CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2022

(D.) Scarlatti: Stabat Mater in c - Sonate in G, K 144 (Cantabile) - in d, K 90 - in d, K 213 (Andante) - Amor d'un'Ombra e Gelosia d'un'aura (sel.) - Cantate 'O qual meco Nice cangiata' (Sinfonia) - Cantate 'Pur nel sonno almen tal'ora'

Avison: Concerto Grosso nr. 3 in d (Allegro)

Le Caravansérail o.l.v. Bertrand Cuiller
Harmonia Mundi HMM 905340 • 77' •
Opname: okt. 2020, Abbaye aux Dames, Saintes (F)

 

Je verwacht het misschien niet, maar Domenico Scarlatti (1685-1757), de zéér getalenteerde zoon van Alessandro (1660-1725) en componist van maar liefst 555 klaviersonates, schreef ook een aantal andere werken van muzikale portuur, waaronder een magnifiek Stabat Mater, gecomponeerd tussen 1715 en 1719.

Is het waar, zoals overal wordt beweerd, dat het die klaviersonates zijn die 90 procent van zijn totale productie bepalen? Niemand kan er stellig over zijn, want vaststaat dat een aardbeving in 1755 in Lissabon een wel of niet aanzienlijk deel van zijn oeuvre voorgoed uit het zicht heeft doen verdwijnen. Met bovendien de aantekening (al stamt die dan van mij) dat hij dan wel bekend staat als 'klaviercomponist' (een 'etiket' dat hij overigens deelt met Chopin), maar dat zijn overige composities daarmee vergeleken beslist niet middelmatig zijn, onverschillig of het dit Stabat Mater, danwel een cantate, symfonie of opera betreft. Wat hebben dus zeker te maken met een veelzijdige toondichter die van vrijwel alle markten thuis was, maar wiens oeuvre helaas toch deels in nevelen gehuld blijft. Verbeeldingskracht en veelzijdigheid tekenen Domenico's overgeleverde oeuvre in ieder geval als geheel.

Het lijkt natuurlijk voor de hand te liggen dat met een dusdanig groot aantal en bovendien subliem gecomponeerde klavierwerken en in samenhang met hetgeen veloren is gegaan, zijn overige werken wel in de schaduw daarvan moesten blijven. Terwijl we er geen idee van hebben hoeveel er als gevolg van het natuurgeweld in Lissabon in 1755 verloren is gegaan. Immers, volgens de jongste gegevens schreef Domenico maar liefst een oratorium (Stabat Mater), zo'n zestig cantates, minstens twintig symfonieën en minstens zes opera's: L'Ottavia restituita al trono (1703), L'Orlando (1711), Tolomeo et Alessandro (Rome, 1711), Ifigenia in Aulide (1713), Ifigenia in Tauri (1713) en Amor d'un'ombra e gelosia d'un'aura (1714). Een discografische zoektocht levert in dit opzicht weliswaar het een en ander op (zo boog ook Vox Luminis zich over o.a. het Stabat Mater), maar het zijn niet meer dan broodkruimels vergeleken met het werk dat van andere, zelfs minder belangrijke componisten op paat of cd is gezet.

Domenico's levensloop is - en dat deelt hij met zijn tijdgenoot Bach (die in hetzelfde jaar werd geboren) - merendeels mistig gebleven. Dat moest ook de bekende klavecinist en musicoloog Ralph Kirkpatrick ondervinden, die aan het eind van de jaren veertig van de vorige eeuw met het plan rondliep voor een biografie van zijn 'idool', maar uiteindelijk uitkwam op een uiterst doorwrochte muziekwetenschappelijke verhandeling over diens muziek, met uiteraard de sonates als belangrijkste aangrijpingspunt. Kirkpatrick was ook de man die de aloude Longo-indeling van nieuwe impulsen voorzag. Wie daarin is geïnteresseerd: het boek is, uitgegeven door Princeton University Press in paperback-uitgave, nog steeds verkrijgbaar (ISBN 0691027080).

De samenstelling van dit nieuwe album lijkt op het eerste gezicht nogal een ratjetoe, maar het blijkt in de luisterpraktijk reuze mee te vallen. Ergo, de afwisseling (of de contrastwerking, het is maar hoe het wordt ervaren) door het invoegen van die zo verschillende onderdelen geeft zelfs een extra cachet aan de toch al zo bijzondere aspecten van Domenico's zang- en instrumentatiekunst. Wat daarbij zeker ook helpt zijn de zeer verzorgde vertolkingen, tot stand gekomen vanuit het perspectief van de historiserende uitvoeringspraktijk, met een keur van vocale en instrumentale solisten onder een dirigent (hier tevens organist en klavecinist) die met zijn 'troupe' deze kostelijke partituren een bijzonder fraai reliëf wist mee te geven. Het kernbegrip uit mijn notities: gedisciplineerde virtuositeit (met als school- en tevens barokretorisch voorbeeld het 'Fac ut animae' en 'Amen' uit het Stabat Mater). De opname is om door een ringetje te halen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links