CD-recensie

 

© 2004 Aart van der Wal

 

Schubert: Die schöne Müllerin, D 795.

Hákan Hagegard (bariton), Emanuel Ax (piano).

RCA 09026 61705-2 • 62' •


Te veel zangers wagen zich aan de grote Schubert-cycli, terwijl slechts mondjesmaat of in het geheel geen aandacht wordt besteed aan die talloze, nog vrij onbekende Schubert-liederen, die de hoge toppen en de diepe dalen van de dichterlijke ziel in een bijna onophoudelijke, muzikale stroom hebben gevat. Alsof daaraan nauwelijks eer te behalen is! Hagegard kan met zijn niet bescheiden stemmiddelen veel, maar van Schubert heeft hij interpretatief maar weinig kaas gegeten. Dynamische gradaties in de verscheidene strofen blijven achterwege, bescheiden versnellingen en vertragingen, al naar gelang de woorden die vereisen, worden zo veel mogelijk vermeden. In het prille begin (das Wandern) gaat het al mis bij de vierde en vijfde strofe. In de vierde worden de stenen te licht gewogen, terwijl het soortelijk gewicht van het wandeltempo juist te zwaar is. Ax overtuigt evenmin: ook bij hem slechts een klein palet aan sterktegraden, gevat in een soms uitgesproken monotone begeleiding, zonder veel reuk of smaak. Bovendien was de pianostemmer blijkbaar niet tijdig bij de hand: we worden getrakteerd op een afschuwelijk rinkelende bes in de linker hand. De balans tussen bariton en piano is naar mijn smaak niet voldoende afgewogen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links