CD-recensie
© Aart van der Wal, juli 2022 |
De Franse pianist Alexandre Kantorow (1997), zoon van de violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow, heeft zo jong als hij is de muziekwereld in korte tijd weten te veroveren. Hij is daarin de enige niet, maar toch is dat een prestatie van belang. De loftuitingen liegen er niet om, variërend van 'grootste jonge pianosensatie van de laatste jaren' tot 'reïncarnatie van Liszt' (wiens spel we overigens alleen van berichten van diens tijdgenoten kennen, maar dit terzijde). Alexandre maakt deel uit van de ' artiestenstal'is vvan het Zweedse muzieklabel BIS die hem gelijk maar als genie' heeft bestempeld en waar het zo blij met hem is dat als 'extra' hij mag opnemen wat hij wil. Nou, dat valt bepaald niet iedere solist te beurt, voor zover hij of zij niet eigen geld moet meebrengen om een opname te kunnen maken. Voor Kantorow liggen de kaarten dus anders. Het tot heden verschenen zevental sacd's is het klinkende bewijs van zijn kunstenaarschap in de studio, al deelt hij op drie sacd's de eer met nog andere musici. waaronder uiteraard ook de beide albums met onder andere de complete (vijf) pianoconcerten van Saint-Saëns. Waarvan ik trouwens vind dat die van nogal wisselende kwaliteit zijn en het met name het Tweede is dat met kop en schouders boven de rest uitsteekt. Geen enkel twijfel erover: Kantorow is een groot pianotalent die als 22-jarige de wereldpodia voor zich al zag opengaan na het overtuigend winnen van zowel de Gouden Medaille als de Grote Prijs van het prestigieuze Tsjaikovski Pianoconcours in Moskou. Deze 'jonge tsaar' (de term is niet van mij) van de Franse pianisten beschikt over een formidabele techniek en al even formidabel kleurenpalet, een combinatie die meerdere grote pianisten aankleven en derhalve niet uniek is, maar ook het geëtaleerde interpretatieniveau, en dan vooral de manier waarop hij de muziek binnen de contouren van de partituur naar zijn hand zet, is bijzonder hoog. Je kunt zelfs als doorgewinterde luisteraar dankzij dit geweldige spel je echt niet verder verwijderd voelen van muziek-van-dertien-in-een-dozijn.
Hoe werkt het in de praktijk uit? Heel eenvoudig, als een volmaakt op elkaar afgestemde drie-eenheid (techniek, kleurenpalet, eigen identiteit) die de muziek in alle toonaarden echt tot op het bot laat sprankelen. Geen virtuositeit als doel op zich, maar ingebed in gepassioneerde energie en gloedvolle poëzie die zowel met elkaar mogen wedijveren als doen samensmelten. Exemplarisch is ook Kantorows vormbesef (sowieso geen gemakkelijke opgave in muziek die het bepaald niet daarvan moet hebben), mogelik geholpen door intuïtie, maar in ieder geval bijzonder voor de dan nog pas negentienjarige (in 2016, tijdens de opname van de pianoconcerten nr. 4 en 5), niet alleen wat het gehele concept betreft, maar ook het gedifferentieerde karakter ervan, in de articulatie, frasering, dynamiek en stemvoering. Zo gaat hij te werk, consequent maar verbeeldend, in de vijf pianoconcerten van Saint-Saëns, maar ook in de Rhapsodie d'Auvergne, Africa, Wedding Cake en het Allegro appassionato. Ook aan het orkest en de dirigent stelt Alexandre Kantorows aanpak hoge eisen. In die zin dat het gehele ensemble in Kantorows aanpak van begin tot eind en zonder enige verslapping mee moet (kunnen) gaan, de 'drive' niet alleen vasthoudt maar ook waar nodig het voortouw nemend. Of het heeft geholpen weet ik niet (als is er wel minstens een vermoeden in die richting!), maar vader en zoon vormen in deze muziek duidelijk vier handen op een buik. Wat minder vanzelfsprekend is dan het lijkt, want pianist en dirigent werken echt niet dagelijks met elkaar samen, laat staan op dit hoge niveau. Kantorow trekt dus als gevierd pianisty de wereld over en daar horen uiteraard ook de pianoconcerten van Saint-Saëns bij. Zo is hij, als COVID-19 alsnog geen roet in het eten gooit (je weet het maar nooit), op 5 november te horen in het Amsterdamse Concertgebouw in het Tweede pianoconcert, met het Nederlands Kamerorkest geleid door Gordan Nikolic. Kantoro staat ook op de rol in de serie 'Grote Pianisten', eveneens in het Concertgebouw, op 5 maart 2023, met werken van Brahms, Schubert en Liszt. Twee uitstekende gelegenheden dus om hem ook live te horen. Maar vooralsnog is het uitstekend toeven met deze twee uitgaven die dankzij het flonkerende, flitsende maar ook lyrische spel van solist en orkest ver boven het maaiveld uitsteken. In zowel surround en stereo klinkt het bovendien als een klok. Zelfs als u niet van Saint-Saëns houdt. index |
|