CD-recensie

 

© Aart van der Wal, februari 2009

 

 

Salonen: Dichotomie (2000) - Helix (2005) - Pianoconcert (2007).

Yefim Bronfman (piano), Los Angeles Philharmonic Orchestra o.l.v. Esa-Pekka Salonen.

DG 477 8103 2 • 61' •

 

 

 

 

 


Een geweldige en ervaren dirigent, de Fin Esa-Pekka Salonen (1958), maar dat wil nog niet zeggen dat hij daardoor ook een goede componist is. Bovendien: er waren en zijn vrij veel toondichters die wel eigen werk dirigeren, maar daarin bepaald niet excelleren. De eerste die mij hierbij in gedachte schiet was Igor Stravinsky, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Witold Lutoslawski, die wèl geweldig kon dirigeren.

 
  Yefim Bronfman en Esa-Pekka Salonen

Wat heeft Salonen als componist te bieden? Ik vrees niet veel. Zijn stukken hebben doorgaans een wel zeer hoog ADHD-gehalte, zo'n beetje 8 op de schaal van Richter, wat niet alleen voor de uitvoerenden maar niet minder voor de toehoorders een buitengewoon vermoeiende tour-de-force is. Het ruim een halfuur durende Pianoconcert uit 2007 spant van de hier opgenomen werken in dit opzicht wel de kroon, een ware wilde jacht op een mij onbekende prooi, maar met nogal wat middelen van weleer: Rachmaninov, Prokofjev, Skrjabin, ze rijden gebroederlijk mee op deze helletocht, maar dan wel met dat verschil dat zij een zeer scherp oog voor de orkestrale textuur hadden, transparant konden componeren, terwijl Salonen een groot liefhebber is van gelaagde structuren, die doorkijkjes nauwelijks toelaten. De bonte verzameling motieven die kriskras door het orkestrale zwerk schieten, bieden de luisteraar onvoldoende houvast, waardoor het absoluut niet duidelijk wordt waar de muziek vandaan komt of naartoe gaat. Het is al met al een diffuse, maar vooral erg luidruchtige status quo die iets moet verbeelden wat er niet is: originaliteit. Voor het pianostuk Dichotomie heeft Salonen zelfs schaamteloos veel van Prokofjev geleend, maar bij Salonen staat de agressieve motoriek op zichzelf, in tegenstelling tot de muziek van zijn grote voorganger, die niet alleen ritmisch er structureel geraffineerder is, maar waarin de verbeelding voortdurend aan het woord is. Ik kan me vergissen, maar Salonen maakt als componist op mij de indruk dat hij, werkend aan zijn schrijftafel, geen goed zicht had op de praktische uitwerking van hetgeen hij op papier zette. De instrumentatie is (veel te) dik, er zijn vertroebelende verdubbelingen (soms zelfs een veelvoud daarvan) en het gehele beeld doet denken aan 'overkill'.

Gezegd moet worden dat Bronfman, het orkest onder Salonen én de opnametechnici zich als ware leeuwen door deze weerbarstige en bombastische materie vechten, maar het baat niet echt: de luisteraar thuis moet het helaas doen met een dikke klankenbrei die als een voortrazende lawine alles overspoeld.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links