CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2022

Rossini: Messa di Gloria

Eleonora Buratto (sopraan), Teresa Iervolino (mezzosopraan), Lawrence Brownlee en Michael Spyres (tenor), Carlo Lepore (bas), Orchestra e Coro Dell'Academia Nazionale di Santa Cecilia o.l.v. Antonio Papano
Warner 5054197234521 • 61' •
Opname: jan. 2022, Auditorium Parco della musica, Rome

   

Gioachino Rossini (1792-1868) mag dan vooral bekend staan als operacomponist, zijn religieuze productie is er inhoudelijk niet minder om, getuige – in volgorde van hun ontstaan - Messa di Rimini (1809), Quoniam (1813), Messa di Gloria en Preghiera (1820), Tantum Ergo (1824 en 1847), Stabat Mater (in twee versies die behoorlijk van elkaar verschillen: 1832 en 1841), Trois Choeurs Religieux (1844), O Salutaris Hostia (1857), Laus Deo (1861) en twee versies van de Petite Messe Solennelle (1864 en 1867). Bepaald niet gering dus.

Rossini componeerde de voluit - Messa di Gloria a quattro voici con più strumenti obbligati voor de Arciconfraternita di San Luigi. Het werk was bedoeld voor het Mariafeest en ging in maart 1820 in de kerk van San Ferdinando in Napels in première. Rossini had toen als operacomponist al een behoorlijke staat van dienst, met maar liefst ruim 30 opera's op zijn naam.

De indeling van Rossini's Messa di Gloria is anders dan u misschien zou verwachten: niet het traditionele Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei volgens de katholieke rite (Ordinarium), maar alleen het Kyrie en Gloria, wat overigens niet overeenkomt met de uit de achttiende eeuw bekende, op Duitsland en Oostenrijk georiënteerde Missa Brevis (korte mis), waarin wel plaats is voor het Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei, maar dan in een muzikaal ingekorte versie (o.a. bij Mozart). Dit dus in tegenstelling tot de Missa Tota (de gehele mis, zoals Bachs Hohe Messe). Dit had alles te maken met de katholieke liturgie die meerdere misscenario's kende. Zo was er bijvoorbeeld in de vastentijd geen plaats voor het Gloria en menigmaal evenmin voor het Credo.

Een onbetwist hoogtepunt in Rossini's Messa di Gloria is de vierstemmige dubbelfuga Cum Sancto Spiritu waarmee het werk wordt afgesloten. Het is een contrapuntisch meesterstuk waarvan wordt gezegd dat de componist ervoor te rade is gegaan bij de contrapuntist Pietro Raimondi. Waar of niet waar, het getuigt van een ongekende schoonheid.

Volgens dirigent Antonio Pappano is de Messa di Gloria een ‘mis van het licht', en inderdaad: spiritualiteit, godsvertrouwen en geen angst voor de dood staan erin centraal. Een oratorium dus waarin de lofprijzing van Gods heerlijkheid door alle delen heen klinkt.

Pappano:

'The Rossinian embullience pervading this sacred composition initally shocked, and remains unique to this day. This - and the intense operatic demands on the soloists - makes such world-class accounts of the imaginative work exceedingly rare. This is a Mass of light, a tribute to virtuoso playing and singing, and a celebration - more than just pyrotechnics, it rightly brings a smile to the listener's face.'

Dat is precies wat deze uiterst bevlogen uitvoering zozeer typeert, dankzij de vijf onvolprezen stersolisten en het net zo sublieme koor en orkest van de Romeinse Accademia Nazionale van Santa Cecilia, waarvan Papano sinds 2005 chef-dirigent is. Van de instrumentalisten verdienen de althoboïste Maria Irsara en de klarinettist Alessandro Carbonare door hun schitterende soli een aparte vermelding.

Wie het orkest niet of onvoldoende kent: het werd in 1908 opgericht en heeft een groot aantal dirigenten van formaat gekend, waaronder – in willekeurige volgorde - Mahler, Richard Strauss, Hindemith, Toscanini, Furtwängler, Solti, De Sabata, Karajan, Mengelberg, Markevitch, Gatti en Masur. Het was Pappano die het rond het millennium enigszins ingezakte ensemble al spoedig na zijn aantreden de gewenste internationale uitstraling wist te geven en daarbij allerlei belangrijke onderscheidingen in de wacht sleepte.

Tot slot: het was logischer geweest als in de afgedrukte trackindeling in het boekje de delen Laudamus te, Gratias agimus tibi, Domine Deus, Qui tollis peccata mundi, Qui sedes ad dexteram Patris, Quoniam tu solus Sanctus en Cum Sancto Spiritus als onderdeel van het Gloria zouden zijn aangemerkt. Nu wordt de niet-kenner door uitsluitend de afzonderlijke vermelding ervan mogelijk op het verkeerde been gezet: alsof ze los zouden staan van het Gloria..


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links