CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2017
|
De beroemde Hongaarse pianist en dirigent Zoltán Kocsis (1952-2016), vooral bekend geworden door zijn fenomenale Bartók-vertolkingen, droeg de fluitiste Noémi Györi (1983) en de pianiste Katalin Csillagh (1981) muzikaal een zeer warm hart toe. Hij mocht de release van de nieuwe cd van zijn beide landgenoten nog meemaken. Van hun vertolking van de Reinecke-sonate zei hij: "stilistisch idiomatisch, toegewijd, aangrijpend, nauwkeurig en meesterlijk uitgevoerd." Er valt niets tegenin te brengen. Maar ook zonder Kocsis' positieve commentaar, gewoon beoordeeld als argeloze luisteraar, zijn hun 'glowing sonorities' een niet mis te verstane boodschap. In de trant van 'zo moet dit worden gespeeld en niet anders'. Waarbij ik als iets minder argeloze recensent er nog aan toe zou kunnen voegen: het kan wel anders, maar niet beter. Franz Schubert noch César Franck schreef een fluitsonate. Schuberts 'Arpeggione'-sonate werd alweer jaren geleden door de beroemde Ierse fluitist James Galway speciaal voor fluit bewerkt. Dat is de versie die Noémi György als basis heeft gebruikt voor haar eigen bewerking. Peter-Lukas Graf bewerkte Francks vioolsonate voor fluit. De fluitsonate van Reinecke is wel origineel. Maar het grote winstpunt is het geweldige duospel dat ten beste wordt gegeven en waardoor deze cd echt een plekje verdient in iedere discotheek. Er wordt fijnzinnig gefraseerd, het spel is tot in alle uithoeken zowel markant als subtiel, met een bekorende spiritualiteit. Het Hongaarse Hungaroton zorgde voor een voortreffelijke opname. index |
|