden blijven met de pedagogische inbreng van o.a. coryfeeën als András Schiff, Eberhard Feltz en het Artemis Quartett. Magnifiek, dit afwisselend zo verfrissende, energieke, gepassioneerde en lyrische spel van - in dit geval vijf - topmusici, dat, zoals dat ook al gold voor de vorige Schubert-uitgave, door producer Aline Blondiau met meesterhand uw kamer wordt binnengeloodst. Waarmee deze bijzonder fraai gestileerde Schubert-reeks tot een briljant einde is gekomen. index |
|