CD-recensie
© Aart van der Wal, oktober 2020 |
Wereldtop, dat is het in 2013 opgerichte Franse Quatuor Arod. Hun Schubert is in een woord exemplarisch in termen van samenspel, balans, intonatie, ritmische precisie, frasering, tempo, kleuring en de werkelijk uit iedere muzikaal sprekende vezel de zucht naar een avontuurlijke exploratie van deze partituren. Kortom, dit is Schubert op zijn best en daarmee in lijn met de beste ensembles die onze aardbol telt (en dat zijn er intussen heel wat). Ik kan nog wel even verder gaan. Het ultieme pianissimo behoudt zijn kern, het vibrato wordt smaakvol gedoseerd, de stemvoering is van een direct innemende transparantie, de dynamische accentuering subliem gedifferentieerd en het gehele discours getuigt van een speltechnische souplesse die alleen maar diepe bewondering kan afdwingen. De fraai afgewogen cantilenen van D 46 maken evenveel indruk als de diep inkervende expressie van D 810, terwijl de flitsende 'Quartettsatz' na aflop doet verlangen naar nóg drie delen. Woorden schieten eigenlijk tekort, wát een weergaloos spel van licht en donker wordt in deze schitterende opname gedemonstreerd! Het ensemble speelt op hun 17de- en 18de-eeuwse Italiaanse instrumenten, beschikbaar gesteld door de Zwitserse stichting Boubo-Music en schreef zelf de toelichting (wat niet vaak voorkomt). index |
|