CD-recensie

 

© Aart van der Wal, april 2023

Steve Reich - The String Quartets

Strijkkwartet nr. 1 (Different Trains) - nr. 2 (Triple Quartet) - nr. 3 (WTC 9/11)

Mivos Quartet: Olivia De Prato en Maya Bennardo (viool), Victor Lowrie Tafoya (altviool), Tyler J. Borden (cello)
DG 4863385 • 58' •
Opname: maart 2022, The EMPAC Concert Hall, New York/ Troy at Cell Labs

 

In 1976 verscheen de lp met daarop een compositie van Steve Reich: Music for 18 Musicians. Het bleek een kaskraker, want in no time gingen er maar liefst 200.000 exemplaren over de (Amerikaanse) toonbanken. In het oerdegelijke Europa was het de opera Einstein on the Beach van Philip Glass die furore maakte.

Was het een kunst op zich? Blijkbaar wel, al viel het zeker in die tijd nog niet echt goed voor te stellen. Het minimalisme, want dat was het, zoals zich dat in de jaren zestig begon te ontwikkelen, betekende niet veel meer dan een schraal aantal muzikale ingrediënten binnen een – zeker in die verhoudingen – vrij lange tijdsduur. Het was weliswaar nieuw, maar conceptueel allesbehalve avant-gardistisch. Het draaide immers om weinig om het lijf hebbende motieven en motiefjes in een schier eindeloze herhalingscarrousel, gaandeweg slechts onderworpen aan minieme manipulaties (die dan als een verademing werkten). Repetitieve muziek, met als voor- en wegbereiders toen nog niet echt (door)klinkende namen: La Monte Young (van de ‘drone', de lang aangehouden toon), Terry Riley, Philip Glass en Steve Reich.

Het is altijd zo gebleven, de simpele diatoniek, de akkoordopbouw-volgens-het-boekje, de eindeloze herhaling van het motivisch materiaal, daarbij volledig afgekeerd van ritmische scherpte, dissonante patronen en excessieve chromatiek. Het was het kamp van de minimalisten versus dat van de mannen (vrouwen kwamen in het metier niet of nauwelijks voor) die vanuit Darmstadt met zijn Ferienkurse de muzikale revolutie predikten, waaronder Pierre Boulez, Luigi Nono, Luciano Berio, Karlheinz Stockhausen en Bruno Maderna. O ja, en er was ook nog die nauwelijks gehoorde stem in de VS van ene Elliott Carter die ver verstoken wenste te blijven van dat minimalisme.

Minimal music had al snel zo haar eigen aanhangers, met daarin uitstapjes naar de Indiase exotiek, de Indonesische gamelan en de Afrikaanse ritmiek. Het was een fenomeen dat zich vooral afspeelde in een niet zelf gekozen isolement. In die zin dat de klassieke-muziekwereld en die van de avant-garde er niks van moesten hebben. Het leidde tot wat onder die omstandigheden onontkoombaar leek: de oprichting van allerlei zich speciaal op de minimal music toeleggende merendeels kleine ensembles. Dit was immers geen muziek die voorbestemd was om op de grote podia te worden uitgevoerd, en daardoor noodgedwongen haar heil zocht en vond in kleine zaaltjes, galeries, aula's, salons en kunstenaarsoptrekjes. Lekker alternatief, dat was zo ongeveer de boodschap, zoals dat ook gold voor de vrijwel gelijktijdig opgekomen minimal art in de beeldende kunst.

Minimal music is allesbehalve weerbarstig, diep gelaagd, ingewikkeld, schurend of sterk chromatisch. Daarmee was het uitgelezen muziek voor bepaalde doelgroepen die niets anders dan dat ambieerden. En toegegeven: veel muziek die, zeker in de beginjaren van de seriële technieken, als avant-gardistisch werd bestempeld was in de praktijk dor en saai, of gestoeld op ondoordringbare rekenmodellen waar reuk noch smaak aan was; of die als zodanig werd ervaren.

Van de muziek van Reich kan worden gezegd dat zij uitblinkt in enerzijds ordening en anderzijds het met vrije hand hanteren van het repetitieve materiaal. Maar anders dan menige collega schuwde hij complexiteit niet, zoals blijkt uit het reeds aangehaalde Music for 18 Musicians. Sterk is ook de canonische uitwerking (‘phase shifting') van de met zorg. samengestelde motiefjes (het ene verband houdend met het andere). Reich slaagt er ook in om het instrumentarium qua kleuringsmogelijkheden echt naar zijn hand te zetten, een facet dat bij menige tijdgenoot er maar bijhangt of zelfs geen enkele wezenlijke rol speelt. Reich is de minimalist die een sterke binding lijkt te voelen met de muzikale architectuur.

Reich componeerde de drie strijkkwartetten voor het Kronos Quartet, decennialang op het gebied van de kamermuziek verreweg zijn belangrijkste pleitbezorger. Wat evenwel niet betekent dat er geen ruimte zou zijn voor een nieuw album, en zeker niet als dat zowel qua vertolking als wat betreft de opname van een uitzonderlijk hoog niveau is. Waarbij het tevens een rol speelt dat, voor zover mij bekend, dit de eerste uitgave is die alle drie kwartetten in zich verenigt.

Het is, zeker gezien het voorafgaande, een legitieme vraag of een strijkkwartet zich qua concept wel leent voor minimal music. De kleuringsmogelijkheden van een dergelijk ensemble zijn immers – al is het relatief – beperkt en wordt de aandacht vooral getrokken naar wat er op melodisch, harmonisch en ritmisch gebied plaatsvindt. Als dat neerkomt op schier eindeloze herhalingen, slechts minuscule motief- en accentverschuivingen of puur ritmisch kleingoed, dan wordt de aandacht van de luisteraar al snel afgeleid. Daarom is, bij minimal music de wijze van instrumenteren (en in groter verband het orkestreren) van groot en soms zelfs doorslaggevend belang.

Reich (inmiddels 86) is te zeer een praktisch ingestelde musicus om dat niet te beseffen en dus nam hij een aantal kunstgrepen te baat met centraal daarin de geluidsband. In Different Trains (1988) uit zich dit in het tweede deel ('Europe during the war'), naast de muziek, in de huiveringwekkende stemmen die de shoah symboliseren, de treinreis die met onverbiddelijke regelmaat naar de vernietigingskampen voerde. De muziek zelf ervaren we als aankondiging van en commentaar op het verschrikkelijke onheil.

De op band vastgelegde stemmen zijn er ook in het tweede kwartet, WTC 9/11 (2009/10), de titel die voor zich spreekt, en in essentie door de samenstelling van de in de muziek ingebedde geluidsfragmenten niet minder inkervend is dan Different Trains.

Het Triple Quartet (1998) daarentegen is uitsluitend instrumentaal, maar ook hier heeft Reich een belangrijke kunstgreep toegepast door het werk te concipiëren - de naam zegt het al - als een tripelkwartet, waarbij het aan de uitvoerenden is welke keus wordt gemaakt: of een ensemble bestaande uit twaalf musici (immers drie strijkkwartetten) of slechts één strijkkwartet dat door technische ingrepen (computer, disc, band, enz.) wordt uitgebreid tot drie. Zoals het officieel door de componist staat aangekondigd: ‘string quartet and pre-recorded tape (DA-88 tape playback and amplification required). This work requires additional technological components and/or amplification.' In het geval van het Mivos Quartet zijn de drie opnamen van het ensemble zelf.

Reich:

'Triple Quartet is for three string quartets. For Kronos (or any other single string quartet) to perform the piece they must pre-record quartets two and three and then play the quartet one part along with the pre-recorded tape. Alternatively, the piece can be played by 12 or more string players with no tape.'

De componist stemde in met deze DG-uitgave die geen registratie bevat van een live-optreden waarin het kwartet respondeert op de reeds opgenomen twee andere kwartetten: de drie opnamen zijn apart gemaakt. De vier kwartetleden hebben daarbij Reichs suggestie overgenomen om naar eigen inzicht ‘to match the contours of the spoken words', in zowel Different Trains als WTC 9/11.

Kort en bondig: dit zijn topuitvoeringen die bovenal een enorme intensiteit uitstralen en de luisteraar zelfs even doen vergeten dat minimal music niet meer is dan alleen dat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links